Onderzoek oordruppels bij middenoorontsteking
Het UMC Utrecht heeft onderzoek gedaan naar middenoorontsteking bij kinderen met trommelvliesbuisjes. Hieruit is gebleken dat oorontsteking het beste al in vroeg stadium met oordruppels behandeld kan worden.
Het resultaat van dit onderzoek is onlangs verschenen in het toonaangevende New England Journal of Medicine. Ook in de New York Times werd er aandacht aan besteed. In Nederland worden ieder jaar zo’n 50.000 kinderen voorzien van buisjes.
Loopoor
Met dit onderzoek hebben 230 kinderen meegedaan tussen de 1 en 10 jaar die last hadden van trommelvliesbuisjes en een loopoor. De kinderen werden verdeeld in drie groepen. Eén groep werd behandeld met oordruppels met antibiotica en een ontstekingsremmer (corticosteroïd)., Een tweede groep kreeg een antibioticumdrankje. Bij de derde groep werd afgewacht of de klachten zonder behandeling verdwenen. Gebleken is dat slechts 5 procent van alle kinderen die behandeld werden met oordruppels na twee weken nog een loopoor hadden.
Advies
Veel kinderen waarbij buisjes zijn geplaatst, krijgen last van een loopoor. Tot nu toe kregen ouders het advies om het een week aan te zien. Als het loopoor dan nog niet verdwenen was, konden ouders contact opnemen met de huisarts. Het UMC Utrecht adviseert echter om eerder naar de huisarts te gaan, omdat de meeste kinderen dit loopoor houden. Het onderzoek toont aan dat het beter is om vroeg in het ziekenhuisproces te starten met oordruppels.
Universele richtlijnen
Prof. Dr. Anne Schilder van het UMC Utrecht pleit voor universele richtlijnen onder huisartsen voor de behandeling van een loopoor. ‘Momenteel zijn er verschillen in richtlijnen tussen landen. In Nederland en in het Verenigd Koninkrijk wordt geadviseerd om eerst af te wachten en een antibioticumdrankje te geven voor gecompliceerde of aanhoudende looporen. Een nieuwe richtlijn van de Amerikaanse knoKNO-vereniging adviseert om voor antibioticum-oordruppels te kiezen. Onze bevindingen ondersteunen het advies van deze Amerikaanse richtlijn’.
Bron: op NOS en www.gezondheid.nl
Reacties