Column: In Uganda – Gebarentaalles voor families
In mijn woonplaats Mukono is een organisatie die zich richt op de ouders van dove kinderen. NAPADEC, National Association of Parents of Deaf Children. Met de oprichter had ik al langer enigszins contact, maar pas dit jaar heb ik verder kennis met hen gemaakt.
Ze waren blij met mijn komst en ik werd dan ook gevraagd of ik op de een of andere manier iets kan bijdragen aan hun organisatie. Ik had al duidelijk gemaakt dat ik geen geld beschikbaar heb, maar wellicht kon ik in de vorm van kennis en expertise iets betekenen. Vervolgens kwam er weer een lockdown en gingen de plannen in de ijskast.
NAPADEC organiseert onder andere gebarentaallessen voor familieleden van dove kinderen. Ik ben daar erg blij mee. De school waar ik werk, geeft ook gratis gebarentaallessen, maar die zijn op woensdagochtend. De meeste ouders hebben dan geen vrij. Daarbij zijn de reiskosten vaak een probleem. De kinderen komen vaak van ver, en zitten daarom ook op het internaat. Voor de ouders is het ook niet mogelijk om elke week de reiskosten naar de school te betalen.
Daarom ben ik erg blij als er ook op andere plaatsen gebarentaallessen gegeven worden.
Deze lessen zijn inmiddels weer van start gegaan. Ik ben vorige week bij zo’n les gaan kijken. Er bleken deze zaterdag niet zoveel mensen te komen. Ook dat is altijd maar weer afwachten. Maar wat genoot ik van de mix van degenen die er waren. Twee oma’s – kinderen groeien hier regelmatig bij de grootouders op -, voor wie het gebaren knap ingewikkeld is. Horende broertjes en zusjes die juist nog zo ontvankelijk zijn voor taal en de gebaren allemaal onthouden hebben en ze met gemak nadoen en onthouden. En ook een paar dove kinderen. Voor hen is het gebaren geen probleem, maar zij kennen vaak de Engelse woorden waarnaar wordt verwezen nog niet. Al met al dus een gemêleerde groep.
Er ontstaat het plan om de volgende week in groepjes uit elkaar te gaan. Ik zou dan ook een groepje les kunnen geven, stelt de docent voor. Helaas kan ik me niet voor elke zaterdag committeren, dus dat aanbod sla ik nog even af. Maar ik hoop zeker iets te kunnen gaan doen.
Na afloop word ik nog aangesproken door een moeder. Haar zoon is negen jaar en gaat nog niet naar school. Op de school waar deze les plaatsvindt, wordt – naast een eventuele sponsor – nog een bedrag gevraagd, waar deze alleenstaande moeder niet aan kan voldoen. Ze werkt in de bediening van een klein restaurant en verdient 75 eurocent per dag. Of ik wellicht iets kan betekenen.
Wat ik in deze specifieke situatie kan doen, weet ik nog niet. Maar één ding weet ik wel: er zijn nog zoveel dove kinderen die niet de kans krijgen om naar school te gaan. Er is nog genoeg werk voor onze stichting!
Ondertussen ben ik dankbaar voor iedereen die bij deze gebarentaalles aanwezig was. Wat mooi dat deze mensen investeren in de communicatie met hun dove familielid. Dat gebeurt niet overal in Uganda, maar hier gebeurt het wel. Dat maakt me blij.
Mijn naam is Famke (Nakimuli) Wildeman, 41 jaar, en tolk Nederlandse Gebarentaal. Sinds de zomer van 2016 woon ik in Uganda. Ik werk daar als vrijwilliger op een dovenschool, Uganda School for the Deaf in Ntinda, in de hoofdstad Kampala. Ik geef les en ik zoek sponsors voor dove kinderen uit armere gezinnen. Ook onderhoud ik contacten met de tolken Gebarentaal. Zie voor meer info over mijn stichting Signs of Hope: www.signsofhope.nl / www.facebook.com/signsofhope.nl
Reacties