De Griezels in gebarentaal
BENNEKOM – Jelle Hermens (10) uit Bennekom heeft de Nationale Leesvertelwedstrijd gewonnen, de voorleeswedstrijd voor dove kinderen. Hij is de jongste winnaar ooit. „Ik denk in gebaren, niet in woorden“, legt de winnaar uit.
Meneer Griezel sneed de touwtjes door waarmee de enkels van mevrouw Griezel vastzaten. Ze schoot als een raket omhoog. „Help!“, krijste ze. „Red mij!“ Maar er was geen redden meer aan. In een paar seconden was ze al hoog in de blauwe, blauwe lucht.
De doof geboren Jelle Hermens uit Bennekom leest voor uit Roald Dahls De Griezels, het kinderboek waarmee hij afgelopen zaterdag de negende editie van de Nationale Leesvertelwedstrijd won.
Hoewel, voorlezen? Jelle staat geen moment stil. Met de gemene blik van meneer Griezel maakt hij een snijdende beweging. Dan zwaaien zijn armen met de doodsangst van mevrouw Griezel wild in de lucht. Zijn boek ligt op een tafeltje in de hoek. Jelle heeft geen handen vrij om het vast te houden en werkt uit zijn hoofd.
„Je moet het boek helemaal kennen,“ zegt Jelle. „En je inleven in de personen. Dan kan je vertellen alsof je erbij was.“ In gebaren vertellen is anders dan Nederlands praten, wil Jelle maar zeggen.
„In het Nederlands zeg je: meneer Griezel snijdt het touw door. In de Nederlandse Gebarentaal beeld je uit dat je meneer Griezel bent en maak je een snijbeweging. Je denkt in gebaren, niet in woorden.“
Jelle plaatst voorwerpen en personen in de omgeving. Meneer Griezel staat bijvoorbeeld rechts, mevrouw Griezel links. Tijdens korte pauzes wisselt hij van karakter.
Als kandidaat van de Dr. P.C.M. Bosschool in Arnhem versloeg Jelle de afgevaardigden van de vijf andere dovenscholen in Nederland. Eerder won hij de voorronde op zijn eigen school. De beker, vier kilo zwaar, kreeg hij uit handen van oud-politicus en kinderboekenschrijver Jan Terlouw.
Jelle heeft twee dove ouders en twee horende zusjes. Met hen praat hij in Nederlandse Gebarentaal. Een dag per week gaat hij met een tolk naar de Wilhelminaschool in Bennekom. „Dan zie ik jongens uit de buurt. Ik ga soms met ze voetballen. Ik zit hier ook op voetbal. Mijn teamgenoten roepen me niet, maar zwaaien naar me. Dat gaat uitstekend.“
Bron: De Gelderlander
Reacties