Annuleringsregeling tolkopdrachten levert problemen op
UWV en Menzis willen vanaf 1 januari 2009 niet meer betalen voor te laat afgezegde tolkopdrachten. Als de tolkopdracht door de schuld van de dove klant niet doorgaat, moet de klant betalen. Maar hoe weet je wiens schuld het is? En wat zijn daarvan de gevolgen? De Nederlandse Beroepsvereniging Tolken Gebarentaal wil niet gedwongen worden rekeningen te sturen naar dove klanten.
Door NBTG
Als een dove klant een tolkopdracht binnen 48 uur voor aanvang van de opdracht annuleert, dan mag de tolk de gereserveerde uren voor de tolkopdracht declareren bij UWV en Menzis. Dat is een regeling die al altijd heeft bestaan. Sinds de zomer van 2007 vinden het UWV en Menzis dit plotseling geen goede regeling meer. Zij willen niet langer voor de te laat geannuleerde opdrachten betalen en zij willen deze annuleringsregeling per 1 januari 2009 afschaffen.
UWV heeft aangegeven dat een tolkopdracht die door de `schuld` van de dove klant geannuleerd wordt (bijvoorbeeld de dove persoon zegt een afspraak af of is ziek) niet langer meer betaald wordt door het UWV. De tolk moet dan de rekening naar de dove klant sturen. Voor opdrachten waar de `schuld` bij derden ligt moet een percentage in het salaris van de tolk gereserveerd worden, zo vindt het UWV. Maar de tolk weet niet wanneer het de `schuld` is van de dove klant of van derden (bijvoorbeeld de dokter waar de afspraak was).
In de praktijk betekent dat het volgende:
Marieke, een doof meisje van 16 jaar, gaat naar de Havo. Marieke heeft op woensdag een tolk van 8 tot 15 uur (totaal 7 uur). Marieke annuleert de tolk te laat. De tolk vraagt aan Marieke waarom zij annuleert. Marieke moet de tolk een reden geven, anders weet de tolk niet wie er moet betalen. Als Marieke zegt geen zin te hebben in school, of ziek is, of een andere reden heeft om niet te gaan, dan moet de tolk de ouders van Marieke een factuur voor 7 tolkuren sturen.
Jan, een dove werknemer, heeft elke vrijdag een tolk voor een twee uur durende vergadering. Jan annuleert de opdracht te laat omdat hij een afspraak heeft bij de dokter voor zijn zieke dochter. De tolk vraagt waarom Jan de opdracht annuleert. Jan weet dat als hij de echte reden zegt, hij dan de tolk moet betalen. Jan zegt tegen de tolk dat de voorzitter van de vergadering de vergadering geannuleerd heeft. De tolk moet het risico van de geannuleerde opdracht zelf dragen en krijgt geen uren betaald. Dit risico moet de tolk betalen uit de 1 euro opslag per uur. Een week later hoort de tolk bij de vergadering dat de vergadering van vorige week wel is doorgegaan.
Op deze manier krijgt de tolk een controlefunctie en moet de tolk controleren waarom de dove persoon heeft afgezegd. Dit brengt de relatie tussen de klant en tolk ernstig in gevaar. De klant zou geen verantwoording af moeten leggen aan de tolk voor de annulering en de tolk zou niet gedwongen moeten worden om te controleren.
Wanneer de rekening voor een tolkopdracht naar de dove klant gestuurd wordt, levert dit in veel situaties natuurlijk problemen op. Als het bijvoorbeeld om onderwijsuren gaat of om studiedagen op het werk, kan de rekening erg hoog worden omdat het vaak lange dagen betreft. En voor veel mensen is dat niet te betalen.
De tolken denken dat deze oplossing niet goed werkt. Ze willen niet genoodzaakt zijn om hun rekening naar de dove klant te sturen. Daarom is de NBTG samen met andere leden van het Tolkenlandoverleg (in dit overleg zitten ook de belangenorganisaties voor dove en slechthorende mensen) bezig om te kijken of het lukt om de afschaffing van de annuleringsregeling te voorkomen of op een andere wijze vorm te geven.
Er wordt nu druk gesproken over wat er zou moeten gebeuren en iedere dag vinden er nieuwe ontwikkelingen plaats. In de week van 6 oktober heeft de NBTG nogmaals verzocht aan het UWV om gezamenlijk in gesprek te gaan over dit probleem.
De NBTG hoopt dat er zo snel mogelijk een oplossing komt en dat de dove klanten en de tolken niet de dupe worden van deze totaal ongewenste maatregel van de overheid.
Reacties