Frouke van Winsum, ambtenaar voor de provincie Noord-Holland
Het was een primeur voor de provincie Noord-Holland en voor ambtenaar Frouke van Winsum (34). Frouke was de eerste provincie-ambtenaar die de ambtseed in gebarentaal heeft afgelegd. Deze bijzondere eedaflegging vond plaats op woensdag 31 januari in het provinciehuis in Haarlem tijdens een bijeenkomst voor nieuwe medewerkers van de provincie. Het leek ons een mooie gelegenheid om even met Frouke te Skypen en te vragen naar de hoed en de rand van deze primeur!
Om te beginnen, hoe voel je je na deze primeur?
‘Enerzijds ben ik er trots op dat ik de ambtsbelofte in mijn moedertaal, de Nederlandse Gebarentaal, mocht afleggen. En ik ben verheugd dat dit zoveel aandacht heeft gekregen van de media, het is zelfs in de Tweede Kamer terecht gekomen. Tweede Kamerlid mw. Carla Dik-Faber van ChristenUnie heeft het op 31 januari meegedeeld in het kamerdebat in het kader van de Week van toegankelijkheid. Dat is alleen maar goed voor de zichtbaarheid van de Nederlandse Gebarentaal en hopelijk beseft men nu ook meer dat NGT erkend moet worden. Anderzijds is het ook wel een beetje vreemd dat ik de eerste provincie-ambtenaar ben die de ambtsbelofte in NGT heb afgelegd, want het zou normaal moeten zijn.’
Hoe is het eigenlijk zo gekomen dat jij de eed in Nederlandse Gebarentaal mocht afleggen?
‘Ik kreeg een e-mail van de afdeling Personeelszaken met de vraag of ik de ambtsbelofte wel zelf kan uitspreken. Hierop heb ik geantwoord dat ik dat prima kan uitspreken in de Nederlandse Gebarentaal. En dat er een tolk bij zal zijn die het dan simultaan zou vertolken naar gesproken Nederlands. En daar gingen ze gewoon akkoord mee, zonder slag of stoot.’
Hoe reageerden andere collega’s erop?
‘Mijn collega’s vinden het fantastisch dat ik de ambtsbelofte in mijn eigen moedertaal heb kunnen afleggen. Directe collega’s begrijpen maar al te goed dat Nederlands mijn tweede taal is. Voor overleggen maken wij steevast gebruik van een tolk Nederlandse Gebarentaal. Deze hebben wij allebei nodig om zo vloeiend mogelijk met elkaar te kunnen communiceren. Verder zijn wij ook verheugd dat Provincie Noord-Holland hier gewoon heel open voor staat en te allen tijde bereid is om mee te denken met de behoeften en wensen van de medewerkers. En natuurlijk staat de Provincie hiermee ook in de spotlights. Goed voor ons imago!’
Wat ga jij doen als provincieambtenaar en wil je verder nog iets betekenen in de verdere erkenning van gebarentaal?
‘Ik ben medewerker toezicht bij Provincie Noord-Holland binnen sector Kabinet, team Interbestuurlijk Toezicht. Wij houden ons bezig met toezicht vanuit de Provincie op de 48 gemeenten in Noord-Holland inzake omgevingsrecht (ruimtelijke ordening, bouwen, wonen, toezicht en milieu) en huisvesting van statushouders (asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, die moeten worden geplaatst in huurwoningen door de gemeenten).
Nu verricht ik voornamelijk backoffice werkzaamheden. Mijn uiteindelijke doel is dat ik als primus toezicht mag uitoefenen op een aantal gemeenten. Daar werken wij nu ook naar toe. En of ik iets wil betekenen in de verdere erkenning van gebarentaal, niet als bestuurder o.i.d. Dan zou ik helemaal geen tijd meer voor mezelf hebben! Maar natuurlijk werk ik altijd graag mee met het meer zichtbaar maken van de gebarentaal. Ik vertel mensen erover en sta er zelf voor in. Nederlandse Gebarentaal is mijn moedertaal en daar ben ik echt heel trots op. Het is zo’n mooie en rijke taal!’
Wordt er verder goed rekening met jou gehouden als dove medewerker? Heb jij een aangepaste werkplek en goede ondersteuning?
‘Voordat ik bij de Provincie kwam werken, medio oktober 2017, hebben wij een inspiratiesessie gehad op het werk. Directe collega’s maakten kennis met mij, mijn doofzijn, de Dovencultuur, en leerden hoe ze het beste om kunnen gaan met dove mensen. En we speelden ook een spel: gebarenkwartet. En als afsluiter kregen ze twee uur lang introductieles Nederlandse Gebarentaal van de dove NGT-docente Marijke Scheffener. Dat was echt een eye-opener voor mijn collega’s en dit heeft ervoor gezorgd dat ik in een warm bad terecht kwam op mijn 1e werkdag.
Tot nu toe verlopen de werkzaamheden en de samenwerking uitstekend! Het is wel belangrijk om een actieve houding te tonen en ook gewoon direct te zeggen wat jij op je lever hebt. Aanpassingen op werkplek zijn er niet echt: we hebben flexwerkplekken. Ik kies altijd een plek uit die ik het meest prettig vind. Verder regel ik altijd een tolk NGT als wij gesprekken, vergaderingen, overleggen of bijeenkomsten hebben. En we hebben allemaal een intern chatsysteem: Skype voor bedrijven. Wij communiceren veel daarmee naast het e-mailen. En daarnaast hebben wij allemaal ook een eigen laptop en een smartphone van de werkgever. Dus wij kunnen ook WhatsAppen oid met elkaar. En, binnenkort kan ik ook Signcall op het WiFi-netwerk van de Provincie gebruiken. Kortom: een hele goede en fijne werkgever!’
Heb jij tips voor andere doven en slechthorenden die een carrière als ambtenaar ambiëren?
‘Anno 2018 zijn er zoveel voorzieningen waarmee een doof persoon ver kan komen in de horende maatschappij. Maar zoals ik het al eerder zei, is het wel belangrijk om een pro-actieve houding aan te nemen en je niet te schamen voor je doofzijn en de gebarentaal. En wees open, direct en duidelijk. Dit is prettig voor anderen en je zult zien dat zij zich dan ook openstellen voor jou!’
Reacties