Ongehoord: Tongbrekers (deel 2)
Op haar blog Ongehoord schrijft Marieke over haar ervaringen als slechthorende. Herkenbare situaties en leuke anekdotes worden met een vlotte pen beschreven. Marieke heeft een tijdje in Zuid-Afrika gewoond en probeerde daar de Engelse taal goed onder de knie te krijgen.
Tongbrekers (deel 2)
Ook toen ik een tijdje in Zuid-Afrika ging wonen, bezocht ik een logopediste. Een Engelstalige. Dat was een heel vreemde gewaarwording: het voelde alsof ik opnieuw moest leren praten. In het Nederlands moet de tong te allen tijde áchter de tanden blijven, maar in het Engels mocht hij af en toe naar buiten gluren! De ‘speech therapist’ pakte me stevig aan, al bij les 1 was de beruchte ‘th’ aan de beurt. Ze plantte een luciferdoosje voor mijn neus: dit moest ik met mijn tong tussen de tanden van de tafel af laten schieten. Van de tafel? Die is bijna twee meter! De geproduceerde spuugspetters haalden het met gemak, maar het doosje verschoof nog geen millimeter van zijn plaats. Bijna verdacht ik haar ervan het doosje met een stuk lood verzwaard te hebben, tot ze het voordeed. Met een vloeiende beweging wipte het ding op de grond. En de tafel bleef schoon.
Talloze lessen (en heel wat natte tafels) later haalde ik de volgende level. Het luciferdoosje maakte eindelijk de gewenste duikvlucht en ik was enorm trots op mezelf. ‘So far so good,’ constateerde de logopediste tevreden. ‘Nu gaan we het ietsje moeilijker maken… Je hebt namelijk twee verschillende soorten th, de zachte en de harde versie. Wist je dat?’ Nee, dat wist ik niet. Met alle liefde had ik op dat moment de letters th ‘without a second thought’ uit haar Oxford Dictionary gescheurd…
De Engelse uitspraak bleef ik maar lastig vinden. De ‘th’ lukte uiteindelijk wel, maar de Engelse ‘r’ bleef één groot drama. Het was heerlijk dat ik hem achter het Engelse woord ‘four’ mocht laten vervallen, maar woorden als ‘rather’ en ‘rough’ veroorzaakten de nodige frustraties. De ene keer vloog een r-woord (in gedachten al omgedoopt tot ‘rot-woord’) in één keer mijn mond uit, de volgende keer was ik me er zozeer van bewust dat ie eraan zat te komen dat ik bij voorbaat al verkrampte.
‘Je moet er gewoon niet te veel over nadenken.’ Dat prentte mijn English teacher (want ja, die had ik daar ook genomen) me keer op keer in. Zij was ervan overtuigd dat er niks mis was met mijn Engels, maar ik wilde het niet geloven. Toen ik meeging op een korte safari en hoorde dat er alleen Britten en Amerikanen van de partij waren, was ik dan ook doodnerveus.
We kampeerden in de bush en ’s avonds zaten we met z’n allen aan het kampvuur. Aanvankelijk keek ik de kat uit de boom, maar al spoedig had ik – blijkbaar geholpen door de rijkelijk vloeiende drank – het hoogste woord. Toen ik stellig mededeelde dat het tussen mij en de Engelse taal niet meer zou komen, stuitte dat dan ook op flink onbegrip. De volgende dag was ik een kater maar ook heel wat zelfvertrouwen rijker. Een paar drankjes en mijn remmingen vielen weg! Ik kon het dus toch!
Maar dan… Het is – óók in Afrika – maatschappelijk niet erg geaccepteerd om met een fles drank op zak rond te lopen. De tong tussen de tanden mogen laten floepen is één ding, maar een dubbele tong is nou ook weer niet de bedoeling. En hoewel mijn Zuid-Afrikaanse collega’s zonder uitzondering flink konden hijsen, deden ze dit – voor zover ik wist althans – niet onder werktijd. Dat doe ik zelf eigenlijk liever ook niet. Er zat dus toch maar één ding op. Logopedie. Véél logopedie.
Lees alle verhalen van Marieke op haar weblog.
Reacties