Niet horen maar gehoord worden
Helpende hand voor doven en slechthorende vrouwen
De aandacht voor doven en slechthorenden en het aanbod van zorg- en ondersteunende instellingen is de afgelopen jaren gegroeid. Mensen met een ernstige gehoorsbeperking hebben gemiddeld vier keer zo veel kans op psychische problemen hebben als hun horende medeburgers.
Dit komt onder andere doordat doven en slechthorenden vaak te maken hebben met eenzaamheid of isolement, in combinatie met (opgekropte) angstgevoelens en frustratie. `En daar bovenop heb je te maken met een informatieachterstand en de beperktere conceptuele en taalcapaciteit,` legt Jeantine Janse uit.
Jeantine Janse en Lieke Doornkate zijn beiden betrokken bij de psychische zorg voor doven en slechthorenden sinds de opkomst in de jaren negentig. Janse is de enige dove gedragstherapeut in Nederland. `Tot op heden!` benadrukt ze. Ze hoopt dat hier snel verandering in komt. `Doordat ik doof ben, ontstaat met veel cliënten met een gehoorsbeperking gemakkelijker een vertrouwensrelatie.` Doornkate en Janse werken als doof-horend therapeutisch duo, veelal met groepen. `Dan vertegenwoordigen we samen de beide werelden, doof en horend. Met twee horende therapeuten ontstaat al snel het gevoel bij cliënten van “jullie begrijpen het toch niet.”` Funest voor een goede therapie. Een dove therapeut overbrugt die kloof grotendeels. Tegelijkertijd is het fijn dat Lieke horend is: `In de dovencultuur leeft een idee van de `slechte` horende wereld; door de aanwezigheid van de horende therapeut wordt de moeite met horendheid ter plekke zichtbaar en daarmee bespreekbaar.`
vrouwengroep
Vrouwen met een gehoorsbeperking hebben als extra obstakel dat ze zich vaak in eerste instantie een `doof` of `slechthorend` persoon voelen, en pas in tweede instantie een `vrouwelijk` persoon. Voor de buitenwereld is de volgorde omgekeerd: zij zien eerst een vrouw, en worden zich daarna pas bewust van de gehoorsbeperking – anders dan sekse zie je een gehoorsbeperking niet direct aan het uiterlijk af. Deze vrouwen moeten een dubbele emancipatieslag maken, als doof of slechthorend persoon in een horende maatschappij, en als vrouw. Soepele aansluiting met de sociale omgeving is niet vanzelfsprekend. Informatieachterstand ten opzichte van horenden speelt een rol op het gebied van school en opleiding, maar ook in het leven van alledag: tijdens het opgroeien bijvoorbeeld, bij het ontdekken van je eigen seksualiteit en hoe je daar mee om kunt en wilt gaan. Of bij de eerste stappen op de arbeidsmarkt, en het bewustwordingsproces van de verschillen in omgangsvormen, relaties en en carrièremogelijkheden tussen collega`s of met werkgevers.
Doornkate en Janse zijn inmiddels tien jaar aan het werk met een therapeutische vrouwengroep. In de vrouwengroep, die gedurende bijna een jaar één keer per week bij elkaar komt, wordt aandacht besteed aan het afbakenen van verschillende aspecten van de identiteit. Door onderscheid aan te leren brengen tussen emoties of moeilijkheden die te maken hebben met de gehoorsbeperking (bijvoorbeeld het gevoel er niet bij te horen) en met het `vrouw-zijn` (bijvoorbeeld zorgtaken organiseren of delen met anderen), wordt meer overzicht gecreëerd en lijkt een probleem vaak minder groot. `Bovendien is het belangrijk te beseffen dat je niet de enige bent die met een probleem zit, of die ergens niet uitkomt. Dat je niet gek bent.`
jouw lijf, jouw grenzen
`Het schijnt zo te zijn dat dove kinderen 35 keer vaker aangeraakt worden dan horende,` zegt Lieke. `Dat is ontzettend veel. Moet je je voorstellen wat dat met je besef van autonomie doet. Je lijf voelt dan veel minder van jou.` En zeker onder meisjes en vrouwen met een gehoorsbeperking kan dit gevolgen hebben als het niet duidelijk weten, en kunnen aangeven, van grenzen.
