De geschiedenis van de Nederlandse Gebarentaal: het ontstaan, het verbod en de erkenning
Wanneer is de Nederlandse Gebarentaal ontstaan? Wie heeft de gebaren toen bedacht? En hoe worden die gebaren allemaal onthouden? Dit is een hele korte samenvatting van de geschiedenis van de Nederlandse Gebarentaal.
Wist je dat gebarentaal altijd heeft bestaan? Er waren namelijk altijd al slechthorende en dove mensen. De communicatie tussen horende en dove mensen is soms moeilijk. En als je niet makkelijk met elkaar praat, dan gebruik je… je handen en voeten! Overal waar dove mensen samenkwamen, ontstond een andere gebarentaal, gebaseerd op hun cultuur en gebruiken. Er zijn waarschijnlijk wel honderdduizenden gebarentalen geweest in de wereld.
Onderwijs in gebarentaal
Heel lang werd er helemaal geen onderwijs gegeven aan dove kinderen. Sommige mensen dachten dat dove kinderen niet konden leren. Anderen dachten dat doofheid een straf was, bijvoorbeeld van goden. Pas in de 18e eeuw ontstond de gedachte dat dove kinderen, net als horende kinderen, recht hebben op onderwijs. Maar hoe moest dat onderwijs er dan uitzien? Daar waren in Europa verschillende meningen over. Een van de grondleggers van dovenonderwijs is de Fransman Charles-Michel de L’Epée. Zijn lesmethode liet zien dat dove kinderen konden leren. En zo werd zijn dovenschool de inspiratiebron voor veel dovenscholen in Europa en in de Verenigde Staten.
Hoe ging dat in Nederland? De Groningse predikant Henri Daniel Guyot kende Charles-Michel persoonlijk. Na het zoveelste bezoekje bij zijn Franse vriend richtte Henri de eerste dovenschool op: het Henri Daniel Guyot Instituut in Groningen. Henri bedacht zijn eigen lesmethode, geïnspireerd op het Franse dove onderwijs. De dove leerlingen op zijn school mochten in sommige situaties gebarentaal gebruiken, maar moesten ook leren praten. Er ontstonden ook dovenscholen in Amsterdam (Ammanschool), Rotterdam (Rudolf Mees Instituut, later Dr. M. Polanoschool), Leiden/Voorburg (Effatha) en Sint-Michielsgestel (Instituut voor Doven). Deze scholen vallen nu onder Auris of Kentalis.
Ontstaan van de Nederlandse Gebarentaal
Dove leerlingen uit de hele regio zaten ineens bij elkaar op school. Zij creëerden een gezamenlijke gebarentaal. We worden nog steeds herinnerd aan deze tijd, doordat sommige woorden meerdere gebaren hebben. Dat komt omdat er op alle dovenscholen net een beetje anders gebaard werd. In Amsterdam gebruikten ze bijvoorbeeld een ander gebaar voor het woord ‘vriend’ dan in Rotterdam. Zo ontstonden er een soort van dialecten die (oudere) doven nog steeds spreken.
Gebarentaal verboden
En net toen het goed ging met Nederlandse Gebarentaal, werd gebarentaal in het onderwijs verboden. Tijdens een congres voor dovenonderwijzers in 1880 in Milaan werd besloten dat oraal (gesproken) onderwijs beter was voor dove kinderen. Zij dachten dat gebaren slecht zouden zijn voor de taalontwikkeling van dove kinderen. Volgens sommige verhalen was er bij dit congres maar één dove man uitgenodigd. En hij was de enige die het niet eens was met deze afspraak.
Hierna mochten dove kinderen op school geen gebaren meer gebruiken. Deed je dit wel? Dan werd je gestraft. Kinderen werden op hun vingers geslagen, of hun handen werden vastgebonden. Dove kinderen konden nu veel minder goed onderwijs volgen; ze konden immers de docent niet verstaan. Daardoor daalde het opleidingsniveau van dove mensen snel. Door het verbod werden ook dove onderwijzers ontslagen.
