`Geen implantaat zonder cursus Gebarentaal`
De Nijmeegse hoogleraar Health Technology Assessment Gert-Jan van der Wilt behandelt in zijn oratie uitvoerig de discussie over het Cochleair Implantaat, een geavanceerd gehoorapparaat volledig doven.
Het apparaat zet geluidsgolven om in elektrische pulsjes die worden overgebracht op het slakkenhuis. Het brein interpreteert dit als geluid. “Er zijn stapels kosten-batenanalyses die laten zien dat het aanbrengen van zo’n apparaatje de investering waard is. Toch bleef er in de dovengemeenschap fors protest tegen. Wat artsen een prachtige technologische oplossing voor een defect vonden, zagen de doven als afwijzing. Doofheid is in hun ogen geen te repareren defect, maar een gegeven in een volwaardig leven. Onder de controverse over het implantaat bleek een meningsverschil te liggen over de waarde van gebarentaal. Die is lang afgedaan als onvolwaardig en verwerpelijk. Op doveninstituten was gebaren verboden, kinderen moesten op hun handen zitten om het te verhinderen.
Inmiddels staat vast dat gebarentaal een volwaardige taal is die dezelfde mate van abstractie bezit als gesproken talen en dat het bovendien voor de doven de beste eerste taal is: een voorwaarde voor het goed leren van gesproken taal. In Zweden is – op basis van interactieve besluitvorming – bedacht dat horende ouders een gebarentaalcursus moeten volgen als ze een cochleair implantaat willen voor hun dove kind. Daarmee is het behoud van de taal en dovencultuur geregeld. Een prachtige uitkomst., samen met de Nationale Hoorstichting en de organisatoren van de Week van het Oor, de wordt gehouden van 21 t/m 28 april. Medewerking aan de organisatie van het debat wordt verder verleend door FAMA en Heineken Nederland.
Reacties