Mijn identiteit: slechthorend versus SLOOF
Het begrip “slechthorend” is vanzelfsprekend, en het woord SLOOF kennen we op de manier: “sloof” wat “vrouw die altijd hard moet zwoegen” betekent. SLOOF in dit artikel krijgt een nieuwe betekenis. Ik kom daar later op terug. Tijdens het acceptatieproces van mijn slechthorendheid stuitte ik op een probleem: ‘Wat is slechthorendheid en hoe moet je je erbij voelen?’
Door Judith Vogels
Ik voel me horend maar heb communicatieproblemen. En als ik bij dove mensen ben en gebaar voel ik me anders, maar wat en hoe? Je krijgt het begrip slechthorend als stempel op je voorhoofd gedrukt, maar je weet verder niet wat het inhoudt en wat je identiteit is. Daar heb ik de laatste jaren veel over nagedacht.
Ik ben niet horend en zal dat ook nooit zijn, maar ik ben ook niet doof en zal dat waarschijnlijk ook nooit worden. Dus de begrippen “horend” en “doof” kan ik niet gebruiken voor de zoektocht naar mijn identiteit. Om te kunnen functioneren in de horende maatschappij heb ik mijn hoorapparaten nodig. In de “dovenwereld” echter heb ik ze niet nodig. Met horenden heb ik communicatieproblemen, met doven niet.
Het gesproken Nederlands is mijn moedertaal, maar de gebarentaal voelt ook heel vertrouwd aan (wel moet ik nog veel oefenen). Als er iets is, zal ik eerder reageren met praten dan met gebaren. Maar tegenwoordig gebaar ik ook wel de hele dag. Ik denk en droom zelfs regelmatig in gebarentaal. U ziet het: ik raakte hierdoor in de war en u nu waarschijnlijk ook.
Daarom heb ik mijn identiteit geplaatst onder twee begrippen die ook twee werelden beschrijven: “slechthorend” en “SLOOF”. Of meer volledig: slechtHOREND (horende wereld) en SL(echthorend-d)OOF (dove wereld). In de horende wereld ben ik slechthorend. In de dove wereld ben ik SLOOF. Enerzijds voel ik mij horend maar heb ik communicatieproblemen en anderzijds voel ik mij SLOOF omdat ik toch net iets meer hoor dan dove mensen. In de horende wereld praat ik en vertrouw ik op geluid. In de dove wereld gebaar ik en geef mijn oren rust.
Maar… nu is het zo dat ik mij in de “horende wereld” niet altijd slechthorend voel. En in de “dove wereld” voel ik me niet altijd “SLOOF”. Omdat ik niet altijd in de “dove wereld” kan zijn, “neem” ik daaruit dingen mee om me toch thuis te voelen in de “horende wereld”. Zoals mijn hoorapparaten uit zetten en heerlijk genieten van de stilte. Ook communiceer ik steeds meer met NMG (Nederlands Met Gebaren), dat gaat meer en meer automatisch.
Het omgekeerde doe ik ook. Ik “neem” dingen mee uit de “horende wereld” naar de “dove wereld”. Ik reageer op geluid en gebruik soms ook NMG. Ik heb dus twee identiteiten, een voor elk wereld, maar binnen een “wereld” veranderd soms onbewust mijn identiteit. Nu zou je dus denken dat ik gek zou worden van mijn wisselende identiteiten. Maar zo ervaar ik het niet. Het is geen schakelaar die je omzet, want het wisselt ongemerkt.
Slechthorendheid is als een puzzel. Het bestaat uit veel kleine puzzelstukjes en elk deeltje heeft een naam. Ik kan nu het stukje “Identiteit” op de juiste plaats leggen in mijn puzzel. Ik had voor mezelf begrippen nodig voor alles, zodat het voor mij duidelijk werd. Nu heb ik eindelijk rust in mijn hoofd. Mijn puzzel is klaar, voor nu althans! Wie weet hoe ik over tien jaar er weer tegenaan kijk?
Slechthorend zijn is niet zo gemakkelijk. Gelukkig heb ik een code gevonden zodat ik er makkelijker mee kan omgaan. Ik heb twee gedichten gemaakt: één over Slechthorend en één over SLOOF. Het helpt mij om alles op een rijtje te zetten en terug te kijken naar vroeger. Misschien is het een leuk idee voor de slechthorenden en (CI)doven onder ons, om je eigen visie over jezelf op te schrijven. Ik weet nu hoe ik mezelf zie, maar hoe zien jullie jezelf?
Nu nog even het begrip “Slechthorend” opvullen. Veel mensen denken bij slechthorendheid: je hoort slechter. De grootste misopvatting is echter: “Slechthorend … dan ben je toch doof?” Hoe vaak ik me daar wel niet aan geërgerd heb! Sommige mensen zeggen “gehoorgestoord” in plaats van slechthorend. Daar krijg ik ook de kriebels van. Het woord “slechthorend” vind ik wel mooi, maar de definitie “min of meer doof” niet. Het is niet alleen slechter horen, het is ook een identiteit met bijkomstigheden: hoorapparaten; communicatieproblemen; evenwichtsproblemen; taalachterstand; oorsuizen; langzame klankverwerking; hulpmiddelen; enz.
Ik heb nog geen goede definitie kunnen vinden voor het Nederlandse woord ,,slechthorend”. Weten jullie misschien een goede?
Reacties