Afgelopen weekend was de finale van De Nationale LeesVertelwedstrijd!
Op zaterdag 22 april was de 26e editie van de Nationale LeesVertelwedstrijd in Amersfoort. Leerlingen van dovenscholen uit Nederland lieten tijdens de grote finale hun vertelkunsten in de Nederlandse Gebarentaal zien. De winnaar was Bob Bolier van Kentalis Guyotschool in Haren, gefeliciteerd Bob!
Zeven finalisten staan zaterdag 22 april met hun unieke verhaal in Nederlandse Gebarentaal op het grote podium van theater Flint. De jury, die bestaat uit zes dove mensen, bepaalt welke drie deelnemers er gaan winnen! De presentatie van de finale wordt gedaan door Henrianne Jansen. Wil je gaan kijken? Lees hier meer over hoe de dag eruitziet.
Wat is de Nationale Leesverteldwedstrijd?
De Nationale LeesVertelwedstrijd is voor dove en slechthorende kinderen. Tijdens de wedstrijd dragen kinderen in de leeftijd van 10 tot en met 13 jaar een stukje voor uit hun favoriete boek in Nederlands Gebarentaal. Door mee te doen worden de leerlingen op een leuke manier gestimuleerd om meer te lezen en beter te gebaren. De wedstrijd wordt jaarlijks in opdracht van stichting Woord en Gebaar en in samenwerking met alle dovenscholen in Nederland geproduceerd door 125Procent.
Landelijke finale
Stichting Woord en Gebaar organiseert de Nationale LeesVertelwedstrijd sinds 1998. Het evenement is sindsdien voor veel dove en slechthorende leerlingen een belangrijke dag. Net als voorgaande jaren zijn er ook bedrijven en organisaties aanwezig die iets doen met Dovencultuur.
Erkenning Nederlandse Gebarentaal
De optredens van de finalisten zijn in de Nederlandse Gebarentaal (NGT). Deze taal is in juli 2021 erkend als officiële taal. Dat betekent dat de overheid verplicht is om het gebruik van NGT in de samenleving aan te moedigen. Voor mensen met een gehoorbeperking is het vaak lastiger om gesproken en geschreven informatie goed te begrijpen. Daarom is het belangrijk dat zij overal NGT kunnen gebruiken. De landelijke finale van de LeesVertelwedstrijd draagt hieraan bij.
Foto’s: Bob Bronshoff
Reacties