Column: In Uganda – Beginnersfout
De scholen in Uganda zijn nog steeds grotendeels dicht. Van de basisschool zijn alleen de leerlingen van de hoogste klas inmiddels terug op school. Alle andere kinderen zijn nog thuis. Alle reden dus om opnieuw een aantal van onze sponsorkinderen op te zoeken.
Ik vind het mooi dat ik deze bezoekjes samen met mijn vriend kan doen. Hij is Ugandees, en via mij leert hij nu meer over doven en hun leefwereld. Gebaren heeft hij nog niet geleerd, maar hij doet wel z’n best om te communiceren.
We zijn op bezoek bij een jongen die als een van de eersten door ons gesponsord werd. Dat betekent dat we hem inmiddels al bijna vier jaar ondersteunen. Zijn vader had destijds een ongeluk waarbij hij ernstig verbrand raakte, waardoor hij niet kon werken en daardoor niet voor schoolgeld kon zorgen.
Deze jongen woont bij zijn oma. En hij is niet de enige; bij deze vrouw wonen zo’n tien kinderen. Het doet de vrouw duidelijk goed; ze is een enthousiaste en levendige vrouw.
Ik had m’n vriend al verteld dat ik deze jongen altijd zo beleefd vind. Altijd als hij me op school zag, kwam hij even naar me toe om me te begroeten. En ook nu blijkt dat zo te zijn. Zodra we aankomen, begroet hij ons, bedankt hij voor de cadeautjes die we hebben meegebracht en gebaart hij dat we naar binnen mogen.
Hij is de oudste van vier kinderen. Oma vertelt dat hij zich ook thuis heel verantwoordelijk opstelt. Hij roept de jongere kinderen bij elkaar als het tijd is om zich te wassen, of als hun tijd om te voetballen voorbij is en ze naar huis moeten. Oma vertelt ook dat hij wel iets kan horen, en sommige woorden verstaanbaar uit kan spreken.
Dat wekt de interesse van mijn vriend op. Hij wil dat ook zelf wel horen. De jongen spreekt inderdaad een paar woorden duidelijk uit. Vervolgens gaat mijn vriend zelf ook praten. Hij is nu wel erg benieuwd of die jongen hem kan verstaan. Meteen geeft die jongen aan het niet te begrijpen. Zo vaak praten er mensen in de omgeving tegen hem, gebaart hij, en hij kan het niet verstaan.
Ik leg m’n vriend uit waarom ik niet blij ben met wat hij deed. Ja, misschien kan hij met veel moeite wel iets verstaan. Maar dan nog is het veel moeilijker voor hem. En we zijn er nu juist om gebarentaal te promoten. Om te laten zien dat je met gebarentaal moeiteloos kunt communiceren. Dat deze jongen, zoals al onze sponsorkinderen, elke dag tegen communicatieproblemen aanloopt. En dat wij nu juist laten zien dat het ook anders kan. Dat gebarentaal helpt om vrijuit te kunnen communiceren.
M’n vriend snapt het wel. Weer wat geleerd. Tja, sommige dingen zijn voor mij zo vanzelfsprekend, na al zoveel jaren met doven te hebben gewerkt. Voor mijn vriend is het nog allemaal nieuw. Hij mag nog wat beginnersfouten maken.
Mijn naam is Famke (Nakimuli) Wildeman, 40 jaar, en tolk Nederlandse Gebarentaal. Sinds de zomer van 2016 woon ik in Uganda. Ik werk daar als vrijwilliger op een dovenschool, Uganda School for the Deaf in Ntinda, in de hoofdstad Kampala. Ik geef les en ik zoek sponsors voor dove kinderen uit armere gezinnen. Ook onderhoud ik contacten met de tolken Gebarentaal. Zie voor meer info over mijn stichting Signs of Hope: www.signsofhope.nl / www.facebook.com/signsofhope.nl
Reacties
Toch zal het handig zijn als hij wat bekend wordt met verbale taal. Je vriend zou daar bet mee mogen helpen. Maar dus niet praten zoals je tegen iedereen praat, maar met beperkte woordenschat plus weinig samengestelde zinnen en vooral met visuele duidelijkheid om woord ergens aan te koppelen.