Column: Assertiviteit
Mijn laatste paar columns waren vooral informatief met mijn (scherpe) mening erbij. Er werd mij gevraagd om weer een column te schrijven over mezelf en alles wat ik meemaak rondom mijn slechthorendheid. Ik moest hard nadenken want ik vond dat alle ontwikkelingen rondom mij in een `stoptreinvaart` zat. Toen ik kritisch ging terugkijken naar alle haltes waar mijn stoptrein was gestopt, zag ik de vragen, gedachten, ervaringen die zich in mijn trein hadden verzameld.
Door: Judith Vogels
Café
Als ik wil afspreken met niet-gebarentaalvaardige vrienden, is het gezellig om naar een café te gaan. Maar een café staat gelijk aan veel lawaai. Door de lawaai heb ik moeite om de gesproken taal te volgen. In zulke situaties voel ik me communicatie-doof en kwetsbaar. Het is nooit leuk om in een situatie te zitten waarbij je ziet dat je vrienden veel lol hebben en in elkaars oren schreeuwen en jij je buitengesloten voelt. Het zorgt ervoor dat ik weinig met cafés heb. Ik ga liever met gebarentaalvaardige vrienden, dan weet ik zeker dat ik een leuke avond ga hebben en mijn vrienden begrijp.
De meeste niet-gebarentaalvaardige vrienden weten inmiddels wel hoe ze met mij moeten omgaan in een café. Ze maken gebruik van algemeen bekende gebaren (zoals DRINKEN, ETEN) en ze zeggen dingen in mijn oor maar moeten dit blijven herhalen als ik het niet versta. In een café heb ik bijna altijd mijn gehoorapparaten uitstaan als het vol is en de muziek hard staat. Ik zeg tegen mijn vrienden ook dat ik ze uitzet en ik `doof` ben.
Als ik nieuwe mensen ontmoet is het eerst even aftasten hoe de communicatie het beste gaat.
Ik heb geen zin om cafés te mijden. Als ik naar een café ga, moet ik opletten hoe de indeling is in het café, hoe het licht is en op welk tijdstip ik ga. Zo heeft het voor mij geen zin om op zaterdagavond om 22.00 uur af te spreken met niet-gebarentaalvaardige mensen om gezellig bij te kletsen . Het is ook fijn als je zelf het café mag kiezen en de plaats waar je zit. Ik heb dat laatst gedaan en het voelde goed voor mijn assertiviteitsproces.
Natuurlijk kun je in plaats van in een café, ook op het terras zitten. Maar als dat terras in het centrum is, heb je ook last van het lawaai en het verkeer.
Therapie
Als je als slechthorend persoon therapie wilt, is de vraag of je naar een horende instantie gaat of een slechthorende/doven instantie. Waar je op moet letten voordat je een keuze maakt: Hoe is je gehoorverlies? (Ben je licht, midden of zwaar slechthorend?) Kun je 1-op-1 gesprekken goed volgen met gehoorapparaten? Wat is je moedertaal? En waarvoor heb je therapie?
Zelf ben ik middenslechthorend, kan ik 1-op-1 gesprekken goed verstaan, Nederlands is mijn moedertaal en ik ga niet naar therapie vanwege mijn slechthorendheid. Dus ik heb besloten om naar een horende therapeut te gaan.
Als ik de therapeut niet kan verstaan kan ik altijd nog een (schrijf)tolk meenemen.
Als je naar een horende therapeut gaat, moet je op letten dat hij/zij duidelijk praat, oogcontact maakt en rekening met je houdt. Het laatste wat je wilt is dat je tijdens je sessie honderd keer om herhaling moet vragen. Als je een therapeut hebt die geen rekening met je houdt, is het verstandig om een ander therapeut te vragen. In deze situatie vind ik dat je op moet komen voor jezelf en mag verwachten dat de therapeut rekening met je houdt. Ik ga niet, als ik mijn diepste emoties uit, ook veel moeite doen om de therapeut te verstaan en te volgen. Maar het is ook belangrijk dat de horende therapeut jou ook kan verstaan en begrijpen.
Het is fijn als het klikt tussen jou en je therapeut. Als je niks met hem/haar hebt, zullen de effecten van de therapie minder zijn.
