De minister van Verkeer en Waterstaat heeft recent besloten dat schippers die aan één oor doof zijn toch een klein vaarbewijs voor pleziervaart kunnen verkrijgen. Het andere oor van de schipper moet dan wel voldoen aan de minimale eisen.

De minister had advies gevraagd aan de Domeinadviescommissie van de VAMEX, de organisatie die de examens voor het klein vaarbewijs organiseert en de vaarbewijzen afgeeft. De conclusie van het advies van deze commissie was dat het verantwoord is om aan mensen met doofheid aan een oor het klein vaarbewijs te verstrekken mits het andere oor wel aan de minimale eisen voldoet.

De minister heeft op basis van dit advies de Binnenvaartregeling aangepast. De wijziging treedt met terugwerkende kracht per 1 april 2010 in werking. Mensen die aan één oor doof zijn kunnen nu medisch worden goedgekeurd voor eht klein vaarbewijs ten behoeve van de pleziervaart, mits de schipper aan het goedfunctionerende oor geen groter gehoorverlies heeft dan 30 dB(A).

Op dit moment geldt de wetswijziging alleen voor de pleziervaart. Om het in de toekomst ook voor de beroepsvaart mogelijk te maken dat een persoon die aan één oor doof is voor het vaarbewijs medisch wordt goedgekeurd, is overeenstemming in de Centrale Rijnvaartcommissie (CCR) noodzakelijk. De minister zal hiervoor het initiatief nemen in de CCR.

Meer informatie over het klein vaarbewijs en de medische keuring is te vinden op de website van de Inspectie van Verkeer en Waterstaat.
De brief waarin de minister van Verkeer en Waterstaat de Kamer informeert over zijn besluit is hier te lezen.