Hoor eens even: weg met onze schuchterheid
Op gehoorverlies ligt soms nog een taboe. In reclames worden hoortoestellen gepromoot die ‘onzichtbaar’ zijn. Maar je gehoorverlies verbergen, levert je weinig op. Ook met gehoorapparaten zijn er nog genoeg lastige situaties.
Voor mij was het ooit een eyeopener toen een andere slechthorende me vertelde dat zij altijd direct zegt dat ze slechthorend is. Voor haar was dat de normaalste zaak. Ze vond het niet iets om zich voor te schamen en vond het handiger als mensen direct wisten dat ze soms moeite had met verstaan.
Die gedachte, dat je er maar beter open over kan zijn, is niet nieuw. Ik bezocht eind september de tentoonstelling Hoor eens even. ‘Weg met onze schuchterheid’ stond daar groot op een pilaar. Ik las er de verhalen over doven en slechthorenden in de geschiedenis, die streefden naar een inclusievere maatschappij.
Een van hen was sociologe Harriet Martineau (1802-1876). Zij pleitte in haar tijd al dat hoorhulpmiddelen zichtbaar moesten zijn, zodat mensen duidelijker gingen spreken. Wat de hulpmiddelen van die tijd waren? Grote oortrompetten, die je op de grond moest zetten en waar je je oor tegen moest houden.
Ik verdiepte me verder in het werk van Martineau en vond dit mooie citaat uit haar autobiografie: ‘We moeten het taboe van [doofheid] afhalen, door er zelf over te spreken: niet onophoudelijk of sentimenteel, maar als de gelegenheid zich voordoet: moedig, opgewekt en als een vaststaand feit. Als iedereen om ons heen het als een feit behandelt, zullen onze dagelijkse moeilijkheden bijna vervagen. En als we vreemden ontmoeten kan de simpele, opgewekte verklaring ‘Ik ben erg doof’, bijna alle problemen oplossen.’
Martineau schreef dit in de negentiende eeuw, toen dove mensen nog ‘doofstommen’ genoemd werden en hoortoestellen zoals nu nog niet bestonden. De maatschappij is sindsdien gelukkig wel veranderd.
Al blijft een negatief beeld over mensen met gehoorverlies hardnekkig, zoals ook blijkt uit het artikel dat in NRC verscheen deze week: Doof of slechthorend? De psycholoog bereidde zich voor op een leven als schoonmaker. Daarin vertelde een werkgever over de koudwatervrees die hij had: ‘Ik was wel zenuwachtig voor het sollicitatiegesprek, want ik had nog nooit met een doof persoon gesproken. Ik wist helemaal niet hoe dat zou gaan.’ Het bleek nergens voor nodig: de vraag of hij meer mensen met gehoorverlies wil aannemen beantwoordt hij nu met een volmondig ‘ja’.
Succes met je werkweek!
Stan
Stan van Kesteren is communicatieadviseur, schrijver en slechthorend. In de nieuwsbrief Succesvol slechthorend deelt hij iedere maandag tips, tricks en inspiratie voor slechthorenden op de werkvloer. Kijk op www.succesvolslechthorend.nl voor alle nieuwsbrieven.
Reacties
Maar niet als een kip zonder kop.
– Als het terzake is, dan zeg je dus meteen dat je slechthorend (of erger) bent, en wat daarvoor nodig is, in die specifieke situatie en indien voorkomend, ook over de situaties waarover gepraat gaat worden (dus sollicitatiegesprek en de werkplek). En vergeet die ellenlange tekst die je daarvoor geleerd heb. Hou het kort, zodat mensen blijven luisteren.
– Bij solliciteren niet over aandoeningen praten, dat komt pas als ze met je willen praten omdat ze in je geïnteresseerd zijn.
– Let erop dat slechthorend/doof zijn niet het gespreksthema wordt.
– Plak geen IK BEN DOOF-stickers op je kleding, tassen, voertuig. kamer/huisdeur, want dat is equivalent aan: HALLO ZAKKENROLLERS EN INSLUIPERS, WEES WELKOM.
Het valt mij op dat deze auteur erg voor de openheid is. En dat hij van mening is dat je je schaamt als je niet aan iedereen verteld dat je slechthorend bent en hoortoestellen draagt. Maar waarom zou ik mijzelf moeten schamen voor mijn hoortoestellen? Persoonlijk herken ik bij mijzelf echt totaal geen schaamte. Toch vertel ik niet aan Jan en alleman dat ik slechthorend ben. Mijn ervaring is dat je vervolgens in een apart hokje wordt gestopt. Een hokje waar je vervolgens moeilijk uit komt. Ik wil normaal behandeld worden en normaal meedraaien in de maatschappij. Ik wil niet in dat hokje zitten. Dat geeft soms wel strubbelingen, maar dat heb ik ervoor over.
Mee eens, heb nooit geweten wat er te schamen valt aan slechthorend/doof/brildragend zijn.
Met in stereotypen denken, weten velen zich zelf aardig klein te maken of anderen omlaag te trappen. Het is wel erg vervelend als je een ‘peut of adviseur uit die hoek krijgt.
Herinner me opeens weer de bemoeial, die toen ik zei best wel slechtziend te zijn, iets op m’n toetsenbord deed en opeens was het scherm in bruine ondergrond met gele letters. En was beledigd dat ik gelijk uitschoot: Zet terug!!! Komaan, je gaat niet ongevraagd wat veranderen aan andermans computerinstellingen. Maar zulke figuren denken dat ze uit hoofde van hun functie alles mogen en dan worden hun cliënten onder de voet lopen met hun dwingende stereotypen.
#1 Heb de column nog even teruggelezen
“En als we vreemden ontmoeten kan de simpele, opgewekte verklaring ‘Ik ben erg doof’, bijna alle problemen oplossen.’”
Werkt totaal niet in de huidige maatschappij.
/1
#2 hoorn als hoorapparaat
“Wat de hulpmiddelen van die tijd waren? Grote oortrompetten, die je op de grond moest zetten en waar je je oor tegen moest houden.”
Lang geleden werd er in het periodiek van de Nederlandse Vereniging van (of is het voor?) Slechthorenden een goede tip gegeven. Een stukje tuinslang (die eenvoudige oude transparante) van misschien 60-80cm, een keukentrechter en een 1 of 2 cm kort buisje dat ietsje smaller is dan de tuinslang zodat het er half in geklemd kan worden. Dat gaat in/voor de gehoorgang. Je moet het eerst op jezelf proberen om te ervaren hoe het kan zijn: het wordt namelijk enorm versterkt, dus je moet echt zacht praten om te voorkomen dat de andere een geluidsexplosie in het hoofd krijgt.
Gekke tip? Denk aan al die mensen die op oudere leeftijd een (of hopelijk 2) gehoorapparaat krijgen en daar niet aan kunnen wennen omdat ze het te laat kregen. Hoe ouder je wordt hoe moeilijker het wordt je aan te passen aan de vervormingen van de gehoorhulpmiddelen. Met zo’n eenvoudig systeem kan er waarschijnlijk toch weer met ze gepraat worden. Maar blijf er aan denken dat het enorm versterkt wordt.
De slang kan niet lang zijn, want het geluid stuitert zigzaggend langs de binnenwand van de slang en hoe langer de slang is, hoe meer botsingen => vervorming.
/2