‘Meedoen aan de Deaflympics was een droom die uitkwam’
Al op de luchthaven Schiphol was de sfeer goed. Deaflympics, we komen eraan! Alle oranje outfits zorgden meteen voor een gevoel van saamhorigheid. De maanden ervoor waren spannend: ging het wel lukken om de reis naar Brazilië te betalen? Maar iedereen had het toch voor elkaar gekregen.
Nu iedereen weer veilig thuis is, is het tijd om terug te kijken. Doof.nl interviewde atlete Elaine den Exter en voetballers Boaz Blume, Jelle Threels, Joost de Kiewit en Mike van der Staal. Ook spraken we John Retel Helmrich, trainer en bondscoach van het Nederlands Doven Elftal (NDE).
Grootste toernooi voor dove sporters
‘Het was mijn tweede keer als voetballer op de Deaflympics,’ vertelt Mike, controlerende middenvelder in het team. Hij deed in 2005 in ‘doof oranje’ mee aan de Deaflympics in Australië. ‘Ik ben nu veel meer ervaren dan toen, maar ik vond het nog steeds heel bijzonder om mee te maken. Leuk dat er zoveel sporters uit zoveel verschillende landen zijn.’
Atlete Elaine vult aan: ‘Voor mij was het ook een topervaring, de sfeer was zo goed daar in Brazilië. Heel anders dan in 2017 bij de Deaflympics in Turkije, toen deed ik ook mee. Maar de organisatie was toen wel wat beter. De materialen en de baan waren niet van heel goede kwaliteit.’
‘Dit is het grootste toernooi waar je kunt spelen als dove sporter. Hier kom je de allerbeste sporters tegen,’ zegt keeper Joost. ‘Ik heb ook gespeeld op het EK voetbal voor doven, maar dan staat er alleen voetbal op het programma. Nu waren er nog zoveel andere sporten.’
Voor controlerende middenvelder Jelle was meedoen aan de Deaflympics zijn grootste droom. En die is uitgekomen. ‘Het grootste toernooi om te spelen als dove voetballer! Het was geweldig om er voor de eerste keer te zijn,’ vindt hij.
De sportieve prestaties
Elaine vertelt dat ze meedeed aan de 100 en 200 meter sprint. ‘Over de 200 meter ben ik heel tevreden. Ik werd vijfde maar ik heb in jaren niet zo hard gelopen! Dus ik heb alles gedaan wat ik kon. Met mijn 100 meter ben ik niet zo blij. Ik weet dat ik harder kan lopen dan de persoon die tweede werd, maar ik startte niet goed en toen lukte het niet meer.’ Ze noemt de Deaflympics een mooie ervaring, maar liefst had ze die nog mooier gemaakt met een medaille. Maar ze heeft er alles aan gedaan, vindt ze. Ze heeft er zelfs haar studie Fysiotherapie een half jaar voor stopgezet.
De voetballers van het NDE konden pas in januari van dit jaar echt beginnen met voorbereiden. Pas na de lockdowns en winterstop kon er echt in teamverband getraind worden.
Joost vertelt: ‘Het NDE moest in de poulefase spelen tegen vier landen: Iran, Kameroen, gastland Brazilië en Italië. Ik vond het erg leuk om tegen drie niet-Europese landen te spelen, dat gebeurt niet zo vaak.’ Mike: ‘Door die gebrekkige voorbereiding hebben we niet zo goed kunnen presteren als we wilden. We hebben alle vier de wedstrijden verloren. De eerste wedstrijd tegen Iran was sowieso een ramp, omdat het voetbalveld ontzettend modderig was. Eigenlijk was het onbespeelbaar.’ Spelverdeler Jelle raakte tijdens die wedstrijd zo zwaar geblesseerd door een val, dat hij de rest van het toernooi niet meer kon spelen. ‘Die wedstrijd had gewoon verplaatst moeten worden.’
Doordat het NDE niets heeft gewonnen, heeft het zich nog niet automatisch kunnen plaatsen voor de volgende Deaflympics van 2025. Dat kan alsnog, met een kwalificatie zoals deze keer. ‘Maar de belevenis was zo bijzonder, dat ik daar vrede mee kan hebben,’ zegt coach John.
Niet genoeg geld
Het was heel lang onzeker of de Nederlandse voetballers wel naar Brazilië konden. Bij de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB) bleek er niet genoeg geld te zijn om reis en verblijf voor iedereen te betalen. Mike: ‘Die onzekerheid maakte het voor ons lastig om positief te blijven.’
