“Mama?” riep ze. “Mama?! MAMA!!”
De eerste keer dat het gebeurde had ik net twee biertjes op. Ik ging keihard onderuit en kwam weer bij bewustzijn doordat mijn vriend mijn naam riep en hard in mijn wangen kneep. Ik weet nog dat ik dacht: “Jeetje, zó veel heb ik toch niet gedronken?”
Weken later gebeurde het voor de tweede keer. Ik was net klaar met avondeten. Ik begon te zweten en werd misselijk. Had ik vlees gebakken dat niet goed meer was?
Was de yoghurt over datum?
Voordat ik het kon checken hing ik boven de toiletpot en kotste de longen uit mijn lijf.
De derde keer was ik alleen thuis met mijn destijds éénjarige zoon en driejarige dochter. Ze waren ’s nachts vaak wakker geweest en ik voelde me niet echt fit. Mijn zoon kroop rond over het tapijt in de woonkamer en mijn dochter rommelde wat met LEGO-blokken, toen ik van het ene op het andere moment niet meer op mijn benen kon staan. Er zat niets anders op dan op de bank te gaan liggen.
Met mijn ogen dicht.
“Mama is ziek?” hoorde ik mijn dochter vragen. Maar meer dan een licht gekreun kreeg ik niet over mijn lippen.
“Mama?” riep ze. “Mama?! MAMA!”
Het lukte me nog net om haar naar me toe te wenken en haar handje vast te houden, zodat ze niet in paniek zou raken. Op de achtergrond zag mijn nietsvermoedende éénjarige intussen zijn kans schoon en trok alle boeken van de onderste boekenplank.
Maanden later blijkt dat deze aanvallen van algehele ellendigheid niks te maken hebben met dronkenschap, bedorven voedsel of slaaptekort. Na een hoortest – die ik doe omdat de tv steeds harder moet en ik mezelf continu ‘Wat zeg je?’ hoor vragen – wil de KNO-arts weten of ik nog andere klachten heb. Ik mompel iets over hoofdpijn en harde, lage bromtonen in mijn linkeroor. En… oh ja, ik ben ook een paar keer zomaar kotsmisselijk geworden en van m’n stokje gegaan. “Maar ja,” lach ik nog, “dat heeft natuurlijk niks met mijn oren te maken.”
Niets is minder waar. Ik blijk de Ziekte van Ménière te hebben.
Thuis zoek ik het meteen op via Google. Wat ik tegenkom klinkt niet fijn, maar wel héél bekend: gehoorverlies (check), oorsuizen (check) en aanvallen van duizeligheid die ervoor zorgen dat je je hondsberoerd voelt en niet meer kunt functioneren (CHECK!).
Ineens vallen allerlei situaties op hun plaats.
Zoals die middag dat ik misselijk werd tijdens een werkoverleg met een klant. Een man met een uitstekend reactievermogen; hij trok vliegensvlug een plastic zak tevoorschijn toen hij doorhad dat ik moest overgeven. Of die keer dat ik midden in de Utrechtse binnenstad van mijn fiets viel vanwege een aanval van extreme duizeligheid. Ik weet nog precies hoe stom het voelde dat ik de omstanders niet duidelijk kon maken dat ze niks voor me konden doen. Dat ik alleen maar met m’n ogen dicht op de koude stoeptegels wilde zitten totdat de carrousel in mijn hoofd zou stoppen met draaien.
Als ik m’n moeder bel om verslag te doen van de hoortest, reageert ze geschrokken.
“Zijn daar medicijnen voor?” vraagt ze.
“Helaas niet,” zeg ik, “aan Ménière valt niets te doen. En ik moet waarschijnlijk ook een hoortoestel.”
“Maar je bent nog zo jong,” roept m’n moeder uit, “dat hóórt niet!”
“Nee,” zeg ik, “maar ik hoor straks gelukkig weer wél.”
Evelyne Hermans is tekstschrijver en werkt bij Berengroep. Ze woont met haar vriend en vier kinderen (twee van haar, twee van hem) in Utrecht. Op Doof.nl schrijft ze columns over haar ervaringen met slechthorendheid, zowel in haar privéleven als op haar werk.
Reacties
Heel herkenbaar, het is echt een hele nare ziekte. Vaak denken mensen,dat komt enkel bij oude mensen voor. Het tegendeel is echter waar. Goed dat je voor Doof schrijft ?
Dank je wel, Frank!