Nederlandse kno-artsen doorbreken taboe in Kenia
Hoorproblemen komen in Afrika meer voor dan in Nederland. Toch is doofheid in een land als Kenia nog altijd een taboe. Dove kinderen worden soms opgesloten omdat hun ouders het ervaren als een schande. Een team van kno-artsen en audiologen uit Nederland helpt hen deze maand uit de brand.
In het Kenyatta National Hospital in Nairobi voeren de Nederlandse kno-artsen deze maand operaties uit bij kinderen en pubers met (ernstige) gehoorproblemen. Ze doen dit een paar keer per jaar sinds de oprichting van hun stichting Eardrop, dertig jaar geleden. Maar ze voeren niet alleen operaties uit, ze zetten zich ook in om kno-artsen in Kenia op te leiden. Een opleiding die erg succesvol is en artsen uit heel Afrika aantrekt.
Om doofheid bij kinderen vroeg te kunnen traceren, heeft Eardrop onlangs in samenwerking met een onderzoeker uit Ghana een screeningsprogramma ontwikkeld. Het is de bedoeling om deze screeningslijsten voor te leggen aan ouders, op het moment dat ze hun kinderen laten vaccineren bij een consultatiebureau. Dan zijn ze maximaal één jaar oud. 'De leeftijd dat kinderen het meest gevoelig zijn voor taalontwikkeling is tussen één en drie jaar. Als ze dan een hoorprobleem hebben, lopen ze achterstand op. Het is dus belangrijk om ze vroeg te traceren', legt Fred Marius, hoofd van de audiologische werkgroep bij Eardrop, uit.
De Keniaanse regering is erg blij met de hulp van Eardrop. Want ook al staat ze helemaal achter het screenen van kinderen op jonge leeftijd, de overheid heeft geen geld om de screening bij alle consultatiebureaus in Kenia te introduceren. En er is nog een lange weg te gaan voordat doofheid geaccepteerd zal worden onder Kenianen.
Dit artikel is gebaseerd op het artikel 'Eardrop Apeldoorn: Doofheid is een taboe in Kenia' van de Stentor. Lees dit artikel
Reacties