Vereniging hoortoestelfabrikanten bezorgd over invoering protocol functiegerichte aanspraak hoortoestellen
Zoals het er nu naar uitziet, zal reeds vanaf 1 januari 2013 de functionele aanspraak op hoorhulpmiddelen een feit zijn. De vereniging van hoortoestelfabrikanten (GAIN) maakt zich ernstig zorgen en vreest dat de individuele zorgvraag onvoldoende gewaarborgd zal zijn. Een interview met voorzitter Hans van Pagée.
Vanaf januari zal een slechthorende cliënt aan de hand van een protocol via een geautomatiseerd systeem ingedeeld worden in een bepaalde categorie. Dit gebeurt op grond van verschillende gehoortests en een vragenlijst. De cliënt heeft aan de hand van deze categorie ook recht op een hoortoestel dat valt in die specifieke categorie. Hoortoestellen zijn straks namelijk ingedeeld in vijf categorieën, gebaseerd op hun eigenschappen en de daaraan toegekende meerwaarde.
Momenteel vinden er contractonderhandelingen plaats tussen audiciensbedrijven en zorgverzekeraars. Sommige verzekeraars spreken met de bedrijven één bedrag af voor alle toestellen in de eerste drie categorieën. Ook wordt er selectief gecontracteerd: door verzekeraars wordt met sommige audiciensbedrijven wel een contract afgesloten en met anderen niet.
René van der Wilk, eigenaar van de website Hoorzaken, heeft de voorzitter van de GAIN Hans van Pagee gevraagd om nadere uitleg over de zorgen die de verenging zich maakt over het nieuwe systeem.
Is uw vereniging wel voorstander van de functiegerichte aanspraak op hoorhulpmiddelen?
'De vereniging GAIN is absoluut voorstander van de functiegerichte aanspraak voor hoorhulpmiddelen. Wij beijveren ons daar al geruime tijd voor. Een verantwoord systeem van functionele aanspraak levert een veel betere kwaliteit op en betrekt de klant intensiever bij de aanpassing.'
Was die kwaliteit en transparantie in het verleden dan onvoldoende?
´Het inventariseren van de beperkingen en de zorgvraag is de basis voor de interventie van de audicien en die is niet altijd eenduidig benaderd. De keuze van het hoortoestel wordt beter onderbouwd indien audiciens in overleg met de klant op dezelfde wijze beperkingen in kaart brengt en doelstellingen formuleert en na de aanpassing nagaat of die doelstellingen zijn bereikt. Dit is de kern van de functionele aanspraak.´
Het idee leeft dat de vereniging GAIN het tot stand komen van het protocol juist heeft tegenwerkt. Hoe is het mogelijk dat dit idee heeft kunnen ontstaan? U geeft immers aan als GAIN voorstander te zijn van de functiegerichte aanspraak die samengaat met protocollering.
´Wij maken ons vooral zorgen over de combinatie van de invoering van het nieuwe systeem en een gelijktijdige invoering van meer marktwerking en een forse bezuinigingstaak. Deze uiteenlopende doelstellingen zijn moeilijk te combineren. Bovendien zijn wij voorstander van gezond verstand en vakbekwaamheid van de audicien die nu overbodig lijken te worden en vervangen worden door automatische matchsystemen.´
Welke knelpunten ziet de vereniging GAIN bij de vaststelling van de zorgvraag?
´Zoals het er nu uitziet wordt er momenteel alleen naar beperkingen gevraagd en komen de doelstellingen en individuele zorgvraag onvoldoende aan de orde. Omdat de vragenlijst zich richt op problemen in het dagelijks leven zullen ook slechthorende werknemers de beperkingen die zij ondervinden in hun werk onvoldoende kwijt kunnen en ook hun doelstellingen daar niet in terug zien. Het gaat erom dat de slechthorende straks een adequaat hooroplossing krijgt. Daarvoor moet er een goede koppeling mogelijk zijn tussen zorgvraag en hoortoestel. Allereerst moet daarvoor dus een valide meetinstrument bestaan waarmee zowel de beperkingen in al zijn facetten, ook op psychosociaal gebied, als wel de individuele zorgvraag goed in kaart wordt gebracht. Door de snelheid waarmee het protocol ontwikkeld is, zijn op dit moment nog niet alle zaken goed uitgewerkt.´
Wilt u daarmee zeggen dat het protocol zoals het er nu ligt onvoldoende ‘evidence based’ is?
