Herdenkingsdag Bea Visser
Op 17 juni 2017 was er een herdenkingsbijeenkomst in Utrecht voor Bea Visser. Zij heeft veel betekend voor de dovenwereld en was een voorvechtster van het gebruik van de Nederlandse gebarentaal. Daarnaast was ze een van de oprichters van Het Roze gebaar. Bea overleed op 21 april 2017 op 80 jarige leeftijd.
Jeugd
Bea (doof geboren) groeide op in een tijd dat gebarentaal verboden was, de nadruk werd gelegd op goed leren spreken, de tolkvoorziening nog lang niet bestond en er heel anders naar doven en slechthorenden werd gekeken. Bea liet zien wat ze in haar mars had. Op driejarige leeftijd werd Bea vanuit haar geboortedorp in Friesland naar het internaat voor doven in Voorburg gebracht. Iets wat erg ingrijpend is op zo’n jong leeftijd. Ze snapte er niks van en dacht dat haar moeder haar snel zou komen ophalen. Toen dat niet gebeurde werd ze overladen door verdriet. Bea groeide vanaf toen op in het internaat, alleen in de zomervakantie mocht ze terug naar huis.
In die tijd was gebarentaal verboden en dat zorgde voor zeer moeilijke communicatie. De kinderen maakten onderling stiekem wel gebaren, maar er werd lesgegeven in gesproken taal. Bea zette haar beste beentje voor. Vol trots zette het internaat haar als paradepaardje in. Dat had een keerzijde. Bea voelde dat andere leerlingen een hekel aan haar kregen door die privileges. Bea mocht het ‘Onze Vader’ op tienjarige leeftijd aan Koningin Wilhelmina voordragen. Haar naamgebaar ‘PRINSES’ komt voort uit die tijd. Iedereen refereerde haar naam aan prinses Beatrix. Zo ook de Koningin. Zij vroeg aan Bea of ze was vernoemd naar de prinses, maar dat was niet het geval. Bea was namelijk een jaar eerder geboren dan de prinses.
Opleidingen en werk
Toen Bea veertien jaar oud was, ging ze op advies van de school, na het behalen van haar diploma, met tegenzin naar de naaischool. Ze wilde graag werken op een kantoor en ging niet bij de pakken neerzitten. Met moeite volgde ze tegelijkertijd avondopleidingen. Dat kostte haar veel energie aangezien er in die tijd geen tolken waren. Gelukkig hielp de docent haar goed. Na het behalen van diverse diploma’s werkte ze bij verschillende gemeenten.
Dovenwereld
Op verschillende fronten was ze een rolmodel in de dovenwereld. Ze maakte zich sterk voor de belangen voor doven en slechthorenden. Door studiereizen in het buitenland kreeg ze een beeld van hoe daar werd omgegaan met doven en hoe bepaalde regelingen eruit zagen. Dat was voor haar een van de manieren om los te komen van de horende maatschappij. Horende mensen hadden veel dingen in Bea’s leven bepaald ondanks dat zij niet begrepen wat doofheid eigenlijk echt inhield.
Bea heeft samen met een aantal anderen in 1982 het Roze Gebaar opgericht. Het Roze Gebaar komt op voor de belangen van dove en slechthorende lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgender personen (LHBT`s) in de gay-community en de dovengemeenschap in heel Nederland. Ze zette zich in voor de emancipatie van die doelgroep. Zelf kwam kwam ze openlijk uit over haar geaardheid. Naast inzet voor de emancipatie van dove en slechthorende LHBT’s was ze ook op andere gebieden actief. Zo werkte ze mee aan theaterproducties. In de tweetalige versie van ‘De Vagina Monologen’ speelden acht horende en acht dove dames mee. Bea was een van de dames.
Biografie De Dove Prinses
In 2009 verscheen er een boek over het leven van Bea. De titel ‘De Dove prinses’ verwijst naar haar naamgebaar. Het boek vertelt zowel haar levensloop als de rol die zij in de dovenwereld had. Ze gaf als eerste gebarentaal curussenen aan ouders met dove kinderen en richtte verschillende organisaties op. Petra Essink heeft de biografie geschreven.
En als afsluiting zoals iedereen gewend was van Bea: ‘tuuuut’.
Reacties