De ijdelheid van slechthorenden
We hebben allemaal een handicap dat min of meer opvalt. Maar willen we wel dat het opvalt? Ik ken niet veel slechthorende en dove mensen die, als ze mensen aanspreken, durven te zeggen:,,Sorry ik ben slechthorend of doof”. Maar waarom doen we dat dan niet? Het zal wellicht wel helpen in de communicatie, maar … ?
Door Judith Vogels
Zelf ben ik er ook zo één. Ik zeg niet meteen tegen de mensen:,,Sorry ik ben slechthorend, kunt u wellicht wat harder praten?” Waarom? Misschien komt het door mijn opvoeding. Mijn ouders hebben mij zo normaal mogelijk opgevoed, voor zover het kon. Ik vond het hebben van ringleiding en soloapparatuur, het naar de hoorwinkel gaan en mijn gehoor jaarlijks laten testen allemaal vrij normaal. Ik heb nog het geluk dat ik met mijn gehoorapparaten goed kan horen en mijn stem bijna normaal klinkt. Alleen logopedisten en mensen die regelmatig met slechthorenden en doven werken, kunnen merken dat ik niet goed hoor. Het enige wat ik wilde was normaal zijn, dus waarom zou ik er dan mee te koop moeten lopen?
Als ik iets niet volg of versta, heb ik een aantal tactieken; vragen om herhaling, lachen of ja/nee zeggen (in de hoop dat het een ‘ja/nee’ vraag was). In de poging om mijn slecht-horendheid te verdoezelen ging ik net zo hard en snel meepraten, mee vloeken en de populaire woorden gebruiken die je zo op TMF en MTV hoort. Ik ging mijn zusje zelfs imiteren in haar woordenschat, omdat zij wel goed hoort. Ik wilde zelfs andere soloapparatuur omdat dat veel cooler en mooier stond en niet te vergeten: je zag er bijna niks van. Dus ja, ik deed heel veel om mijn slechthorendheid te verbergen en om voor normaal door te gaan.
Ik kan wel zeggen dat het de pubertijd was en dat ik toen ook nog heel ijdel was, maar ik ben het nu nog steeds. Weliswaar veel minder maar toch zeg ik niet snel tegen mensen zeggen:,,ik ben slechthorend, kunt u iets harder praten.” Inmiddels ben ik ouder en vierdejaars op de gebarentaalopleiding. Ik heb geleerd om mijn slechthorendheid te accepteren als een handicap. Ik schaam me er niet meer zo vaak voor en probeer het een positieve draai te geven.
Tegenwoordig vraag ik sneller om herhaling. Ik lach niet zomaar als ik iets niet versta. Ook zeg ik niet meer zo snel ja of nee. Ik ga ook net zo lang door totdat ik ook zeker weet wat er zojuist gezegd werd. En in mijn klas en op de opleiding gebruiken ze NMG tegen mij en ik gebruik ook tolken. Mijn slechthorendheid valt nu dus op in mijn ‘bekende’ omgeving. Ik heb inmiddels ook nieuwe hoorapparaten: kleiner en met een oorstukje dat nu mijn gehoorgang zit i.p.v. mijn oorschelp maar, … het is wel witparelmoer van kleur, in plaats van beige. De ijdelheid van vroeger sijpelt nog wel door. Dat aangeleerde gedrag valt moeilijk geheel te veranderen.
Ik schreef boven dat ik het geluk heb dat ik ‘goed’ kan horen en dat mijn stem bijna normaal klinkt. Elk voordeel heeft echter zo ook zijn nadeel. Omdat je ‘normaal’ oogt houden mensen weinig rekening met je. Ik werk nu bij de Blokker. Ik heb in de winkel vaak last van het lawaai en elke dag wordt ik geconfronteerd met mijn handicap. De winkelomroepen hoor ik niet altijd en sommige klanten versta ik niet of nauwelijks. Gelukkig houden mijn baas en collega’s wel rekening met mij. Aan nieuwelingen vertel ik ook altijd dat ik slechthorend ben Ik leer ze soms ook gebaren en ben supertrots als een collega een gebaar gebruikt tegen mij. Mijn collega’s weten wel hoe ze met mij moeten omgaan, maar de klanten niet. Ben ik druk bezig met vullen hoor ik vaak ergens zachtjes een geluid. Kijk ik op zie ik dan verderop een klant staan die blijkbaar tegen mij aan het praten was. Het stoort me elke keer dat de klanten zo zachtjes praten en me niet even aantikken als ze mijn aandacht willen. Soms denk ik wel eens dat ik een bordje SH op moet spelden, misschien dat ze dan er wel rekening kunnen houden. Soms zeg ik ook wel tegen de klanten dat ik slechthorend ben als ik ze echt niet kan verstaan. Maar gelukkig maken mijn collega’s meer grappen over mijn lengte dan over mijn handicap. 🙂
In een gebarencafé heb ik een jongen gezien. Hij stak de microfoon van zijn soloapparatuur uit naar iedereen waar hij mee praatte. Ik was verbaasd. Een slechthorende die “openlijk ervoor uitkomt dat hij slechthorend is”. Door hem heb ik deze column geschreven. Want hij is één van de weinige slechthorenden die niet ijdel is. Ik bewonder hem, maar tegelijkertijd moet ik er niet aan denken om dat zelf ook te doen. Als het nodig is zeg ik wel dat ik slechthorend ben en voor de rest…… probeer ik me wel te redden met mijn hoorapparaten en gebaren.
Bron: JongerenCommisie.nl
Reacties