Je hebt verschillende GGZ instanties die gericht zijn op dove en slechthorende mensen. Zo hebben ze tolken in dienst en leren de werknemers gebarentaal. Zo heb je PsyDoN, de Riethorst en nog meer instanties. Ook zijn niet alle therapeuten horend.
Schrik
Ik stond laatst op en zette het journaal aan (met ondertiteling natuurlijk). Het was heel stil en ik moest kijken naar de tv om het journaal te volgen. Toen ik mijn gehoorapparaten indeed besefte ik dat het een groot verschil was. Ik hoorde de tv goed en kon rondlopen terwijl ik luisterde. Ik vond het een schok dat ik eerst helemaal niets hoorde en dan plotseling aangesloten ben op het geluid.
Zo had ik het ook omgekeerd. Ik was rustig tv aan het luisteren op een bepaald volume. Toen ik mijn gehoorapparaten uit deed, schrok ik dat het zo stil was.
Ik was laatst ook met een vriend aan het praten op de sportschool waar ik mijn gehoorapparaten niet in heb. (Dit omdat ik geen zin heb, het in en uit moet doen i.v.m. douchen bij de sportschool). Ik kon hem met moeite verstaan terwijl ik daar de afgelopen maanden weinig problemen mee heb gehad. Het is eng als je denkt dat je gehoor achteruit gaat.
Maar ik ga nu niet meteen naar de audicien hollen om mijn gehoor te testen. Ik ken die testen en ik weet hoe ze werken na al die jaren. Voor mij zijn de testen niet meer 100 % betrouwbaar. Iedereen die een pieptoon test heeft ondergaan weet waarover ik nu praat. Tijdens de test twijfel je vaak of je de toon echt hebt gehoord of denkt het te hebben gehoord. Daardoor kun je bij bepaalde tonen het per test anders doen en zul je bij uitslagen misschien een decibel meer of minder hebben.
Ik ga pas mijn gehoor weer laten testen als ik echt zeker weet dat mijn gehoor achteruit gaat. Maar ja, wanneer weet je het zeker? Vaak gaat het heel geleidelijk…
Assertiviteit
Ondertiteling
Thuis zet ik ondertiteling aan wanneer ik dat wil. Maar ik vind het moeilijk om bij andere mensen te vragen of zij ondertiteling willen aanzetten voor mij, omdat je in het huis van een ander bent. Bij een aantal familie en vrienden is dat normaal en doen ze het voor mij.
Ik was laatst bij persoon A. Wanneer ik er ben zet A. vaak uit zichzelf de ondertiteling aan. Maar laatst met het WK voetbal deed A. dat niet, terwijl ik het wel aan hem had gevraagd. Ook kreeg ik van de andere mensen die erbij waren te horen dat zij geen ondertiteling op tv wilden. Ondertiteling met voetbal, dat doe je gewoon niet. De tv is digitaal en heeft drie afstandbedieningen en ik ben a-technisch, dus ik kon het zelf niet aanzetten. Ik heb het commentaar van de sportpresentatoren de hele wedstrijd niet goed kunnen volgen. En als ik dan een opmerking maakte over wat er gebeurde tijdens de wedstrijd, kreeg ik een opmerking naar mijn hoofd geslingerd dat het net was gezegd en ik moet luisteren.
Trein
Ik ben de laatste tijd bewust bezig om assertiever te worden m.b.t. mijn slechthorendheid.
Zo was ik in de trein met mijn zusje en we waren gezellig aan het kletsen. In de coupe was een kind die hard aan het lachen was met zijn moeder en dat bleef maar doorgaan. Mijn zusje en ik werden er tureluurs van. Toen ik de moed had verzameld liep ik naar de moeder en vroeg of ze wat zachter konden doen omdat ik mijn zusje niet kan verstaan en ik slechthorend ben. En ja, ze deden daarna stiller.
