In discotheken en tijdens muziekevenementen staat het geluid vaak zo hard, dat mensen met een piep in hun oor thuiskomen. Over het algemeen gaat die piep wel over, maar wat als er blijvende gehoorschade optreedt? De staatssecretaris van VWS, pleit voor preventieve maatregelen.

Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Martin van Rijn maakt zich druk over het geluidsniveau bij muziekevenementen en poppodia. Volgens Van Rijn ligt het probleem niet alleen bij de bezoeker, maar juist ook bij de organisatoren. Beiden moeten actief worden voorgelicht over de schade die te harde muziek kan veroorzaken.

‘Muziek kan tegenwoordig zo hard, dat bij sommige concerten alleen het soort oordoppen dat bijvoorbeeld door bouwvakkers gebruikt worden veilig genoeg zijn. Daar moeten we echt vanaf’, aldus Van Rijn.

Gehoorbescherming aanbieden
Van Rijn pleit ervoor om tijdens muziekevenementen de bezoekers op een laagdrempelige manier gehoorbescherming aan te bieden. Brancheorganisaties VNPF en VVEM zijn het daarmee eens. Zij zien zichzelf als een stukje van dit maatschappelijke probleem en dragen daarom graag een steentje bij aan de preventie van gehoorbeschadiging.

Convenant
Van Rijn en de organisatoren van muziekevenementen en poppodia hebben een convenant gesloten over het geluidsniveau. In dit convenant staat dat clubs en evenementen hun geluidsniveau moeten noteren en rapporteren aan het ministerie. De norm is 110 dB (A) gemeten vanaf de mengtafel over een periode van vijftien minuten. De norm bestaat al enkele jaren, het rapporteren is nieuw.
Het convenant gaat per 1 maart 2014 in en geldt voor een periode van twee jaar. In 2015 zal een evaluatie plaatsvinden. Dan wordt bekeken of de clubs voldoende maatregelen nemen met betrekking tot het aanbieden van gehoorbescherming en of zij de norm voldoende hanteren.

Stevige afspraken
De Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) vindt het goed dat samen met de overheid stevige afspraken worden gemaakt. ‘Zo kunnen bezoekers op een verantwoorde manier van evenementen blijven genieten’, zegt directeur Hans Ligtermoet.