Bij ons hebben alle leerlingen moeite met taal
De Kring bestaat dertig jaar. De school zorgt ervoor dat veel kinderen die slecht horen, spreken of autistisch zijn, in de maatschappij op hun pootjes terechtkomen.
Veertig, vijftig jaar terug had je als slechthorend of autistisch kind meestal pech. Je ouders herkenden je handicap niet of niet op tijd, het consultatiebureau evenmin. Ze vonden je een lastig of een stil kind.
Als dan uiteindelijk de aap uit de mouw kwam, ontbrak het scholen aan kennis en middelen om aangepaste lessen te verzorgen. Je kon niet mee op school en had als jongvolwassene weinig kansen. Je omgeving begreep niks van jouw beperkingen, hoon en spot waren vaak je deel. In het ergste geval maakte je carrière als dorpsgek.
Dus was het voor Zeeuwse kinderen met taal- en spraakproblemen, autisme of meervoudige handicaps een zegen dat in 1977 De Kring verscheen. De school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs begon met zeven leerlingen aan de Westsingel in Goes, sinds 1985 huist De Kring aan de Tiendendreef.
Als je er nu binnenwandelt, valt de rust in de school op. Geen hordes leerlingen die door de gangen galopperen, geen geschreeuw; het onderwijs schrijdt hier ogenschijnlijk in een kalm tempo voort.
En dat is ook zo, zegt directeur Mattanja Hiensch van het speciaal onderwijs van De Kring. “We proberen een rustige, gemoedelijke, veilige sfeer te scheppen, want deze leerlingen missen toch vaak zelfvertrouwen. Dat is logisch. Als pas rond je tweede, derde jaar wordt ontdekt dat je slechthorend bent, heb je een achterstand opgelopen. Vooral in spreek- en taalvaardigheid, omdat je je ouders nooit goed hebt verstaan. Dan kun je niet met leeftijdgenootjes mee en dat knaagt aan je zelfvertrouwen. Bij ons hebben alle leerlingen moeite met taal. Stapje voor stapje, en in kleine groepjes, moeten ze leren praten, lezen en communiceren, bijvoorbeeld door een spreekbeurt te houden.”
De groep is divers: slechthorend, slechthorend meervoudig gehandicapt, doof, doof meervoudig gehandicapt, spraak- en taalproblemen, autistisch (ontwikkelingsstoornis die zich uit in gebrekkige communicatie, slecht begrip van situaties en beperkte sociale vaardigheden). Daarbij groeit het aantal leerlingen, omdat handicaps veel sneller worden herkend. Door ouders, maar ook door consultatiebureaus, peuterspeelzalen en basisscholen die professioneler zijn gaan werken.
Ook zijn de handicaps tegenwoordig complexer. Hiensch: “De maatschappij is ingewikkelder geworden en de druk op school groter dan vroeger. Ze moeten met de pc leren omgaan, Engels spreken en cito-toetsen doen. Dat legt veel druk op ze. Bij ons komen dan ook meer verknipte kinderen binnen. Die draaien snel dol of kruipen weg. Ik heb nu een autistisch tienjarig jongetje dat depressief is. Het heeft te lang op een gewone basisschool gezeten, is achterop geraakt en wil momenteel niks meer. We proberen hem positieve ervaringen te laten opdoen en ervan te overtuigen dat hij niet de enige is die problemen heeft.”
Het speciaal onderwijs biedt hetzelfde leerpakket als de basisschool. Kinderen kunnen doorstromen naar het gewone basisonderwijs of het middelbaar onderwijs. Dat gebeurt vaak met ambulante hulp van Auris, de begeleidingstak van De Kring. Auris geeft niet alleen de leerlingen een duwtje in de rug, de organisatie staat ook gezinnen bij en zoekt na het examen mee naar een geschikte baan.
Een andere mogelijkheid ligt binnen De Kring een deur verder: het speciaal voortgezet onderwijs. In de bovenbouw kunnen leerlingen zich er specialiseren in vier gebieden: groenonderhoud, techniek, economie en zorg en welzijn. Het onderwijs is praktijkgericht. “Onze leerlingen leren slecht uit boeken, ze moeten zien en ervaren”, zegt vso-directeur Marcel Provoost.
De meesten stromen door naar het ROC Zeeland en zoeken later een baan waar ze vooral met de handen mogen werken. Maar niks is onmogelijk, bewijst er eentje. Die is nu fysiotherapeut.
Reacties