´Ja, het systeem bestaat nog nergens en is volkomen nieuw. Wij hebben niks tegen innovaties, integendeel, maar het begin moet verantwoord zijn om een verdere ontwikkeling mogelijk te maken. Het staat zeker nog niet vast dat het beoogde systeem verantwoord gaat functioneren maar zeker is dat de klant er niet onder mag lijden, ook niet in de beginperiode.´
Klopt het dat de vereniging GAIN ook knelpunten ziet ontstaan bij de toepassing van het protocol in de praktijk door de audiciens?
´Zeker, maar opvattingen daarover liggen niet op het terrein van de fabrikanten. Wij hebben immers de NVAB en de kersverse vakvereniging van audiciens. De vereniging van hoortoestelfabrikanten lijkt zich ernstig zorgen te maken over de classificering van hoortoestellen. Welk gevaar bestaat er als hoortoestellen niet goed geclassificeerd worden?” Hans van Pagee: ”Een van de doelstellingen van de functionele aanspraak is transparantie. Wij hebben aan de regisseur van het nieuwe systeem, Zorgverzekeraars Nederland, tevergeefs gevraagd om een verdere toelichting op de criteria op grond waarvan hoortoestellen worden ingedeeld. Overigens is een indeling van hoortoestellen niet bepalend voor het welslagen van de introductie van de functionele aanspraak.´
Wat maakt die transparantie zo belangrijk voor de GAIN?
'Transparantie is in deze tijdgeest niet weg te denken, daagt uit tot een verantwoorde en gemotiveerde keuze van hoorhulpmiddelen en vergroot de mondigheid van de klant.'
Uiteindelijk is de koppeling tussen zorgvraag en hoortoestel toch noodzakelijk om tot een functiegerichte aanspraak te komen?
'Zeker, maar die koppeling kan plaatsvinden in overleg met de klant waarbij het gezond verstand en de expertise van de audicien belangrijke factoren zijn. Dit prefereren wij boven een niet bewezen en imperfect geautomatiseerd selectiesysteem. Bij het laatste speelt bovendien de klant niet of nauwelijks een rol.'
Betekent dit volgens u dat de slechthorende straks hierdoor uit het protocol wellicht een advies rolt voor een niet adequaat hoortoestel?
´Hoortoestellen zijn niet ontworpen om op grond van hun afzonderlijke eigenschappen (features) ingedeeld te worden in groepen. Als de audiciens blindelings het protocol volgen, gaat het zeker fout. Ook het ontbreken van keuzevrijheid zal een gemis blijven en het is zeer de vraag hoe de consument daarop reageert. Maar ook de ruïneuze concurrentie die dit systeem tot gevolg zal hebben, zal zeker bijdragen aan verschraling van de hoorzorg. Dat GAIN te midden van de euforie een van de weinige is die dit doorziet, is inderdaad opvallend.´
Welke gevolgen voorziet u voor de slechthorende van de zoals u dat noemt een ‘ruïneuze concurrentie’?
'Kwaliteit kost tijd en geld. Als de audicien onvoldoende ruimte krijgt om aandacht te besteden aan de klantenwensen en adequate hoorhulpmiddelen in te kopen, dan betaalt de klant het gelag.'
Bron: Hoorzaken
Noot van de redactie: Professor Wouter Dreschler, voorzitter van de werkgroep die het protocol ontwikkelde, heeft gereageerd op de bezorgdheid van Van Pagée. Lees zijn reactie [link28169]hier[/link].
Reacties