Schiet mij maar datalek
Soms verlang ik terug naar de tijd waarin het enige lek dat je kon hebben een lekkend dak was. Tegenwoordig, in een wereld waar zo ongeveer heel je hebben en houden online staat, is het van essentieel belang dat die informatie waterdicht wordt opgeslagen. Een datalek ligt op de loer. Met alle geluiden rondom de AVG vorig jaar, zou je bijna denken dat je identiteit op elke straathoek gestolen kan worden.
Persoonlijk ben ik nooit zo bang voor de veiligheid van mijn gegevens. Je hebt mensen die heel obsessief hun webcams afplakken met stickers en tape, want stel je voor dat iemand zomaar meekijkt door die webcam. Ik stel me dan zo voor dat de hacker die dat bij mij doet van een koude kermis thuiskomt. Ken je van die filmhuisfilms? Van die Franse of Russische films waarin nauwelijks wat gebeurt? Van die films die eindeloos duren, zonder dialoog of muziek? Dat is een beetje wat iemand door mijn webcam zou kunnen zien. Veel plezier met naar me kijken, terwijl ik drie seizoenen van één of andere Netflixserie achter elkaar kijk, om vervolgens op de bank in slaap te vallen. Sorry dat ik niet alleen mijn eigen tijd verspil, maar ook die van jou.
Het veilig houden van je eigen gegevens is natuurlijk één ding. Maar als je werkt in een omgeving waar je de gegevens van anderen moet verwerken, dan kan ik me voorstellen dat je daar een stuk zorgvuldiger mee om moet gaan.
Ooit werkte ik bij een klantenservicebalie van een elektronica-zaak. Een baan waarbij ik dagelijks laptops en telefoons voor mijn kiezen kreeg waar iets mis mee was. We probeerden altijd eerst of het aan de balie opgelost kon worden, en anders misschien door ons computerteam achter de schermen. Wachtwoorden van computers werden zorgvuldig op post-its geschreven en hop, daar verdween je laptop en je wachtwoord achter twee klapdeurtjes. Hier kwamen wel eens klachten over. Mensen wilden soms hun wachtwoord niet opgeschreven hebben. Dan vroegen we of ze hun wachtwoord wilden intypen, en vervolgens moesten we ons haasten naar het computerteam, want als we te traag waren, logde een laptop zichzelf weer uit en moesten we weer terug naar de klant om de race opnieuw te starten.
Op een gegeven moment besloot het bedrijf toch maar eens wat te doen aan de veiligheid van klantgegevens. Briefjes met wachtwoorden moesten in het zicht van de klant door de papierversnipperaar worden gehaald, de balie moest absoluut leeg zijn. Elke keer als ik mijn rug naar mijn scherm keerde moest ik het scherm vergrendelen, want stel je voor dat iemand over de balie heen ging hangen om ondersteboven klantgegevens te lezen. Dat moet je natuurlijk niet hebben! Er mocht niet eens meer een notitieboekje op de balie liggen om snel even een naam of nummer van een klant te noteren. Verhalen over duizenden euro’s boete en mogelijk faillissement als er een melding gemaakt zou worden van een datalek, spookten door de gangen. Soms vroeg ik me af of ik nog wel iets over mezelf mocht vertellen aan een collega. Het woord “datalek” echode door het bedrijf als een naderend onweer. Men begon schichtig om zich heen te kijken als het er ook maar op leek dat er persoonlijke informatie over de lippen kwam.
Nu ik bij Tolkcontact werk, dacht ik van al dat gedoe rondom datalekken af te zijn. Tot vanochtend. Ik dacht bij aankomst op het werk nog even veilig een kopje koffie te kunnen nemen, maar schrok me rot. Op het scherm stond namelijk met grote letters: “Lekbak legen.”
Reacties