Discussie: spraak- en taalontwikkeling kinderen met CI
De afgelopen dagen verschenen op internet artikelen over twee verschillende onderzoeken naar de spraak- en taalontwikkeling van kinderen met een cochleair implantaat. Inge Molemans concludeert dat doofgeboren kinderen hun spraakachterstand kunnen inhalen dankzij een implantaat. Taalkundige Marcel Giezen stelt echter dat dove kinderen met een implantaat moeite houden met het leren van woorden. Lees hier beide artikelen en discussieer mee.
Doofgeboren kinderen kunnen spraakachterstand inhalen dankzij implantaat
Baby`s met ernstig gehoorverlies hebben het moeilijk om hun spraak te ontwikkelen en lopen op heel jonge leeftijd al achterstand op. Een implantaat kan die achterstand echter beperken, blijkt uit een onderzoek van Inge Molemans (Universiteit Antwerpen).
"Eigenlijk komt de belangrijkste periode van de spraakklankontwikkeling vóór de eerste echte woordjes, wanneer baby`s onverstaanbare klanken en hun typische gebrabbel produceren", legt Molemans uit. Dan al is er bij kinderen met ernstig gehoorverlies een merkbare achterstand ten opzichte van hun horende leeftijdsgenootjes. "Ze brabbelen niet op elf maanden en gebruiken kortere en minder complexe uitingen."
Cochleair
Om doofgeboren baby`s ook toegang tot geluid te geven, krijgen ze vaak een cochleair implant: een elektronisch hoorapparaat dat het gehoor gedeeltelijk herstelt. Maar is zo`n implantaat genoeg opdat de baby – die nog niet kan spreken – ook gesproken taal zou ontwikkelen?
Brabbelfase
Uit de vergelijking van klanktontwikkelingen bij horende en doofgeboren baby`s met een implantaat bleek dat de achterstand in de brabbelfase wel blijft bestaan, maar dat al na enkele maanden met het implantaat jonge peuters hun achterstand in hoog tempo inhalen. "Op tweejarige leeftijd is het verschil met kinderen zonder gehoorproblemen bijna volledig verdwenen", aldus Molemans. Ook kinderen met een cochleair implant hebben dan de mogelijkheid om in sneltempo Nederlandse woorden te verwerven.
Bron: GoedGevoel.be
Dove kinderen met implantaat houden moeite met woorden leren
Taalkundige Marcel Giezen promoveerde op de taalvaardigheden van kinderen met een ‘cochleair implantaat’ (CI), een elektrisch hoorimplantaat dat het in veel gevallen mogelijk maakt gesproken taal te leren. De belangrijkste vragen die hij onderzocht waren of kinderen met een CI nog wel gebarentaal nodig hebben, en of het aanbieden van gebaren hun gesproken taalontwikkeling afremt.
Giezen onderzocht in totaal vijftien kinderen rond de zes jaar met een CI in zijn proefschrift Speech and Sign Perception in Deaf Children with Cochlear Implants, waar hij op 29 april op promoveerde. Reden om het onderzoek te verrichten was de heersende opinie dat gebarentaal gebruiken slecht is voor de spraakontwikkeling van dove kinderen.
Giezen’s onderzoek laat echter zien dat de kinderen met een CI alsnog moeite blijven houden met het waarnemen van belangrijke klankverschillen en het leren van nieuwe woorden. Het aanbieden van gebaren blijkt geen negatief effect te hebben op hun spraakwaarneming. Sterker nog: gebarentaal lijkt zelfs een positief effect te hebben op de snelheid van gesproken woordherkenning.
De bevindingen uit het onderzoek van Giezen suggereren dus dat gebarentaal de gesproken taalontwikkeling niet in de weg hoeft te staan. ‘Het is een geweldige uitvinding, echt waar, maar het worden nooit horende kinderen’, zei Giezen afgelopen zaterdag in het NRC Handelsblad over de hoorimplantaten. ‘Zonder gebarentaal heeft een kind met een CI geen enkele back-up’.
Bron: Folia.nl
Reacties