Emily, een meisje van 10 jaar, wilt zoveel mogelijk mensen gebaren leren. De aanleiding is haar zusje. Zij heeft het syndroom van down en heeft veel baat bij gebaren, ter ondersteuning van de communicatie.

Annika, het zusje van Emily, heeft het syndroom van Down en kan daardoor niet goed praten. Daarom gebruiken zij en haar familie gebaren. Emily wil graag dat meer mensen haar zusje begrijpen en met haar kunnen praten. En met andere kinderen die gebaren gebruiken.

Facebook
In december 2013 is Emily daarom begonnen met filmpjes van gebaren te plaatsen op haar Facebookpagina. Elke dag plaatst ze, aan de hand van een thema, een nieuw gebaar. Bijvoorbeeld het thema Winter, school, vervoer, eten en drinken. Door deze pagina te liken krijg je elke dag een gebaar te zien op je tijdlijn. Zo leer je beetje bij beetje steeds meer gebaren. Dit is zo’n succes dat ze op dit moment al meer dan 12.000 likes heeft.

Beter communicatie
Bert de Graaf van de Stichting Downsyndroom is heel blij met het initiatief van Emily. Volgens hem bestaat bij veel kinderen met Down 

die niet goed kunnen praten het gevaar dat ze in zichzelf gekeerd raken en helemaal stoppen met communiceren. ‘Ze hebben dan het gevoel dat ze toch niet begrepen worden’, aldus De Graaf.

Jeugdjournaal
Afgelopen woensdag, 2 april, was het verhaal van Emily en haar zusje te zien op het jeugdjournaal.
Klik op de afbeelding om het fimpje te bekijken:

Omdat er geen ondertiteling bij het filmpje zit, kunt u hieronder lezen wat er gezegd wordt:

Emily: ‘Annika, is het bolletje lekker?’ ‘Ja?’
Voice over: Zij begrijpt haar familie beter. En haar familie begrijpt haar beter. Annika heeft door het syndroom van down moeite met praten. Daarom zijn gebaren echt een uitkomst.
Emily: ‘Met wie heeft Annika gespeeld?’
Emily: ‘Ja het is een verstandelijk handicap en euhm ja. Annika die kan dan dingen kan ze dan niet alleen sommige dingen zeg maar.’
Voice over: Het syndroom ontstaat al in de buik van de moeder bij het begin van de zwangerschap. Het is een aangeboren afwijking. Mensen met het syndroom hebben een verstandelijke beperking. In Nederland hebben 2100 kinderen tussen de 4 en 12 jaar het syndroom van Down.
Toen deze familie ontdekte hoe handig gebaren voor die kinderen zijn, begonnen ze filmpjes te maken.
Emily: ‘Het gebaar van de dag is boterham. “Heel goed zo Annika.” Doe je hand plat en doe alsof dit je pannenkoek is die je in de lucht gooit.’
Voice over: En die filmpjes komen op deze  facebookpagina. Zodat niet alleen de familie, maar ook  vrienden en ook buren haar beter kunnen begrijpen.
Emily: ‘Het gebaar van de dag is spaghetti. Ik doe het een keer langzaam.’
Presentator: Een keer in de week nemen ze hier gewoon in de huiskamer zeven filmpjes op. En elke dag plaatsen ze er dan eentje op hun facebookpagina. En die pagina is een enorm succes.
Juffrouw: ‘Maak een paar rondjes over je neus.’
Voice over: In de klas van Annika bijvoorbeeld leren zo elke dag een gebaar. Maar ook totaal onbekende mensen laten weten veel aan de filmpjes te hebben. Bijna 9.000 vind-ik-leuks hebben ze al binnengehaald.
Ook Gert de Graaf van de Stichting Downsyndroom, die zich inzet voor kinderen met Down, is enthousiast.
Gert de Graaf: ‘Als je je helemaal niet kunt uiten dan heb je de kans dat een kind helemaal in zichzelf gekeerd raakt, want “ze begrijpen me toch niet”. En gebaren helpen uiteindelijk ook om de kinderen beter en sneller te leren praten.
Emily: ‘Banaan.’ ‘Rennen. Je doet je vuisten zo en je gaat heel hard rennen.’
Emily: ‘Ze doet heet al heel goed. ze gebruikt ook heel veel en zo. Enne… Nou bijvoorbeeld als zij iets weet van het gebaar en papa doet dat net of zo of mama dan doet dat ze meestal van mam doet dit of dat of zo. En dat is wel heel leuk.’
Voice over: En speciaal voor vandaag is er een extra filmpje gemaakt.
Emily: ‘Ik heb vandaag een extra gebaar voor jullie. Namelijk: jeugdjournaal.’