Mijn kind hoort niet goed
Iedere ouder hoopt dat zijn kind gezond ter wereld komt. Tien teentjes, tien vingertjes en een goed gehoor. Maar dat is niet altijd zo. Wanneer wordt slechthorendheid bij baby’s ontdekt? En waar kun je terecht als je kind slecht hoort?
Alle pasgeboren baby’s in Nederland krijgen in de eerste week van hun leven een neonatale gehoorscreening. Dit is een hoortest waarbij gemeten wordt of een baby na de geboorte voldoende hoort voor een normale spraak- en taalontwikkeling. Bij de meting wordt de OAE-methode gebruikt. Hierbij worden de geluidjes die het oor zelf produceert als reactie op geluid van buitenaf gemeten. In principe wordt de gehoorscreening tijdens hetzelfde huisbezoek gedaan als de hielprik.
Is de uitslag van de eerste gehoorscreening positief, dan hoort het kind goed om te leren praten. Verder onderzoek is niet nodig, maar mocht je als ouder twijfels hebben over het gehoor van je kind, dan kun je bij het consultatiebureau of de huisarts terecht.
Van 4 tot 12 jaar
Op de basisschool gaan kinderen een aantal keer langs de schoolarts. Meestal gebeurt dit in groep 2 en groep 7. De schoolarts let voornamelijk op de groei en de ontwikkeling, maar voert ook een oogmeting en hoortest uit. Als er iets bijzonders uit de hoortest komt, stelt de schoolarts de ouders hiervan op de hoogte en geeft hij het kind een verwijsbrief naar een kno-arts of een audiologisch centrum mee.
Als bij het audiologisch centrum blijkt dat je kind inderdaad slechthorend is, dan zal de audioloog hoortoestellen aanmeten. Tijdens de proefperiode worden de hoortoestellen in het audiologisch centrum gecontroleerd en de ervaringen met de ouders geëvalueerd. Daarnaast neemt het audiologisch centrum, in overleg met de ouders, contact op met de school om het effect van de hoortoestellen te bespreken.
Naast het gehoor wordt met het slechthorende kind ook de taal- en spraakontwikkeling en de algehele ontwikkeling onderzocht. De uitslag en eventuele adviezen over bijvoorbeeld de schoolkeuze wordt met de ouders besproken. Vaak gebeurt dit door een maatschappelijk werker.
12+ jaar
Oudere kinderen en tieners kunnen zelf aangeven of ze minder goed horen. Een tiener kun je dan in eerste instantie meenemen naar een audicien die een simpele hoortest zal doen. Wanneer blijkt dat er sprake is van een zekere mate van gehoorverlies, worden tieners onder de zestien jaar doorgestuurd naar een audiologisch centrum. Tieners boven de zestien kunnen door de audicien verder geholpen worden of, bij ernstige gehoorschade, alsnog doorgestuurd worden naar een audiologisch centrum of een kno-arts.