`Ik geef les in de Nederlandse Gebarentaal`

22-08-2012 algemeen

Portret van een leerkracht in het cluster 2-onderwijs
Wilma Matthijssen (41) is een van de bijna 150.000 leerkrachten in het Nederlandse basisonderwijs. Spelling, rekenen, lezen, het komt allemaal aan bod in het klaslokaal van juf Wilma. Alleen net even anders: Wilma geeft les in gebarentaal.

Zodra de kinderen over de drempel van het lokaal van juf Wilma stappen, weten ze dat de voertaal Nederlandse Gebarentaal is. Het lokaal is versierd met tekeningen van gebaren. De kinderen die les krijgen in dit lokaal zijn allemaal doof of slechthorend. Geen probleem voor Wilma, want zij is zelf ook doof.

Alles met gebaren
Wilma geeft les op de Bertha Muller School in Utrecht. Een cluster 2-school die primair onderwijs aanbiedt aan circa 175 slechthorende en dove kinderen, kinderen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden en kinderen met autisme spectrum stoornissen. Tweetalig onderwijs staat hoog in het vaandel op de Bertha Muller School. Wilma vertelt hoe de tweetaligheid gewaarborgd wordt: ‘Ik geef les aan twee verschillende groepen. Een groep 5 en een groep 6/7/8. Deze groepen hebben ieder een eigen juf. Deze juf geeft les in gesproken Nederlands ondersteund met gebaren. Een paar uur per week komen de kinderen bij mij in het lokaal en geef ik hen les in gebarentaal. Het onderwijs is niet anders, een les rekenen is precies hetzelfde als op een reguliere basisschool, het enige verschil is dat ik geen les geef in het Nederlands, maar in de Nederlandse Gebarentaal.’

Alle medewerkers van de Bertha Muller School gebruiken gebaren om hun spraak te ondersteunen. Wilma knikt: ‘Het is een regel op school dat zodra er een doof of slechthorend persoon in de buurt is je gebaren gebruikt, al dan niet in combinatie met gesproken taal. Op die manier kan iedereen het gesprek volgen.’ De gebarenvaardigheid van de medewerkers wordt gestimuleerd met cursussen Nederlands met Gebaren en een maandelijks gebarenkwartiertje om de gebaren op te frissen en nieuwe gebaren te leren.

Pionieren
Wilma Matthijssen geeft les in de Nederlandse GebarentaalTweetalig onderwijs voor dove en slechthorende leerlingen werd lange tijd als niet wenselijk gezien. ‘Mijn ouders werd vroeger afgeraden om gebaren te gebruiken. Dove kinderen moesten leren liplezen en spreken. Destijds dacht men dat gebaren de taalontwikkeling zou afremmen’, vertelt Wilma. ‘Gelukkig is die gedachte in de loop van de tijd veranderd.’ Toen Wilma vijftien jaar geleden begon met lesgeven was het tweetalig onderwijs niet lang uit de taboesfeer en werd het gebruik van gebaren juist sterk gepromoot. ‘Iedereen was enthousiast over het tweetalig onderwijs. De leerkrachten, de ouders en ook de schoolleiding.’ Aan enthousiasme geen gebrek, maar materiaal om het vak Nederlandse Gebarentaal te geven was er nog nauwelijks. ‘Het was pionieren. We maakten het materiaal allemaal zelf.’

Hoorhulpmiddelen
In vijftien jaar tijd is er veel veranderd. Wilma geeft nog steeds les in gebarentaal, maar deze taal is niet automatisch meer de natuurlijke taal voor dove kinderen. Veel dove kinderen hebben tegenwoordig een of twee cochleair implantaten. Met behulp van deze apparaten kunnen de kinderen veel meer horen dan voorheen. Voor sommigen is het zelfs mogelijk om met deze apparatuur het speciaal onderwijs te verlaten en regulier onderwijs te volgen. Hoe belangrijk is tweetalig onderwijs nog voor deze kinderen?

‘Gebarentaal is tegenwoordig niet altijd meer de meest natuurlijke taal voor dove kinderen’, bevestigt Wilma. ‘Door de enorme technologische ontwikkeling op het gebied van hoorhulpmiddelen kunnen dove en slechthorende kinderen veel beter uit de voeten met de gesproken taal dan vroeger. Dat is ook terug te zien in de gebarenvaardigheid. Ik merk dat kinderen thuis minder gebaren aangeboden krijgen. De noodzaak hiertoe is afgenomen, want dankzij de hoorhulpmiddelen gaat de communicatie een-op-een vaak wel goed. Toch blijf ik pleiten voor tweetalig onderwijs voor dove en zwaar slechthorende kinderen. Want ondanks de hoorhulpmiddelen, blijft het kind behept met een auditieve beperking. Dankzij tweetalig onderwijs kan het kind beter een eigen identiteit ontwikkelen en behoudt het de keuze om zich in de ene of de andere taal te uiten. De Nederlandse Gebarentaal is net als het Nederlands een echte taal. In mijn ogen is het belangrijk dat deze kinderen beide talen beheersen.’

Voorbeeldfunctie
Wilma heeft als dove volwassene ook een voorbeeldfunctie voor de dove en slechthorende leerlingen op school. ‘Het is voor dove en slechthorende leerlingen belangrijk om volwassenen met een auditieve beperking te zien’, legt Wilma uit. ‘Leerlingen komen vaak bij mij met vragen over dingen waar ze door hun slechthorendheid tegenaan lopen. Ik weet dan precies hoe het kind zich voelt, omdat ik het zelf ook heb meegemaakt.’ Vanuit haar eigen ervaring vertelt Wilma de leerlingen dan hoe zij deze dingen aanpakt en oplost. ‘En dat is toch anders dan wanneer een horende leerkracht een oplossing aandraagt.’

