Een gesprek tussen doven
Ik las het vorige maand in de ondertiteling van het NOS-journaal. Een rechter zei tijdens de rechtszaak rondom de blokkeer-Friezen: ‘De discussie heeft trekken gekregen van een gesprek tussen doven’. Ik schoot voorover en riep hardop: ‘Wat?!’
De reportage ging door, maar mijn hoofd bleef hangen bij die ene zin. Een rechter die dat zegt. Zou hij een vooroordeel hebben tegenover doven?
Naderhand realiseerde ik me dat het een oud gezegde is. Ooit dacht men dat doven niet konden communiceren. Daar is dat gezegde nog op gebaseerd. Gelukkig weten steeds meer mensen dat doven prima kunnen communiceren. Ze gebruiken daarvoor alleen een andere taal.
Ik werk als vakleerkracht Nederlandse Gebarentaal op een school voor dove en slechthorende kinderen. Dagelijks zie ik leuke gesprekken tussen leerlingen op het schoolplein, in de klas en op de gang. Dove kinderen die dankzij een cochleair implantaat beter kunnen horen, praten ook wel eens in gesproken Nederlands met elkaar. Ze ondersteunen dit dan met gebaren.
De dove leerlingen die een cochleair implantaat hebben, vertellen mij weleens wat ze in het ziekenhuis hebben opgevangen. Een kno-arts of audioloog zegt tegen een kind en zijn ouders dat de Nederlandse Gebarentaal niet meer nodig is, omdat het kind ‘weer kan horen dankzij het cochleaire implantaat’.
Ik denk terug aan wat die rechter zei: een discussie die lijkt op een gesprek tussen doven. Sommige kno-artsen en audiologen zullen het met hem eens zijn. Zij geloven immers dat doven pas ‘normaal’ functioneren met een cochleair implantaat.
Alle onwetende mensen die het NOS-journaal kijken, blijven door de opmerking van zo’n rechter misschien ook wel geloven dat doven niet kunnen communiceren. En dat terwijl wij, doven, zo ontzettend rijk zijn qua taal. We kunnen communiceren in gesproken Nederlands én in de Nederlandse Gebarentaal.
Meneer de rechter, bij mij op school zag ik laatst een heftige discussie tussen een paar leerlingen uit groep 8. Hoe heftig dat gesprek ook was, zij luisterden wél naar elkaars argumenten. Ook al waren ze doof en discussieerden ze in de Nederlandse Gebarentaal.
Martijn Kamphuis werkt als docent Nederlandse Gebarentaal op een school voor dove en slechthorende kinderen. Hij is zelf ook doof.
Reacties
Klasse, meester! Vooral die laatste zin. Luisteren naar argumenten. Ook als je discussieert in gebarentaal. Goed bezig, groep 8. Daar kunnen andere mensen nog wat van leren.
Mooi verwoord Martijn!
Blij dat jij de leraar van onze zoon bent ?. Hij krijgt een breed aanbod qua communicatie maar leert ook veel over dovencultuur en identiteit.