Helga Stevens, 39 jaar. Handicap: doof
Ik ben doof geboren. Ik kan wel iets horen met een hoorapparaat, maar niet genoeg om iets te verstaan. Wat heb ik daar dan aan? Ik communiceer in Vlaamse gebarentaal maar ik gebruik mijn stem bij horende mensen. Dat ik goed praat, is uitzonderlijk.
Ik heb er talent voor en doorheen de jaren is mijn spraak verbeterd. Ik heb les gevolgd aan een dovenschool, maar in het vierde leerjaar ben ik overgestapt naar een gewone lagere school. Nadien heb ik humaniora gevolgd en rechten gestudeerd. Het was niet evident om contacten te leggen. Als kind ging dat vlotter, omdat je op jonge leeftijd vooral spelletjes speelt. Vanaf het middelbaar werd het heel wat lastiger, omdat er dan vooral gepraat wordt. Ik heb me vaak het vijfde wiel aan de wagen gevoeld. Communiceren in groep blijft nu nog een probleem. Dat vind ik het lastigste aspect van doofheid: ik kan niet zomaar inpikken op een leuk gesprek aan tafel. En naar een familiefeestje kan je moeilijk een tolk meenemen.
`Ik zit sinds 3,5 jaar in de politiek en voor mijn werk doe ik haast dagelijks een beroep op een tolk. Dat is een luxe. Daarnaast schakel ik haar geregeld in voor mijn privéleven. Ik ga wel eens naar een voorstelling met mijn partner of naar een kindershow met mijn dochter. Dat doe ik alleen als er een tolk is. Zoniet zit ik de hele tijd met mijn duimen te draaien. Vaak maakt men er een probleem van om de tolk binnen te laten. Moet ik dan dubbel betalen omdat ik een handicap heb? Voor mij als parlementslid is dat misschien minder een probleem, maar het gaat om het principe. Dove mensen hebben hetzelfde recht op ontspanning of informatie. Ik kan niet naar de radio luisteren en op tv kan ik enkel volgen als er ondertitels zijn. Ik vind het heel frustrerend om met mijn partner naar een talkshow te kijken, omdat ik het niet begrijp. Er is meer aandacht voor toegankelijkheid maar het blijft nog vaak beperkt tot het weghalen van drempels, letterlijk.`
`Mensen met een handicap moeten assertiever zijn, zeker vrouwen. Vrouwen komen sowieso makkelijker op een zijspoor terecht. Het is toch niet omdat we een beetje afwijken dat we niet van tel zijn? Ik heb inderdaad een handicap maar ik ben in de eerste plaats vrouw. Ik heb wel wat in mijn mars. Ik heb tweemaal een jaar in de Verenigde Staten gestudeerd, ben advocate en zit nu in het Vlaams Parlement en de Senaat. De partij heeft mij heus niet gekozen als `excuus-Truus`, omdat ik toevallig doof ben. Ik heb hard moeten knokken om te geraken waar ik nu ben. Als het moeilijk wordt, mag je niet opgeven. Hier zeggen ze al snel dat ik iets niet hoef te doen of dat ik het mezelf niet moeilijk moet maken. Op dat vlak heb ik veel geleerd van de Amerikaanse mentaliteit. Ginds geldt dat je zeker moet proberen en dat falen niet erg is. Als je hier faalt, zeggen ze meteen: ik had het je toch gezegd. Ik wil wanneer ik 60 ben geen spijt hebben omdat ik iets niet geprobeerd heb.`
`Dat ik doof ben, hindert mij niet. Mijn partner zegt wel eens dat het jammer is dat ik de grappige geluidjes van onze kinderen niet hoor. Zo is het leven nu eenmaal. Het heeft geen zin om daarover te jammeren. Ik zou trouwens best wel blij zijn geweest met een doof kind. Ik sponsor nu een doof meisje in India. Een doof kind is net als ik. Ik ben natuurlijk heel gelukkig met mijn horende kinderen, maar als één kind op de 1000 toch doof is, dan liever bij mij dan bij iemand die doofheid niet kent. Mijn man en ik voeden de kinderen tweetalig op: hij spreekt Nederlands en ik gebruik Vlaamse gebarentaal. Ze weten dat ze me niet moeten roepen, omdat ik het niet hoor. Ze zijn met hun 5,5 en 1,5 jaar nog te klein om te proberen misbruik te maken van mijn handicap, al zetten ze de televisie wel eens wat te luid. Wat er gebeurt als ze groter zijn, zie ik dan wel. Misschien zetten ze als pubers hun muziek loeihard? Ik zal het dan wel horen van de buren…`
Tekst: Alexandra De Laet
Goed Gevoel 3, maart 2008
Reacties