Het CI heeft de toekomst

24-08-2008 algemeen

Drs. A.J. Beynon werkt als spraak- en taalpatholoog/audioloog bij het UMC St. Radboud in Nijmegen. Bovendien coördineert hij de selectieprocedure voor cochleaire implantatie voor volwassenen.

Wanneer komt iemand voor een CI in aanmerking?
"Vroeger stelden we dat iemand meer dan 120 dB gehoorverlies moest hebben om voor een CI in aanmerking te komen. Dit betekent dat iemand volledig doof is. Tegenwoordig mag er nog best wat restgehoor zijn, mits dit onvoldoende is om er spraak mee te kunnen verstaan. Naast volledig dove mensen komen dus ook ernstig slechthorenden in aanmerking voor cochleaire implantatie. Volwassenen die op latere leeftijd doof zijn geworden, kunnen veel baat hebben bij een CI. Hun gehoorzenuw is gewend aan auditieve stimulatie, in tegenstelling tot die van volwassenen die op jonge leeftijd doof zijn geworden. Wij geven uiteraard een negatief advies als we verwachten dat iemand met een CI slechter gaat horen dan met zijn gewone hoortoestel. Zolang een gewoon hoortoestel toereikend is, is het beter dat te behouden."

Voor wie is een CI zeker niet geschikt?
"Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Prelinguaal dove volwassenen – mensen die vóór hun taalontwikkeling doof zijn geworden – blijken minder of nauwelijks baat te hebben bij een cochleair implantaat. Hun gehoorzenuw werkt onvoldoende. Maar er zijn ook andere redenen om een CI af te raden. Bijvoorbeeld als kandidaten verwachten dat ze een ander persoon worden wanneer ze eenmaal een CI hebben. Hoewel een CI je leven in positieve zin kan veranderen, wil dat nog niet zeggen dat je ineens extravert wordt of vrienden voor het leven maakt. Sommige mensen die maar een heel klein beetje kunnen horen, functioneren "normaal"; anderen die hetzelfde of meer horen kunnen niet goed functioneren in hun werk, relatie of in het openbare leven. Ik heb ooit een extreem geval meegemaakt van een slechthorende die op zoek was naar een andere baan en daarom graag een CI wilde. Maar met een implantaat geven we je uiteraard geen ander werk."

Welke tests worden gebruikt om CI-kandidaten te selecteren?
"De persoon in kwestie krijgt eerst een uitgebreid gehooronderzoek bij de KNO-arts of in een audiologisch centrum. Daar wordt een audiogram gemaakt van het gehoor met en zonder hoortoestel. Vervolgens vindt een intakegesprek plaats, waarin de kandidaat te horen krijgt hoe de procedure is en wat hem te wachten staat vóór en na de operatie. Je moet bijvoorbeeld rekening houden met een intensieve revalidatie. Die vindt plaats in nauwe samenwerking met Viataal, het vroegere Instituut voor Doven in St. Michielsgestel. Zij hebben immers veel expertise in de begeleiding van dove mensen. In dat intakegesprek wil ik ook weten welke verwachtingen iemand heeft. Mensen moeten met reële verwachtingen de operatiekamer binnengaan."

Hoe groot is de kans op succes?
"Het uitgangspunt van de kandidaat bepaalt het succes van de operatie. De meeste kandidaten verwachten dat ze weer kunnen telefoneren. Of dat inderdaad het geval is, valt moeilijk te voorspellen. Er zijn "sterpatiënten" met een CI die dat inderdaad weer kunnen. Vooral deze mensen worden in de media belicht. Degenen die met een CI slechter spraakverstaan, zie je zelden op tv en in tijdschriften. Die succesverhalen vertekenen het beeld. Mensen moeten zich realiseren dat ze óók met een CI doof of zwaar slechthorend blijven. Als je het implantaat uitzet, hoor je niets of bijna niets meer.
Doorgaans zijn de mensen die de operatie hebben ondergaan, in drie groepen te verdelen. Een kleine groep die optimaal spraakverstaat; de tweede en grootste groep die eerst "op gang moet komen" en beetje bij beetje verschillende geluiden ontdekt en een derde groep bij wie pas op de lange termijn het resultaat meetbaar is, bijvoorbeeld kinderen."

Hoelang duurt een operatieve ingreep?
De operatie duurt ongeveer twee uur en is te vergelijken met een gemiddelde middenooroperatie.

Wordt een CI altijd aan één oor toegepast?
"Ja. Onderzoek heeft uitgewezen dat de kwaliteit van leven het sterkst verbetert bij een eerste implantaat. Bij een tweede CI is die kwaliteitstoename relatief kleiner. Met een dubbele CI lijken het richtinghoren en het spraakverstaan in een lawaaiige omgeving te verbeteren, omdat je weer stereo hoort. Maar deze voordelen zijn nog maar mondjesmaat bewezen. Bovendien is het nog maar de vraag of de voordelen van een tweede implantaat opwegen tegen de kosten ervan. Een andere reden om maar één CI toe te passen, zijn de wachtlijsten. Hoewel deze drastisch zijn verkort, bestaan ze nog steeds. Tot slot is er het ethische aspect van een tweede implantaat. Help je één iemand met twee implantaten of behandel je liever twee mensen met ieder één CI?"

