Het Max Planck Instituut en de Radboud Universiteit onderzoeken waar gebarende ouders en kinderen naar kijken als zij met elkaar spelen en communiceren. De taalonderzoekers willen weten hoe het kijkgedrag van ouders en kinderen de gebarentaalontwikkeling beïnvloedt. Ze zoeken nog deelnemers!

Kinderen leren nieuwe woorden door een link te leggen tussen een voorwerp en het nieuwe woord. Een ouder wijst bijvoorbeeld naar een peer op tafel, en noemt daarbij het woord peer. Kinderen die gebarentaal gebruiken kijken naar de ouder voor het gebaar, maar ze moeten ook naar het voorwerp kijken om te zien waar de ouder het over heeft. Het kind zal dus waarschijnlijk vaak wisselen tussen kijken naar de gebaren van de ouder en naar het voorwerp.

Het onderzoek

Met eye-trackers, een soort hoofdband met een kleine camera, wordt onderzocht waar het kind naar kijkt. Ook kan je zien welke strategieën ouders gebruiken om ervoor te zorgen dat het kind zowel het gebaar als het voorwerp bekijkt. Bijvoorbeeld gebaren op, of mét het voorwerp. Ook wordt er gekeken welk effect dit heeft op de woordenschat van het kind, en hoe dit verandert als het kind ouder wordt.

De onderzoekers willen weten hoe verschillende kijk- en communicatiestrategieën de taalontwikkeling van kinderen beïnvloeden. Hiermee kunnen ze kinderen helpen die moeite hebben met gebarentaal leren.

Doe je mee?

De onderzoekers zoeken gebarende ouders en kinderen (horend of doof) tussen 1 en 5 jaar. De afspraak duurt 45 tot 60 minuten. Met een speciale onderzoeksbus komen zij naar een plek die voor jullie uitkomt. Het tweede deel van dit onderzoek is een vragenlijst over de gebarenschat van het kind invullen. Dit duurt ongeveer 2 uur. Na afloop kunnen jullie kiezen:

• 40 euro ontvangen
• 25 euro ontvangen en een mooi kinderboek uitkiezen

Iets voor jou en jouw kind? Mail naar brc-afspraak@ru.nl.
Bekijk voor meer informatie de website over het onderzoek.