Is plotsdoofheid een voorteken van vaatproblemen?
De laatste jaren wordt onderzocht of plots gehoorverlies veroorzaakt wordt door vaatproblemen. Onderzoekers van Radboudumc, LUMC en Gelre Ziekenhuizen zagen bij zestigplussers met plotsdoofheid een verhoogd risico op een TIA of herseninfarct. Moet de behandeling daarop worden aangepast?
Kort geleden kwamen onderzoekers op het idee dat plotsdoofheid misschien komt door verstopping van de vaten. Wanneer bloed niet naar de gehoorzenuw kan stromen, kan dat gehooruitval veroorzaken. Als deze theorie klopt, moet de behandeling worden aangepast. Nu wordt gehoorverlies behandelt met corticosteroïden, maar een behandeling met bloedverdunners is dan effectiever.
Plotsdoofheid
Op elke 100.000 Nederlanders krijgen jaarlijks vijf tot twintig mensen plotsdoofheid. Soms komt dat door een infectie, een auto-immuunziekte, een trauma of medicijngebruik. In de meeste gevallen is de oorzaak onbekend.
Onderzoek
Tjard Schermer (epidemioloog in het Radboudumc), Fieke Oussoren (arts-onderzoeker in het LUMC) en hun collega’s uit Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn onderzochten patiëntendossiers van de huisartsendatabase van het Radboudumc. Ze vonden bijna 500 patiënten van 18 jaar en ouder die voldeden aan de definitie van plotselinge doofheid en vergeleken die met bijna 2000 controles. Schermer: ‘We hebben geanalyseerd hoeveel mensen vijf jaar na de plotsdoofheid een herseninfarct of TIA hebben gehad. Dat komt niet vaker voor bij mensen met plotsdoofheid dan bij mensen zonder gehoorverlies. Maar kijken we specifiek naar zestigplussers met plotsdoofheid, dan zien we wél een verschil. Zij hebben in ons onderzoek een verhoogde kans op een herseninfarct of TIA. Dat geldt zowel ten opzichte van de controlegroep als de groep met plotsdoofheid die jonger is dan 60 jaar.’
Meer onderzoek nodig
Als zestigplussers met plotse doofheid inderdaad een verhoogde kans op een TIA of beroerte hebben, kan een behandeling met bloedverdunners worden overwogen. Maar voorlopig blijven de onderzoekers voorzichtig. ‘Er is eerst meer onderzoek nodig dat onze resultaten bevestigt’, zegt Schermer.