Column: Gebarentaal als gevoelstaal
Op de websit van Neder-L, het elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek, schrijft Marc van Oosterdop over de erkenning van de Nederlandse Gebarentaal als `gevoelstaal`. Dit naar aanleiding van de erkenning van het Fries als gevoelstaal in Friesland en de afspraken die het kabinet Rutte gemaakt heeft om de positie van deze taal beter te regelen.
“Het Fries is de gevoelstaal in Friesland,” zei minister Piet-Hein Donner vorige week zaterdag tijdens een persconferentie. Om die reden heeft het kabinet Rutte in het regeeraccoord afgesproken om de positie van het Fries beter te regelen. Een andere reden voor die maatregel volgens de minister: “Hoe meer talen je kent, des te makkelijker je andere talen leert en je de verschillende talen begrijpt.” Donner was ook niet bang dat mensen de verschillende talen door elkaar gaan gebruiken: “Ik heb zelf een groot deel van mijn opleiding in het Frans gehad. Wanneer je maar weet dat je de talen gescheiden moet houden, is er geen probleem.”
Dat zijn allemaal goede argumenten. Ze vormen een belangrijke breuk met het Nederlandse beleid van de afgelopen vijftien jaar, waarin er juist van werd uitgegaan dat het leren van het Nederlands voorop moet staan en dat andere talen een correcte beheersing van de officiële taal alleen maar hinderen.
Dat leidde er onder andere toe dat het onderwijs in zogenoemde ‘allochtone levende talen’ is afgeschaft. Alle door Donner genoemde argumenten gelden natuurlijk net zozeer voor het Turks en het Marokkaans als voor het Fries: het zijn gevoelstalen, ze helpen hun sprekers om andere talen zoals het Nederlands te leren en te begrijpen, en zolang mensen begrijpen hoe de twee talen gescheiden moeten worden, is er geen probleem.
Reacties