Open oor voor elkaar

05-03-2006 algemeen

DEN DOLDER – Ook voordat de tolk gebarentaal gearriveerd is, is het nog prima communiceren met Corrie Tijsseling. Ze praat verrassend duidelijk en op normaal volume. Volgt nauwkeurig iedere beweging van mond en ogen om vervolgens de gewenste koffie met melk te maken. Als haar signaalhond Fan Fan dan opspringt en druk begint te kwispelen, weet Corrie dat er een sms`je op haar telefoon is binnengekomen. “De tolk. Ze is er met vijf minuutjes “, laat Corrie weten.

39 jaar is deze nuchtere vrouw die werd geboren uit een vader én moeder met het syndroom van Usher, een zeldzame genetische afwijking die leidt tot doofheid, en veelal blindheid op latere leeftijd. Corrie zelf hield er een nóg zeldzamer genetisch defect aan over dat weliswaar haar ogen spaarde, maar zelfs het minste piepje geluid op jonge leeftijd voorgoed deed verstillen.

Ze is inmiddels getrouwd, kreeg twee beeldschone kinderen en doet momenteel promotieonderzoek aan de Universiteit van Utrecht. Onlangs verscheen een bewerking van haar afstudeerscriptie in boekvorm Anders doof zijn (uitgeverij Van Tricht). Belangrijkste conclusie: vroegdove kinderen én hun ouders zouden veel meer en intensiever dan nu in contact moeten komen met een visuele (gebaren)taal. “Nog altijd wordt gebarentaal slechts gezien als gereedschap, als hulpmiddel om tot de verwerving van een gesproken taal te komen. Terwijl een visuele taal volgens mij juist het einddoel zou moeten zijn”, stelt Corrie.

De bottleneck zit `m in het feit dat 90 tot 95 procent van de vroegdove kinderen horende ouders heeft. “Gebarentaal is niet zo makkelijk geleerd en het aanbod van uitgebreide cursussen beperkt. Het gevolg is dat de opvoeding van menig vroegdoof kind vooral gericht zal zijn op onze auditief ingestelde maatschappij. Het kind zal daardoor nooit echt ergens bij horen; bij de horende noch de dovengemeenschap. Het zal zich altijd als een Nederlander tussen de Chinezen wanen.”

Corrie beschrijft op wetenschappelijke doch toegankelijke wijze over de totaal verschillende ontwikkeling van gesproken en visuele taal in de hersenen. Ze bespreekt bovendien de meest uiteenlopende problemen waarmee vroegdoven als gevolg van communicatiearmoede in de eerste levensjaren te maken zullen krijgen. Van eenzaamheid en drugsgebruik tot identiteits- en gedragsproblemen. Zij doet dan ook een dringend beroep op het ouderlijk geweten: “Ervan uitgaand dat dove kinderen recht hebben op een gebarentalige omgeving, mag dan van hun horende ouders worden verwacht, verlangd, zelfs geëist dat ze daarin voorzien?”

Over haar eigen doof zijn is Corrie Tijsseling vrij nonchalant. “Met twee dove ouders ben ik tweetalig opgevoed. Een groot goed. Doof zijn is voor mij geen onoverkomelijk probleem gebleken om gelukkig te worden. Het zijn niet de vogeltjes of muziek die ik mis, eerder de toegang tot de maatschappij.” En dat kan soms lastige situaties opleveren: “Zit ik in de trein te lezen, mis ik bijvoorbeeld de vraag van de conducteur om mijn kaartje te tonen. Krijg ik ineens een stevige por met de opmerking of ik soms doof ben.” Spottend: “Dan roep ik `ja, toevallig ben ik dat`.”

corrie_tijsseling

Voetbaltoernooi
“Of de keer dat mijn zoon door een op het laatste moment verschoven afspraak een voetbaltoernooi van school miste. Alle moeders wisten het, alleen ik had het niet meegekregen. Mijn zoon was verdrietig en boos op me. Maar dat vind ik dan vooral rot voor hem. Net als dat hij of zijn zus wel eens gepest wordt met hun dove moeder. Dan hoor ik `s middags na veel aandringen bij verdrietige gezichtjes dat klasgenootjes kennelijk achter mijn rug hebben staan roepen naar me. Vervelend voor mijn kinderen, maar wat mij betreft: hoort het niet, schaadt het niet.”