Stem weg
Naast de reguliere onderwijsvakken verzorgt Wilma ook de lessen Nederlandse Gebarentaal voor de dove en slechthorende leerlingen. Toen Wilma vijftien jaar geleden begon als docent, was er nog geen methode voor dit vak. Inmiddels maken alle cluster 2-scholen gebruik van de methode Sprong Vooruit, een lesmethode die speciaal ontwikkeld is voor dit vak. ‘In mijn lokaal is de voertaal altijd gebarentaal. Mijn stem gebruik ik in mijn lokaal helemaal niet. Aan de gebaren hebben de leerlingen genoeg. Sommige leerlingen zijn echter zo gewend om hun stem te gebruiken, dat ze dat ook in mijn lokaal blijven doen. Bij de reguliere vakken mag dat, maar zodra de les Nederlandse Gebarentaal begint moet de stem echt weg. Pas als de les afgelopen is, mag de stem weer terugkomen.’

Nooit saai
Wilma heeft tijdens haar opleiding geen hinder ondervonden van haar hoorbeperking: ‘Ik heb de reguliere pabo-opleiding in Rotterdam gevolgd. Tegenwoordig kun je de opleiding voor docent gebarentaal volgen aan de Hogeschool Utrecht, maar die bestond toen nog niet. Dat ik doof was, was geen probleem. Ik mocht altijd de aantekeningen van mijn medestudenten kopiëren en vroeg de docenten om rekening met mij te houden. Soms zette ik een tolk in, maar daar waren er destijds nog niet zoveel van.’

‘Mijn werk is nooit saai. Geen dag is hetzelfde, het is steeds verrassend en uitdagend’, vertelt Wilma. ‘Het vraagt veel energie om met de kinderen bezig te zijn. Je moet ervoor zorgen dat het nooit saai wordt. Door de niveauverschillen tussen leerlingen is het soms best lastig om de les voor iedereen leuk te houden. Daarom moet je als docent over een grote dosis creativiteit beschikken.’

Wat maakt dat Wilma aan het eind van een dag tevreden naar huis gaat? ‘Kinderen staan heel open in de wereld en willen graag dingen leren. Als ik zie dat ze dingen die ik hen aanleer begrijpen, dat het kwartje valt, dan vind ik dat geweldig. En ik vind het heerlijk om in de pauze op het plein met kinderen te kletsen in gebarentaal. Ze hebben vaak hele leuke verhalen.’

Wilma Matthijssen geeft les in de Nederlandse Gebarentaal

Wat biedt een cluster 2-school?
Op een cluster 2-basisschool wordt primair onderwijs gegeven aan dove kinderen, slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden en kinderen met communicatieve problemen zoals bepaalde vormen van autisme, al dan niet in combinatie met een andere handicap. Het cluster 2-basisonderwijs biedt onderwijs aan een kleine 7.000 leerlingen, waaronder ongeveer 1.000 dove en slechthorende leerlingen. Wat bieden deze scholen hun auditief beperkte leerlingen ten opzichte van het regulier onderwijs?

De klassen in het speciaal onderwijs zijn kleiner dan in het regulier onderwijs. Vaak gaat het om groepen van vijf tot twaalf leerlingen. De kinderen krijgen op die manier voldoende individuele aandacht. Ook zijn er orthopedagogen en interne begeleiders met kennis van de doelgroep op school aanwezig. Veel dove en slechthorende leerlingen krijgen bijvoorbeeld logopedie. Op een cluster 2-school kunnen ze dit onder lestijd krijgen. Dat levert de leerlingen (en hun ouders) buiten schooltijd meer vrije tijd op.

Over Wilma Matthijssen
Wilma Matthijssen (41) is op tweejarige leeftijd doof geworden door het bofvirus. Ze is opgegroeid in een gezin met twee horende broers en een horende zus. Haar ouders werd afgeraden om gebaren te gebruiken. Toch is gebarentaal de meest natuurlijke taal voor Wilma. ‘Thuis met mijn man en kinderen spreken we altijd met gebaren. Soms met stem erbij en soms zonder. Mijn man is ook doof en heeft een cochleair implantaat. Onze twee dochters zijn horend en spreken zowel Nederlands als Nederlandse Gebarentaal. Ik maak gebruik van verschillende hulpmiddelen, zoals een trilwekker. Hoortoestellen heb ik nooit gedragen, die konden mij niet helpen. Waarom ik niet net als mijn man gekozen heb voor een cochleair implantaat? Ik ben zolang ik me kan herinneren doof. Geluid heb ik nooit gemist. Ik zie voor mezelf dan ook geen toegevoegde waarde van een dergelijk hulpmiddel. Doof zijn hoort bij mij.’

Tekst Daphne Hilhorst | Foto's Frank Malipaard | Bron Gezond Gehoor, jaargang 2, nr. 1

 

Gezond Gehoor
Gezond GehoorDit artikel komt uit het magazine Gezond Gehoor. Gezond Gehoor is een magazine boordevol informatie over geluid, gehoor en gehoorproblemen in relatie tot gezondheid en welzijn. 

U kunt Gezond Gehoor vinden op de leestafel van de audicien, de kno-arts, bij audiologische centra en op cluster 2-scholen, maar ook bij de huisarts. Wilt u Gezond Gehoor thuis ontvangen? Neem dan nu een abonnement.

Voordelig kennismaken met Gezond Gehoor?
Wilt u voordelig kennismaken met het magazine Gezond Gehoor. Bestel het nieuwste nummer dan nu in onze [link27218]webwinkel[/link]; tijdelijk voor slechts €1,-.

Gezond Gehoor is een uitgave van Berengroep in samenwerking met de Nationale Hoorstichting.


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.