Lisa (29, volledig doof door een ernstige hersenvliesontsteking als baby) heeft het afgelopen jaar veel baat van de vrouwengroep gehad. Ze heeft haar middelbare schooltijd op een doveninternaat doorgebracht, in Sint-Michielsgestel. `Een vreselijke tijd,` vat ze haar schooltijd samen. `Het was ouderwets, echt nog met een strikt regime. Ik ben eigenlijk slecht opgevoed daar: alles moet, moet, moet. Je moest al je eten opeten, ook als het te veel was of koud was geworden. Tegen heug en meug. En gebarentaal was verboden, we moesten oefenen met praten. Als je toch gebaarde liep je het risico stokslagen te krijgen als straf. Het was ontzetted frustrerend, want ik kon niet goed praten, en werd dus vaak letterlijk hard op de vingers getikt omdat ik toch stiekem gebaarde! Pijn dat het deed…` Op haar veertiende had ze een traumatische ervaring met een oudere medeleerling, die haar meelokte naar buiten en haar fysiek misbruikte. `Het ging heel snel, ik weet er niet zo veel van,` zegt ze schouderophalend. Pas jaren later, toen ze al lang van school af was, begon ze hierover te praten. Met een psycholoog in het psychiatrisch ziekenhuis VIA, waar ze aankwam met agressieproblemen. `Toen kwam ik erachter dat ik zo agressief was geworden door deze ervaring,` legt ze uit. `Het was heel moeilijk, omdat mijn ouders me aanvankelijk niet geloofden. Ze zeiden dat ik het verzon! Dit bevestigde mijn angst, om niet geloofd te worden door horenden.`
Direct na school ging Lisa zelfstandig wonen. Vrij snel kreeg ze een relatie met een horende man, van wie ze ook zwanger raakte. Haar dochtertje Sabine (die overigens horend is) is inmiddels twee jaar oud. `Voor de geboorte hadden we een knipperlichtrelatie, maar we gingen samenwonen om een gezinnetje te kunnen vormen. De relatie ging steeds slechter, mijn vriend werd dominant en ook agressief. Ik heb lange tijd geweten dat het niet goed zat, en aangevoeld dat hij me misschien wel eens lichamelijk zou kunnen kwetsen. Maar toch heb ik mijn mond gehouden. Om hem, en mezelf, in bescherming te nemen.`
Toen ze uiteindelijk de knoop doorhakte om deze destructieve relatie te verbreken, ging ze met Sabine bij haar ouders inwonen. `In die periode liep ik vast. Er gebeurde ontzettend veel tegelijkertijd en nare herinneringen van vroeger staken de kop weer op. Ik stond voor mijn gevoel tussen mijn ouders en de vader van mijn kind in, en voelde me in de hoek gedreven.`
Angst om niet geloofd te worden door (horende) anderen, oververmoeidheid door het proberen mee te komen in de maatschappij, gevoeligheid voor het ontwikkelen van verslavingsproblemen, frustratie door veelvuldig niet begrepen worden, traumatisering door seksueel misbruik…. het zijn slechts een paar voorbeelden van psychische problemen die frequent een rol spelen bij doven en slechthorenden.
buitenbeentje
Sanne (37, slechthorend) werkt in de kinderopvang, met kinderen tussen 0 en 4 jaar. Een paar jaar geleden werd ze ontslagen bij het kinderdagverblijf waar ze werkte. `Ik werd vals beschuldigd van een onvoorzichtige en zelfs agressieve omgang met de kinderen,` vertelt ze. ` Maar ik deed dit helemaal niet! In werkelijkheid was dit gedrag afkomstig van een collega van mij, maar die wees in mijn richting. Ik was lamgeslagen.` Sanne wist van jongs af aan al dat ze in de kinderopvang wilde werken: Met kinderen is het makkelijker praten, vindt ze.
Zoals het merendeel van dove en slechthorende mensen in Nederland, is Sanne in een horende familie opgegroeid. `Als dove in een horend gezin ben je het buitenbeentje,` vertelt Jeantine. Zij heeft het zelf ook meegemaakt. `Hoewel je ouders en je broers of zussen hun best doen, ben je gewoon vaak buitengesloten.` Veel ouders leren volgens haar wel gebaren, maar worden hier nooit vloeiend in. `Tegen het dove kind wordt vaak gezegd tijdens een gesprek; `even wachten, ik leg het je zo uit` – en dat wordt bijna net zo vaak later vergeten. Niet uit onwil, maar gewoon, omdat er dan weer andere dingen interessant zijn… Het voelt scheef: je wilt erbij horen, maar je broers en zussen hebben een andere, schijnbaar hechtere band met je ouders.`
De gebeurtenissen raakten Sanne diep: ze kreeg ernstig depressieve klachten, gepaard met zelfmoordneigingen. Ze kwam in de ziektewet en daarna in de WW terecht. Via een traject in de hulpverlening kwam ze terecht bij PsyDoN in Amsterdam, één van de drie instellingen voor psychische en psychiatrische hulpverlening aan doven en slechthorenden die Nederland inmiddels telt.