Rond 1980 deden taalkundigen nieuw onderzoek naar gebarentaal. Hieruit bleek dat gebarentaal een volwaardige taal is en juist heel goed gebruikt kan worden in het onderwijs op dovenscholen. Door dat onderzoek mochten dove kinderen in het onderwijs na 100 jaar weer gebaren.
Ontwikkeling van de Nederlandse Gebarentaal
In de jaren daarna werd er hard gewerkt aan de verdere standaardisering van de Nederlandse Gebarentaal. Kijk maar hoe snel het ging:
- In 1953 werd Dovenschap opgericht (toen heette het nog Dovenraad).
- In 1979 werd het eerste nationale Dovencongres georganiseerd, en de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB) kwam op tv.
- Eind 1980 begonnen dovenscholen weer onderwijs te geven in Nederlandse Gebarentaal en Nederlands ondersteund met Gebaren.
- In 1989 verscheen het eerste gebarenwoordenboek van de Nederlandse Gebarentaal met regionale varianten.
- In 1990 was het eerste proefschrift dat aantoonde dat de Nederlandse Gebarentaal een taal is (Schermer, 1990).
- In 1996 werd het Nederlands Gebarencentrum opgericht. Zij verzamelen gebaren in een databank en ontwikkelen samen met het Gebarenatelier nieuwe gebaren wanneer die nodig zijn. Omdat de taal zo lang verboden is geweest, loopt de Nederlandse Gebarentaal soms achter.
- In 2008 werd er groot onderzoek gedaan naar variatie in Nederlandse Gebarentaal (Corpus NGT).
STABOL-project
In 1998 pleitte belangenorganisatie Dovenschap voor de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal als een volwaardige taal. Dit werd onder andere afgewezen, omdat er op dat moment nog geen basislexicon bestond (standaardisatie van de taal). Dat maakte het ontwikkelen van onderwijsmateriaal en tolkopleidingen erg ingewikkeld. Van 1998 tot 2002 werkten diverse organisaties daarom aan het STABOL-project. STABOL staat voor standaardisatie van basisonderwijs- en onderwijslexicon. De organisaties kozen voor een combinatie van landelijke en regionale gebaren.
- 60% van de gebaren waren al landelijk en die zijn overgenomen.
- 15% van de gebaren kwamen uit een regionale variant.
- van 25% van de gebaren is de regionale variatie behouden in de vorm van synoniemen. Voorbeelden hiervan zijn de gebaren voor ouders, school en vreemd.
Sinds 2004 ontwikkelt en beheert het Nederlands Gebarencentrum een online gebarenwoordenboek waar niet alleen de standaardgebaren zijn te vinden maar ook de regionale varianten. In 2020 staan er ruim 22.000 begrippen in de database en zo’n 16.000 online.
Officiële taal
Op 1 juli 2021 werd de Nederlandse Gebarentaal erkend als officiële taal. Dat betekent dat dove mensen zich mogen uiten in Nederlandse Gebarentaal in formele situaties en dat de overheid belangrijke informatie ook naar de Nederlandse Gebarentaal moet vertalen. Bijvoorbeeld informatie over een ramp.
Veel landen hebben één officiële gebarentaal. In Nederland is dat Nederlandse Gebarentaal, in Groot-Brittannië British Sign Language, in Frankrijk Langue des Signes Française… en zo verder. Er is ook een internationale gebarentaal, die we International Sign noemen. Zo kunnen dove mensen uit verschillende landen met elkaar praten. Net zoals horende mensen vaak Engels gebruiken.
Er is nog zoveel meer te vertellen over gebarentalen en de Nederlandse Gebarentaal. Meer dan we kwijt kunnen in dit verhaal. Wil je meer lezen? Bezoek dan deze links: