Digitale woordenschattoets ontwikkeld voor kinderen met auditieve beperking
Een doof op slechthorend kind kent over het algemeen minder woorden dan een kind dat goed kan horen. Deze achterstand in woordenschat is vaak de belangrijkste oorzaak voor problemen met begrijpend lezen. De Radboud Universiteit ontwikkelde een digitale woordenschattoets die in speciaal basisonderwijs gebruikt kan worden.
Karien Coppens, communicatie- en informatiewetenschapper aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, volgde vier jaar lang 140 dove en zwaar slechthorende leerlingen in de ontwikkeling van hun woordenschat. De kinderen waren in de leeftijd van 8 tot 13 jaar aan het begin van het onderzoek. Bij elk meetmoment kregen de kinderen twee opdrachten die de mate van woordherkenning en diepere woordkennis maten. De uitkomst vergeleek Coppens met die van 819 horende basisschoolkinderen.
Uit het onderzoek bleek dat zowel de grootte, diepte, als de groei van de woordenschat bij auditief beperkte kinderen kleiner is dan bij horende kinderen. De achterstand in woordenschat is het grootst bij moeilijke woorden.
'Over het algemeen ontwikkelen dove kinderen een kleinere woordenschat, omdat ze minder woorden indirect in hun omgeving opvangen, in vergelijking met horende kinderen,' geeft Coppens als mogelijke verklaring. 'Makkelijke woorden heb je nodig om de betekenis van moeilijke woorden uit te leggen en dus te begrijpen. Op die manier beperkt een kleinere basiswoordenschat de dove kinderen in het leren van moeilijkere woorden.'
Onderlinge verschillen
Auditief beperkte kinderen verschillen overigens ook onderling sterk in hun woordenschat. Kinderen met bijvoorbeeld een hoortoestel of implantaat, een hoog intelligentienuveau, die met hun ouders via spraak communiceren, die regulier onderwijs volgen of waarbij op latere leeftijd gehoorverlies is ontstaan, zijn hierbij in het voordeel, aldus Coppens.
Opmerkelijk is dat de prestatieverschillen tussen auditief beperkte kinderen over de tijd gelijk blijven. Nu een grote woordenschat betekent op latere leeftijd een relatief grotere woordenschat. En voor kinderen met een kleine woordenschat geldt hetzelfde.
Woordenschattoets
De wetenschappelijke inzichten waar Coppens vandaag op promoveert, kunnen meteen in de praktijk gebracht worden. Het onderzoeksteam heeft namelijk een woordenschattoets van tien minuten ontwikkeld, die docenten digitaal bij leerlingen kunnen afnemen. Zo wordt de ontwikkeling van een leerling in kaart gebracht en de verwachte groei voorspeld. 'Deze toets geeft bijvoorbeeld inzicht of een auditief beperkte leerling een voldoende woordenschatniveau heeft om door te stromen naar het reguliere onderwijs', aldus Coppens.
De toets, genaamd Woord voor Woord, bestaat uit negen niveaus. Elke keer als de toets wordt afgenomen, past de moeilijkheidsgraad zich automatisch aan op grond van de eerder behaalde resultaten van het kind. Naar verwachting zullen scholen voor kinderen met een auditieve beperking vanaf volgend jaar gebruik kunnen maken van Woord voor Woord.
Bron: NWO
Reacties