De Participatiewet treedt op 1 januari 2015 in werking. Met deze wet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Sungevity, een zonnepanelenbedrijf in Nederland, heeft al een jaar een dove medewerker in dienst. Wat is hun ervaring?

'Wij hebben aan den lijve ondervonden hoe taai het is. Toch hebben we na een jaar proefdraaien besloten om meer dove mensen in te schakelen', zegt Roebyem Anders, Vice President Development bij Sungevity, op de website van NUzakelijk. Door te focussen op het talent in plaats van de beperking, ontdekte ze dat een dove medewerker heel waardevol kan zijn. Wel is het van belang dat je bepaalde werkprocessen en voorzieningen aanpast. Op basis van haar ervaringen schreef Anders een praktische tienpuntenplan waar andere bedrijven en overheden van kunnen leren.

Een van de belangrijkste punten is; kijk naar talent! Sungevity ontdekte dat dove en slechthorende mensen zeer geconcentreerd kunnen werken. 'Oog voor detail en concentratie is belangrijk voor het Remote Solar Design, waarmee wij zonnesystemen op woningen ontwerpen', legt Anders uit. Sungevity heeft een aantal arbeidsprocessen aangepast, zodat dove mensen volwaardig mee konden draaien: 'Een intern chatprogramma is voor iedereen verplicht gesteld, zodat dove collega’s zich niet buitengesloten voelen. Alle instructies worden uitgeschreven, dus we zijn allemaal een stuk efficiënter gaan werken, omdat er minder misverstanden ontstaan en foutjes traceerbaar zijn.'

Als je iemand met een "speciaal talent" in dienst wilt nemen, mag je volgens Anders net als bij horende collega's kritisch en selectief zijn: 'Wees een sociale onderneming, geen sociale werkplaats. Iemand moet echt passen bij de organisatie en het werk. De lat ligt voor iedereen even hoog, met of zonder speciaal talent. Dat betekent ook dat de prestaties van een dove collega niet onder kunnen doen voor mensen die wel horen.'

Leer van anderen
Wil je meer weten over de ervaringen van Sungevity? Lees dan het tienpuntenplan op de website van NUzakelijk.