Wordt een CI in het slechtste oor ingebracht?
"We kiezen in eerste instantie voor een implantaat in het "beste" oor óf het oor dat het langst een hoortoestel heeft gebruikt. De gehoorzenuw werkt in dat oor beter en is meer gewend aan geluid. Soms kiezen we echter voor implantatie in het slechtste oor, vooral als het betere oor nog baat heeft bij een hoortoestel. We nemen de beslissing in overleg met de kandidaat."

Is altijd van tevoren vast te stellen of iemand baat heeft bij een CI?
"Individuele situaties en verwachtingen spelen zoals gezegd een rol. In het algemeen geldt dat wanneer iemand geschikt is voor een CI, hij met een CI een beter leven kan leiden."

Is een CI eenmalig?
"In principe wel. Mensen die een oud implantaat willen vervangen door een nieuw model, willen we liever niet heropereren. Immers, voor een CI zijn een operatie en een algehele narcose noodzakelijk. Verder moeten we ook maar afwachten of het nieuwe implantaat bij die persoon inderdaad beter gaat werken dan het oude. Alleen als er intern iets defect is, zullen we een tweede operatie overwegen."

Heeft het CI de toekomst?
"Ja, de ontwikkelingen gaan fors door en ik verwacht dat het aantal CI´s zal toenemen. Het uitwendige deel van een CI zal zeker kleiner worden. Het inwendige deel zou ook verkleind kunnen worden, maar je kunt je afvragen of dat nodig is, want je ziet het niet. Misschien dat het CI ooit geheel inwendig zal kunnen worden ingebracht. Net als een pacemaker."

Cochleair implantaat
Een cochleair implantaat is een modern hoorhulpmiddel dat bestaat uit een inwendig deel (het implantaat zelf) en een uitwendig deel (de spraakprocessor). De spraakprocessor is een kasttoestel of een oorhanger met een kleine computer die spraaksignalen in stroom kan omzetten. Om het implantaat onder de hoofdhuid achter of boven de oorschelp in te brengen, moet een operatieve ingreep plaatsvinden.

Risico´s?
Een CI-operatie is niet riskanter dan andere ooroperaties. Toch blijft er een gering risico op complicaties, zoals evenwichtsproblemen of een (tijdelijke) gezichtsverlamming; de aangezichtszenuw loopt namelijk door het middenoor. Deze complicaties worden van tevoren zoveel mogelijk uitgesloten door op een CT- of MRI-scan de ligging van de aangezichtszenuw te bekijken en door evenwichtsonderzoek te doen.

Bron: HOREN, NVVS. Tekst: Anja Bermelen.

UPDATE januari 2009:
Ingezonden reactie van de auteur (Dr. AJ Beynon, CI-team UMC Nijmegen/St Michielsgestel):

NB. De lezer dient zich te beseffen dat de inhoud van dit interview stamt uit 2003 en is gegeven in een destijds iets andere context. Om deze reden is de informatie m.b.t. de vraag ‘wanneer er iemand voor CI in aanmerking komt’ nu achterhaald. Intussen zijn de huidige CI systemen alweer zodanig verbeterd en de ervaringen met prelinguaal dove volwassenen dermate toegenomen dat de laatste jaren veel prelinguaal dove volwassenen in Nijmegen zijn voorzien van een CI. Uiteraard doorloopt deze groep CI-kandidaten ook de reguliere adviesprocedures waarbij naast de prelingualiteit ook andere aspecten zoals de mate van communicatienood, reële beeldvorming en overige selectiecriteria in kaart worden gebracht (zie ook het artikel).

De reden dat wij in het verleden relatief terughoudend waren ten aanzien van het implanteren van prelinguaal dove volwassenen was immers gebaseerd op internationale en onze eigen ervaringen uit de beginperiode van CI in Nederland: reeds eind jaren ’80 zijn in Nijmegen tenslotte al een groep prelinguaal dove jong volwassenen voorzien van een CI, echter allen zonder (open) spraakverstaan als resultaat. Aangezien de toegepaste CI systemen nu aanzienlijk zijn verbeterd én de criteria aanzienlijk zijn versoepeld (de resultaten van CI blijken ten opzichte van onze start in 1987 immers om meerdere redenen aanzienlijk te zijn toegenomen) maakt het aantal prelinguaal dove volwassenen de laatste jaren een substantieel deel uit van de populatie CI-kandidaten. Omdat deze groep zeer divers is, is een paar jaar geleden hiervoor in Nijmegen zelfs een project gestart.

Kortom, anno 2009: ook prelinguaal dove volwassenen kunnen voor een CI in aanmerking komen”


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.