Bus
Ik was een keer in een streekbus met een dove vriendin. Wij moesten naar een dorpje toe waar we een bijeenkomst hadden. Wij gingen zitten en kletsen. Op een gegeven moment wisten we niet waar we waren en ik liep naar de buschauffeur om te vragen wanneer onze halte was. Hij viel uit naar mij en zei dat ik maar moest luisteren naar de omroepen. Ik zei dat ik slechthorend ben en de omroepen niet kan horen omdat die te zacht staan. Hij heeft het zo hard gezet zodat ik het kon horen. Maar het nadeel bij de omroepen is dat ze hard zeggen `volgende halte` en dan een toon lager de naam van de halte zeggen. En die kon ik wel horen, maar niet verstaan. Ook was het tv-scherm waar de haltes op staan kapot. Ik liep op een gegeven moment weer naar voren en vroeg of we er bijna waren. Hij zei dat hij de omroep harder had gezet en ik maar moet luisteren. Ik zei dat ik het wel kan horen, maar niet verstaan. Toen koelde hij wel af en gaf duidelijk aan waar we uit moesten stappen, op een vriendelijke manier.
Wat we hiervan hebben geleerd: het omroepsysteem in de bus kan harder gezet worden!
Ik was uitgenodigd voor een bijeenkomst om met een aantal dove, slechthorende en plotsdoven onze ervaringen van problemen waar wij tegenaan lopen in het openbaar vervoer te bespreken. Ik vertelde toen het verhaal van de bus. Een oudere vrouw die (zwaar)slechthorend is zei dat ze zichzelf herkende in mij, zelf was ze voeger ook zo. Ze zei dat ze vroeger ook te trots was om meteen te zeggen dat je slechthorend ben. Er werd aan mij gevraagd waarom ik dat niet meteen zeg.
Omdat ik a: ervan uit ga dat ik die persoon kan verstaan. Als ik hem niet kan verstaan vraag ik om herhaling. Als ik het nog steeds niet kan verstaan, zeg ik dat ik slechthorend ben.
En b: het voelt voor mij niet prettig om de hele dag door tegen iedereen te zeggen dat ik slechthorend ben. Wat gaat hen dat aan? Als ik hen kan verstaan hoef ik het niet te zeggen. Dat heeft niets met trots zijn te maken. Als mijn gehoor meer achteruit gaat, zal ik het wel meteen moeten zeggen.
Ik heb wel goede tactieken geleerd tijdens die bijeenkomst. Als je de bus instapt en niet weet wanneer je halte is, waar je eruit moet, kun je het volgende doen: Je zegt meteen tegen de chauffeur dat je slechthorend bent, je vraagt of hij wil laten weten wanneer je uit moet stappen door te zwaaien of andere oplossingen die voor jou werken.
Een voorwaarde is wel dat je vlakbij de chauffeur gaat zitten, waar hij jou kan zien.
Doordat je zelf een oplossing aangeeft voor de chauffeur zal hij waarschijnlijk jou helpen. Als je geen oplossingen geeft voor hem, wordt hij voor blok gezet en geef je hem een ongemakkelijk gevoel.
En soms is het handiger om te doen alsof je doof bent, want dan moet de chauffeur het op een visuele manier duidelijk maken. Als je zegt dat je slechthorend bent, kunnen zij daar bepaalde vooroordelen over hebben. Zoals mijn ervaring in de bus.
Fiets
Als ik op straat fiets, schrik ik altijd van de fietsers. Ik hoor niets achter mij, behalve gammele piepende fietsen. Als ik wil inhalen of voor iets uitwijk schrik ik van de fietsers die mij inhalen. Ik ben van vroeger uit gewend dat ik fietsers achter me hoor. Dus je gaat dan vanuit dat als je niets hoort, er ook niets achter je is.
Ik heb een tijdje het bordje SH op mijn fiets gehad (van de NVVS). Op den duur ging het bordje kapot en ik heb er geen nieuwe op gezet. Veel mensen weten niet wat SH betekent.
Ik wil later wel een spiegeltje op mijn fiets laten zetten. Maar dat doe ik als ik een eigen huisje heb en niet meer in Utrecht woon. Ik denk niet dat het spiegeltje het lang zal overleven in de grote stad.
Tot die tijd kijk ik wel eerst naar achteren als ik wil inhalen. En als ik met vrienden samen fiets, fiets ik aan de binnenkant, zodat de vriend kan uitwijken als er iemand wilt inhalen.
Nu ga ik weer verder met mijn `trein`. Ik ben benieuwd of mijn volgende trein een `stoptrein` of een `sneltrein` wordt. Tot de volgende halte.
Reacties