Wachten en zitten
Terwijl ik op de roltrap stap kijk ik om me heen. Zoals het hoort sta ik links zodat mensen met haast rechts door kunnen lopen. De ene druk bellende man na de andere schiet langs me omhoog, vast op weg naar de volgende afspraak die vast zo belangrijk is dat je er mensen voor opzij mag duwen. Ik heb daar gelukkig geen last van. Ik ben mooi op tijd, al zegt Patries altijd dat ik veelstevroeg ben. Ik ben liever een half uur te vroeg en Patries liever 5 minuten te laat. Gemiddeld zijn we dus altijd net op tijd als we samen op pad gaan. Maar deze keer ben ik alleen, en dus lekker een half uur te vroeg.
Nadat de roltrap mij afzet bovenaan de ingang van het metrostation pak ik mijn telefoon om nog even het adres op te zoeken. Het zou hier vlakbij moeten zijn. Maar 9292ov punt nl en Google Maps vormen een ongrijpbaar komisch duo dat er genoegen in schept om mij op de meest rare plekken terecht te laten komen. Maar al snel zie ik het gebouw waar ik volgens mij moet zijn. Het Audiologisch Centrum. De volgende hindernis die ik moet nemen. Maar gelukkig heb ik dat half uurtje nog voordat ik mij met die hindernis bezig moet gaan houden en kan ik rustig een wandelingetje maken door de buurt.
Een afspraak maken bij het Audiologisch Centrum bleek nog niet zo makkelijk. Het verwijsbriefje van de huisarts leek mij een businessclass ticket dat mij direct naar mijn bestemming zou sturen. De realiteit bleek toch iets anders. Na een lang ritueel van het opsturen van verschillende formulieren, het ontvangen van diverse brieven en het bellen met de, overigens alleraardigste, medewerkers van het Audiologisch Centrum had ik na een maand twee afspraken staan. Eén voor het afnemen van een uitgebreide gehoortest en één voor het bespreken van de uitkomsten van die gehoortest.
Tien minuten voor mijn afspraak meld ik mij bij de balie van het Audiologisch Centrum. Uit mijn tas haal ik de stapel papier die ik mee moest nemen bij de eerste afspraak. Van mijn zorgverzekeringspasje tot mijn paspoort en verwijskaart. Ik heb het allemaal bij me en ik lever het vol trots in. De mevrouw achter de balie pakt het aan, legt het op haar bureau en klikt wat met haar muis. ‘U kunt daar gaan zitten’, zegt ze terwijl ze wijst naar de moderne wachtruimte, ‘en dan wordt u zo opgehaald.’ In de wachtruimte staan diverse hippe, en dus oncomfortabele banken en stoelen. Ik zie zo snel geen koffieapparaat dus ik ga maar zitten.
Ik kijk graag naar mensen en aan mensen geen gebrek hier. Het lijkt wel een mierenhoop. Uit allerlei deuren en gangen komen continu mensen tevoorschijn om vervolgens in een andere deur weer te verdwijnen. Opeens staat er iemand voor me. ‘Meneer Platell? Ik ben mevrouw de Groot, Volgt u mij maar.’ Ik loop achter de vrouw aan en verdwijn ook in het doolhof van gangen en kamers. Volstrekt willekeurig lijkt ze een kamer uit te kiezen en doet de deur open. Ze schiet naar binnen en ik loop achter haar aan. Mevrouw de Groot gaat achter het bureau zitten en nodigt mij uit om in de stoel tegenover haar te gaan zitten.
Ik krijg een paar gehoortesten. Van een piepjestest tot een spraak-in-ruis-test, en we sluiten af met een speciale test die iets gaat zeggen over de status van mijn trommelvlies. Ik vind het allemaal prima en zet de koptelefoon op die ik in mijn handen gedrukt krijg. We gaan beginnen begrijp ik. Mevrouw de Groot kijkt ingespannen naar haar scherm en haar handen zitten verborgen achter het zwarte schermpje dat voor het toetsenbord staat. Al snel beginnen de piepjes te klinken, soms met een paar seconden er tussen, soms snel achter elkaar. Sommige heel hoog en sommige klinken juist heel laag. Telkens als ik een piepje hoor, of als ik denk een piep te horen steek ik mijn vinger op. Mevrouw de Groot geeft geen kik en na een paar minuten blijkt de test ook voorbij.
