Column: Stoptrein of Sneltrein?
De ontwikkeling van je identiteit gaat altijd door. Soms gaat het heel langzaam en zit je in een stoptrein. Soms gaat het heel snel en zit je in een sneltrein. De laatste weken zit ik in een sneltrein die maar niet wil stoppen. Het dendert door van de ene naar de andere gebeurtenis. De eerste halte was mijn baan…
Door Judith Vogels
Ik ben pas begonnen met mijn nieuwe baan. Bijna iedereen kent gebarentaal en de sfeer is enorm sh/doof-vriendelijk. Het is een verademing voor mij, eindelijk hoef ik niet meer op mijn tenen te lopen. Er zijn vaste tolken in dienst die zo mooi gebaren, dat ik liever naar hun kijk tijdens een vergadering, dan te luisteren naar wat er gezegd wordt. Op het werk ben ik de hele dag omringt met gebarentaal en kan vaak mijn gehoorapparaten uit zetten. Zo kan ik goed wennen aan mijn SLOOF-identiteit.
Maar hoe zit het met mijn slechthorende-identiteit?
De tweede halte was de eerste les van de visuele muziekcursus.
Op het eind kan ik een diploma ervoor krijgen en werken als muziektolk. Liedjes zo visueel mogelijk vertalen naar gebaren, dans, gevoel.
Nu is mijn gehoor nog redelijk en kan ik veel muziek luisteren. Muziek verstaan is een ander ding en daar heb ik wel moeite mee.
Tijdens de eerste les bleek dat het een grote en gemixte groep is.
De cursusleider is doof. De gastdocenten zijn horend waarvan de meeste gebarentaalvaardig. De meeste cursisten zijn (student)tolk NGT. Een ander persoon en ik zijn de enige slechthorenden en gebarentaalvaardig. Twee personen zijn niet gebarentaalvaardig en twee andere personen zijn niet Nederlands gebarentaalvaardig, maar beheersen de Vlaamse gebarentaal.
En dan is de eerste vraag: hoe communiceer je met elkaar?
Alles door elkaar. Gebarentaal, NmG, gesproken Nederlands. Het was zo verwarrend dat ik het niet duidelijker kan verwoorden.
Op een gegeven moment werd ik er zo tureluurs van dat ik heb ingegrepen. Er moest 1 communicatievorm komen en dat is “NmG met stem” geworden.
Maar er is 1 nadeel aan NmG met stem: je concentreert je meer op de gebaren waardoor het volume van de stem lager wordt.
De inhoud van de cursus is heel leuk en interessant. Maar als ik tijdens discussies om me heen keek, zag ik medecursisten zitten met hun hand voor de mond, een sjaal die hoog zit, een coltrui dat hoog zit en handen in de mouwen. Ik weet niet hoe jullie erover denken, maar ik irriteer me eraan.
Als je in zo’n gezelschap bent en gaat gebaren, moeten handen en gezichten vrij en zichtbaar zijn.
In de pauze was ik met een niet-gebarentaalvaardige persoon aan het praten en ik kon haar niet goed verstaan, omdat een andere groep hard aan het praten en lachen was. Ik heb ingegrepen en gevraagd of ze zachter wilden doen, wat ze ook hebben ze ook gedaan.
Het was een leuke dag, maar ik voelde me zo doof. Er was weinig ‘dovencultuur’ en er werd weinig rekening gehouden met de slechthorenden. Het was heel confronterend dat ik het niet meer kon volgen. Maar ik ben de hele dag opgekomen voor mezelf en dat is een goede teken. Eindelijk durf ik er meer voor uit te komen dat in groepen rekening met mij gehouden moet worden.
De derde halte was een bruiloft en ik had mijn badge op. Ik kwam daar en er werd meteen een opmerking door een persoon gemaakt dat ik de badge af moest doen. Dat kwetste mij heel erg. De familieleden hebben mij al eerder gezien met een badge en waren daar heel positief over. Ik heb de badge er niet afgehaald, maar het is niet leuk dat ik van bepaalde personen er niet voor uit mag komen dat ik slechthorend ben. Tijdens de kerkdienst ging zeker de helft langs mij heen. Ik zag mensen lachen maar wist niet waarover. Maar het leukste moet nog komen. Bij de receptie ging ik bij familieleden zitten en ik kon bijna niets verstaan. Er was zoveel rumoer. Af en toe herhaalde een nichtje wat er werd gezegd, maar leuk is anders. Mijn groepje had zoveel plezier….behalve ik. Ik zat erbij en keek ernaar. In het begin probeerde ik nog een beetje te volgen door te kijken naar degenen die praten, maar daar ben ik op een gegeven moment ook mee gestopt. Je kan frustratie van het niets volgen verdoezelen door mee te kijken en mee te lachen, of voor je uit gaan staren met een neutrale mimiek.