Maar sportief als ze zijn, gingen ze niet bij de pakken neerzitten. Het is tijd dat wij doven voor onszelf opkomen, was de gedachte. De problemen werden opgepikt door De Telegraaf en toen ging het hard. Iedereen leek wel onder de indruk van deze doorzetters.
Jelle: ‘We hebben op financieel gebied heel veel gehad aan Pim Blokland en Laurain Engel van Klupp Sportswear die de kleding hebben gemaakt en verkocht, en Marcel van der Kraan van de Telegraaf. En natuurlijk profvoetballer Virgil van Dijk die een flinke donatie deed! Ook de KNVB en alle spelers zelf hebben een bijdrage gedaan.’
Bondscoach John gaat verder: ‘Er is ook een crowdfunding opgezet en die bereikte echt de hele doven- en slechthorendenwereld in Nederland. Er zijn ook benefietwedstrijden opgezet en zelfs de KNVB Ik heb nog nooit zoiets groots meegemaakt, dat de hele gemeenschap meehielp. Het voelde voor mij net zo groots als de erkenning van de Nederlandse gebarentaal. Het was lang spannend, maar een week voor het begin van de Deaflympics hadden we genoeg geld!’
De mooiste momenten
‘Het mooiste van deze Deaflympics? Voor mij was dat het spelen tegen andere landen’ antwoordt Jelle. ‘Andere cultuur, ander niveau en een andere manier van spelen. Daar kun je heel veel van leren. Helaas heb ik na mijn blessure niet veel kunnen spelen. Ik ben wel gebleven om mijn teamgenoten aan te moedigen.’
Rechtsback Boaz is ook docent gebarentaal. ‘Ik vond het ook fascinerend om te kijken naar de gebarentaal van al die mensen uit verschillende landen. Ik probeerde het af te zien en te begrijpen.’
Wat trainer John het mooiste vond, was de saamhorigheid. ‘Er waren in totaal 6.000 sporters van 100 verschillende nationaliteiten. Zo veel verschillen, maar al die mensen hadden twee overeenkomsten: liefde voor sport en een auditieve beperking. Daardoor verdwenen alle barrières in cultuur en taal. Gebarentaal is echt niet universeel, maar iedereen deed echt moeite om elkaar te begrijpen’, vertelt hij.
Elaine: ‘Mijn horende trainster vergeleek de Deaflympics met de Olympische Spelen, waar ze ook eens is geweest. Zij zei dat daar de verschillende sporters en landen heel weinig contact met elkaar hadden, het waren allemaal eilandjes. Hier had iedereen zo makkelijk contact met elkaar. Dat vond ik zelf ook een van de leukste dingen. Als ik op een EK of WK atletiek voor doven ben, ben ik de enige Nederlandse. Maar hier was ik onderdeel van een team, heel fijn!’
Boaz: ‘Het viel me wel op dat er grote verschillen waren in het niveau van de sporters. Als er in een land meer financiering en aandacht is voor dove sporters in een land, zie je dat terug op het veld. Iemand vertelde dat je in Zuid-Korea een levenslange uitkering krijgt als je als dove sporter een medaille haalt. In Nederland is dat niet zo, en er is ook vrijwel geen geld beschikbaar.’
Blik op de toekomst
Wat als het Nederlands Doven Elftal zich weer kwalificeert voor de Deaflympics in 2025? ‘Het lijkt me heel leuk om weer mee te doen,’ vertelt Joost. ‘Maar het duurt nog zo lang, misschien wil ik dan wel heel andere dingen doen. Dus of ik weer meedoe, kan ik nog niet zeggen.’
Boaz wil tot slot graag zeggen dat iedereen welkom is bij de Deaflympics. ‘Het is echt heel leuk om met andere dove mensen te sporten. En als toeschouwer mag ook iedereen komen: doof, slechthorend én horend, iedereen is welkom.’ John vult aan: ‘Sport is ook een heel goede manier om te laten zien dat je ook met een gehoorbeperking alles kunt bereiken. Dat een jonge voetballer aanwezig is op de Deafympics laat zien dat hij iets heeft bereikt. Ik zie dat de complimenten en waardering die zo iemand krijgt, effect heeft op zijn hele leven.’
Reacties
Fijn dat jullie het naar je zin hebben gehad.
Wat mij heel erg tegen valt: Waar was het NOC-NSF? Bij de gewone Spelen staan ze met hun neus vooraan. Maar waar waren ze bij de Deaflympics?
Lijkt mij niet meer dan normaal dat als ze geld steken in de gewone Spelen en de Paralympics, dat ze dat ook horen te doen bij de Deaflympics. Voelt toch als discriminatie weer.