We gaan door met diverse spraaktesten, waarbij ik de woordjes die ik hoor via de koptelefoon na moet zeggen. En vervolgens een vergelijkbare test met woordjes die ik na moet zeggen, terwijl ik een flinke ruis erdoorheen hoor. En tijdens die test besef ik mij voor het eerst echt: “Ik ben echt slechthorend.” Waar ik op verjaardagen en drukke situaties mijn slechthorendheid goed weet te maskeren door zelf woorden en zinnen die ik hoor in te vullen en af te maken doordat ik een context heb, valt dat hier compleet weg. Er is geen context, geen persoon tegenover me, geen gespreksonderwerk, geen mogelijkheid tot liplezen, maar alleen een woord dat ik na moet zeggen. En al snel ga ik dan ook de fout in. Boom wordt droom, een kat een rat en een duif een fuif. Van tak ga ik naar mak, en klein wordt pijn.
We ronden de serie testen af met een korte inspectie van mijn trommelvlies, waarna mevrouw De Groot mij een hand geeft en zegt neutraal: “Nou, bedankt, veel succes bij de afspraak met de audioloog voor de uitslag.” Ik had gehoopt iets van een indicatie over de uitslag te krijgen door haar intonatie of stand van het gezicht. Maar helaas, mevrouw De Groot is compleet neutraal. Dan maar drie weken wachten, denk ik en ik loop naar buiten. Ik bel Patries om kort even mijn ervaringen te delen. “Wil je dat ik mee ga naar het gesprek met de audioloog?”’ vraagt ze meteen, zeker nadat ik haar vertel dat ik nog niet eerder zo geconfronteerd ben met mijn slechthorendheid. “Ja, graag, dat zou ik wel fijn vinden,” zeg ik. “Prima, maar dan ga ik er niet een half uur van te voren zijn hè, dan weet je het vast”. Ik lach hardop en terwijl ik weer afdaal richting de metro zeg ik: “Hè, wat zeg je schat, ik hoor je niet, ik ben slechthorend.”
Reacties
Goed en treffend beschreven. Echter geen reclame voor dit AC. Drie weken wachten op de bespreking van de uitslag…… Maximaal een half uur is de norm.
Vroeger was alles meteen in die ene sessie bekend, compleet met het recept voor een of twee hoorapparaten. Ze hebben immers zelf direct alle uitslagen in de hand. Binnen komen was een kwestie van afspraak maken met verwijsbrief van de huisarts. Alleen de laatste keren werd het wat lastig. De huisartsen die controles zelf willen doen en denken dat ze jaren ervaring met oog- en oorartsen kunnen overtreffen… Dat het moet van de verzekeraars, betekent niet dat ze het ook kunnen. Ze zijn er niet voor opgeleid.
Sommige audiologische centra moet je gewoon vermijden, maar als beginneling weet je niet welke dat zijn. Ik weet nog dat ik van alle kanten commentaar kreeg op te slecht verstaan. Op naar de oorarts en door naar het AC – dat was vroeger de voorgeschreven route. De gewone testjes gedaan en toen werd ik gefeliciteerd met de woordjesproef: 100% goed verstaan. Die felicitaties heb ik natuurlijk direct afgewezen; ik zat daar immers niet voor niets. Volgens haar was het wèl goed. Dan weet je dus wie je nooit meer vertrouwen kan. Ander AC gezocht en daar probeerden ze me te vertellen dat het wel goed gedaan was hoor, want dan werd er geluisterd of je de klanken goed had. Heb ze erop gewezen dat de woordjestest over de medeklinkers gingen, dus over woorden = teksten goed kunnen verstaan. Alle keren daarna startte ik daarom de woordjessessie met de instructie dat zij zelf ook goed moesten luisteren, om correct horen wat ik zeg en niet maar wat aan te nemen. En je kijkt gewoon naar ze of ze echt luisteren of maar wat doen. Die woordjesproef had toch al weinig realistische waarde. Je zat in een doodstille ruimte in een strak ritme woordjes op te vangen dus per woord kon je ingespannen goed luisteren.De laatste keer is het woordaudiogram gewoon overgeslagen. Had alleen een audiogram nodig voor de verzekeraar en dat piepjesaudiogram sprak voor zich.
Vooraf ingevulde formulieren kan ik me niet herinneren. Wel bij een andere soort polikliniek, dus dat zal wel iets van de toegenomen bureaucratie van “de laatste” jaren zijn.
Dat verschuilen achter slechthorend zijn heb ik direct vanaf het begin niet gedaan, zodat ik altijd naar waarheid zeggen kon/kan, dat ik per definitie nooit sjoemel. Dat heb je nodig omdat men ervan uit gaat, dat niet verstaan een kwestie van gemakzucht is. Je had gewoon beter je best moeten doen.
En een opmerking aan doof.nl:
graag nog een vakje hieronder met Waarschuw me als er reacties zijn.