Maar helaas werd dat niet opgepikt door mijn groepje familieleden.
Ik zat de hele tijd mezelf af te vragen of ik eerder zou vertrekken. ’s Avonds toen ik thuis was kwamen alle tranen. Dit wil ik nooit meer. Nu heb ik voor mezelf echt een grens bereikt. Elke keer denk ik: het moet toch nog wel lukken? Het lukt me echt niet meer om de communicatie van grote groepen mensen te volgen. Vorig jaar tijdens mijn verjaardagsfeest had ik het al gemerkt. Alles wat ik het afgelopen jaar heb gedaan is een bevestiging van wat ik al wist. Mijn gehoor gaat achteruit en communicatie wordt voor mij ook moeilijker. En dan vragen sommige mensen zich af waarom ik hard praat en waarom ik zoveel praat en waarom ik veel aandacht wil tijdens groepen. Duh!!
Ik heb mijn vader gebeld en verteld van mijn frustratie. Hij vond het moeilijk dat allemaal te geloven. Hij ziet mij niet elke dag en ziet mij als ‘normaal’. Ik heb altijd goed kunnen horen en praten, beheers nu gebarentaal en schrijf columns over slechthorendheid. Het is moeilijk om de knop om te zetten dat ik nu een gebarentaaltolk nodig heb. Zij missen eigenlijk de overgang. Maar hoe zou de overgang kunnen zijn? Ik heb vroeger altijd mijn slechthorendheid verdoezeld en nu niet. Misschien had ik vroeger ook veel last ervan, maar dat weet ik niet meer. Ik woon nu op mezelf en mijn ontwikkeling gaat razendsnel. Terwijl zij achterblijven met een beeld van hoe ik vroeger omging met mijn handicap. Mijn vader vond het idee van een gebarentolk thuis niet prettig. Ik heb op hem ingepraat en gezegd dat ik het in de toekomst vaak ga gebruiken en het zorgt ervoor dat ik feesten op een leuke en ontspannende manier kan volgen. Het laatste wat ik wil is feesten gaan vermijden. Mijn familie heeft er helemaal geen problemen mee en vind het juist goed dat ik het doe. Het zijn mijn ouders die het niet willen. Nu gelukkig mijn vader wel, maar mijn moeder.
Ik kan ook jaren blijven discussiëren met mijn ouders over het wel/niet gebruiken van een tolk, maar dat helpt niet. Zij hebben geen beeld van een tolk gebarentaal en hoe die op feesten gaat tolken. Je moet het gewoon doen. Pas als er een tolk is en ze zien hoe ik ermee omga, zal hun beeld van mij ook veranderen. Mijn verjaardag moet nog komen, maar ik heb er nu al veel zin in. Een tolk komt en ik ben benieuwd hoe mijn vader en familie dat zullen ervaren. Ik moet ook nog leren hoe ik met een tolk omga op feesten. Ik heb de uitnodigingen naar mijn familie opgestuurd en krijg alleen maar positieve reacties.
De vierde halte is sport. Nu sport ik samen met een tolk vriendin. Als we met mensen praten en ik versta het niet, gebaart ze het snel naar mij. Zo was er een persoon die iets vertelde over sporten en zijn ervaringen, maar ik verstond het niet. De persoon kreeg geen reactie van mij en begreep niet waarom. Ik legde dat ik slechthorend ben en dat mijn tolkvriendin het even voor mij moest vertalen.
Daarna kon ik pas een reactie op zijn verhaal geven.
Tijdens het sporten ben ik duidelijk naar de mensen. Ik ben slechthorend en als de muziek aanstaat ben ik praktisch doof. Tijdens groepslessen wordt er veel tussendoor gepraat door de sportinstructrice, terwijl de muziek hard aanstaat. Mijn oplossing; ik doe gewoon na wat de anderen en de instructrice doen.
Ik voel nu dat mijn sneltrein vaart mindert en meer rust krijgt. Eindelijk kies is voor mezelf.
Na jaren van acceptatie en confrontatie durf ik het nu aan. Ik durf nu meer te zeggen dat ik slechthorend ben, dat ik dingen niet kan volgen. Het is nog niet perfect….maar dat komt wel goed. Soms heb ik ook geen zin om te zeggen dat ik het niet kan volgen of denk ik dat mensen het vervelend zullen vinden om voor mij te ondersteunen met gebaren…Dat idee moet gewoon weg.
Het is spannend….een nieuwe fase….de fase van tolk gebarentaal.
Reacties