Het zijn enkele van de vele anekdotes die ze met een grote dosis zelfspot de revue laat passeren. “Dat moet kunnen toch. Met zielig doen bereik je weinig. Die instelling heb ik van mijn vader. Die is altijd hard geweest voor zichzelf, maar ook voor mij en mijn twee dove broers. Ik kan me nog goed zijn reactie herinneren toen ik bijna onder een auto was geraakt. Ik was nog klein, speelde buiten en werd ineens abrupt door een buurman van straat gevist. Toen ik behoorlijk geschrokken thuis werd afgeleverd door die meneer, kreeg ik geen greintje medelijden van mijn vader, maar een pets om mijn oren. Op mijn verweer dat ik die hele auto dus niet gehoord had, zei hij alleen maar: `Je hebt toch een paar ogen gekregen, gebruik ze dan ook!`” Ze moet er opnieuw om lachen. “Daarmee kom ik meteen op een ander kernpunt uit mijn betoog: de beschermde manier van opvoeden van dove kinderen. Deze groep, toch al van onderzoek naar onderzoek gesleept, wordt hun leven lang als probleem en patiënt beschouwd. Nog afgezien van de moeizame communicatie die tussen de horende ouders en hun dove kind zal plaatsvinden, zullen zij met handschoentjes worden aangepakt. Liefdevolle verwaarlozing, zoals dat met een mooi woord heet, zal een doof kind niet snel overkomen. Eerder een liefdevolle verstikking. Veel dove kinderen staan daarom bijvoorbeeld bekend als egocentrisch en onbuigzaam. ”

Corrie, die als jong meisje aanvankelijk nog met grote gehoorapparaten regulier onderwijs volgde, deed uiteindelijk examen mavo in het speciaal onderwijs. “Zoals de meeste doven kreeg ik werk als hovenier. Ik trouwde en kreeg kinderen. Toch voelde ik me onrustig. Ik wilde meer, studeren, me verder ontwikkelen. Maar hoe doe je dat met slechts een mavo-diploma en ontelbare obstakels?” En dan blijkt er zoiets te bestaan als een toelatingsexamen voor de universiteit. En beschikt Corrie ook nog eens over een prettige dosis intelligentie, leerprestaties en doorzettingsvermogen.

Prestatie
Hoewel er eerst nog een twee jaar durende rechtszaak aan te pas moest komen voordat een tolkvoorziening werd toegekend – “mijn studie was immers geen middel om een baan te vinden, ik had juist ontslag genomen om mezelf verder te kunnen ontplooien” – begint Corrie dan in 1999 aan een studie theoretische en historische pedagogiek, om in 2005 af te studeren. “Een tour de force”, zoals ook een van de professoren in het voorwoord van haar boek zegt, “die bovendien weinigen zal zijn gegeven. Al was het maar omdat de universiteit niet de meest dovenvriendelijke omgeving is.”

Weemoedig denkt Corrie aan haar vader, die de presentatie van haar werk niet meer heeft mogen meemaken. “Afgelopen november stierf hij. Zijn foto prijkt op het boek, maar dat had hij sowieso niet meer kunnen zien. Met vijftig jaar raakte hij ook zijn zicht kwijt. Kijk, dát is pas een probleem. ”

“Nee, ik vond mijn dove ouders nooit zielig. Wel vond ik het sneu dat mensen nooit zagen wat een mooie, slimme en lieve man mijn vader was. Hij heeft zijn leven lang geprobeerd zo goed mogelijk te praten. Wij mochten bijvoorbeeld nooit in het openbaar gebarentaal gebruiken. Maar zodra hij zijn mond opendeed, kon hij steevast rekenen op een blik vol afgrijzen. Dan zag je die mensen terugdeinzen alsof er staatsgevaarlijke gestoorde was losgelaten. En zo zal het veel doven vergaan”, zegt Corrie, die er daarom voor pleit niet zo eindeloos te hameren op spraaklessen bij dove kinderen. “Besteed die tijd liever aan lezen, schrijven en kennis vergaren. Want het kennis- en onderwijsniveau van dove kinderen is bedroevend.”

Corrie Tijsseling hoopt met haar werk – en de vele adviezen en lezingen die ze als inspirerend voorbeeld van succesvol functioneren met een gehoorbeperking geeft – de doven- en horende gemeenschap dichter bij elkaar te brengen.

Bron: Telegraaf.nl


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.