Van pantomime naar gebarentaal in vijf generaties
Gedurende vijf generaties kan een gebaar of gebarentaal ontstaan. En toch kijken veel mensen raar op van het feit dat er dialecten in de Nederlandse Gebarentaal zijn. Misschien dat het onderzoek aan de Universiteit van Edinburgh kan helpen bij de verklaring hiervan.
Onderzoek aan de Universiteit van Edinburgh in Engeland laat zien hoe gebaren ontstaan en zich evolueren tot een echt gebaar. Het begint met een soort pantomime en per generatie verandert het gebaar heel subtiel. De gebaren worden korter en efficiënter. Die verandering gebeurt bij de overdracht van de ene generatie naar de volgende generatie.
Het is dus niet gek dat er dialecten, of een eigen gebarentaal, ontstaan in een land. Vroeger reisde men ook veel minder dan nu, dus bleef de ontwikkeling van de gebarentaal heel plaatselijk bij de dovenscholen. Dovenscholen waar veel generaties achter elkaar naartoe gingen en nog steeds gaan.
Hieronder zie je een voorbeeld van het woord ‘fotograaf’.
Gebarencentrum legt gebaren vast
Het Nederlands Gebarencentrum legt met behulp van het Gebarenatelier nieuwe gebaren vast. Het Gebarenatelier bestaat uit een groep dove mensen die de Nederlandse Gebarentaal gebruiken. Samen zoeken zij begrippen waar nog geen gebaar voor is vastgelegd en onderzoeken ze of er in andere landen al een gebaar bestaat voor die begrippen. Waar nodig ontwikkelen ze zelf een nieuw gebaar.
Reacties