positieve benadering
De dove vrouwengroep besteedt extra aandacht aan assertiviteit (versus agressie), vrouwelijkheid seksualiteit en relaties (met horenden in de familie en de sociale omgeving, en natuurlijk in liefdesrelaties). De nadruk ligt op zelfvertrouwen en positieve bekrachtiging: de bijeenkomsten beginnen altijd met een “goed en nieuw”-rondje, waarin de vrouwen positieve ontwikkelingen of gebeurtenissen vertellen over de afgelopen week. Een belangrijker theekransje dan het op het eerste gezicht lijkt: zo wordt structureel gewerkt aan het doorbreken van negatieve denk- en gedragspatronen. Doornkate: `Bijna al deze vrouwen groeien op met veel correctie van buitenaf. Het is schrijnend om te zien. Veel “`je doet het niet goed`, of `je bent sociaal niet handig` . Mensen doen er heel lang over routine te krijgen in een positieve zelfbenadering.` Hiernaast stimuleert dit erg de empathie met elkaar. Dat is bij doven altijd een moeilijk punt, het inleven in een ander.`
Het therapeutische kader van de groep is gebaseerd op een aantal kernelementen, zoals voice dialogue (het bewustworden van de verschillende en vaak tegengestelde bewegingen/stemmen die je in je hebt, en hoe deze zich uiten naar een ander) en de cirkel van Leary (waarbij rolpatronen in sociale situaties in kaart worden gebracht: je plaatst je bijvoorbeeld vaak `boven` de ander, dominant, of juist `onder`, afhankelijk).
De vrouwen brengen in de groep lastige situaties die ze hebben meegemaakt naar voren, bijvoorbeeld het geld uitlenen aan een vriend of vriendin en dit vervolgens terugvragen, of het onderhandelen over de huishoudelijke taken met je partner. Daarvan wordt er één uitgekozen. Die wordt uitgespeeld in een rollenspel, dat wordt met een camera opgenomen en teruggekeken door de groep. `Door jezelf terug te zien, wordt je je bewust van hoe je overkomt,` legt Janse uit. Dit heeft een pluswaarde omdat doven en slechthorenden heel visueel zijn ingesteld. Sommigen zien plotseling dat zichzelf naar voren leunen en heftig gebaren, waardoor ze een beetje gaan begrijpen dat dit agressief overkomt op de ander. Anderen zijn juist heel timide en zien dan terug hoe een situatie ontstaat waarin ze niet serieus genomen worden.
Sanne heeft nieuwe vrienden gevonden in deze groep. Dove, en slechthorende vrouwen. `De dovenwereld is inmiddels mijn eerste thuis geworden. Mijn tweede thuis is de horende,` zegt ze. Ze is rustiger geworden het afgelopen jaar, en cijfert zichzelf niet meer weg. Met behulp van therapie kan ze situaties nu beter inschatten en relativeren, zegt ze. `Ik sta nu meer stil bij wat ik voel, en probeer dingen niet meer op te kroppen. Als ik terugkijk op mijn leven zie ik veel voorvallen waarin ik buitenproportioneel boos werd. Ik voelde heel veel woede. Het borrelde in me op, zonder goed te kunnen benoemen waarom precies. Ik was gewoon boos! Nu zie ik dat ik een prikkel kreeg die een enorme zelfbeschermingsreactie teweeg brang, een overlevingsdrang. Ik ging schreeuwen en huilen… Omdat ik niet begrepen werd, of dat alweer iemand niet naar me luisterde.`
De positieve benadering en de aandacht voor psychologische en sociale valkuilen in de therapie helpen de vrouwen zich een weg te banen naar een zelfstandiger leven, geïntegreerd in de samenleving. Voor Lisa is het afgelopen jaar er één vol veranderingen geweest. Ze staat sterker in haar schoenen, zegt ze. Binnenkort verlaat ze het huis van haar ouders en verhuist naar een nieuwe woonruimte voor haar en Sabine.Ze heeft het zelf geregeld via de sociale woningbouw. `Al het geregel, gesprekken aanvragen bij de gemeente, een urgentieverklaring opsturen… ik heb het allemaal zelf gedaan. Voor het eerst heb ik mijn eigen lijn bewandeld, daar ben ik echt trots op,` straalt ze. `Bovendien ben ik op zoek naar werk, liefst met dove kinderen. Ja, ik ben eindelijk weer optimistisch over mijn toekomst.`
Om privacyredenen zijn de namen van Sanne en Lisa niet hun echte namen.
Reacties