Dit jaar bestaat de NSDSK, specialist voor taal en gehoor, zestig jaar. Ter gelegenheid van het jubileum vond op donderdag 3 en vrijdag 4 oktober een symposium plaats. Na twee dagen van kennis uitwisselen blijkt dat al grote stappen gezet zijn in de begeleiding van dove en slechthorende kinderen. Maar ook dat onderzoek naar en vroegbehandeling van deze doelgroep noodzakelijk blijft.

Op de eerste dag van het symposium werd teruggeblikt op tien jaar neonatale gehoorscreening. De ontwikkeling, de implementatie en de noodzaak van vroegsignalering voor de ontwikkeling van dove en slechthorende kinderen.
Tijdens de tweede symposiumdag werden vroegsignalering en vroegbehanding in een wetenschappelijk kader geplaatst. Diverse sprekers lieten zien waarom onderzoek nodig is, hoe onderzoek tot stand komt, welke methodieken worden gebruikt en hoe we resultaten kunnen interpreteren.

Zestig jaar geleden
Bij de opening van de tweede dag, blikt Ernest Müter, bestuurder van de NSDSK, terug op de start van de NSDSK. Er waren toen vijf dovenscholen in het land. De term ‘doof-stom’ was toen net afgeschaft. In datzelfde jaar werd het instituut Dovenvreugd opgericht, tegenwoordig bekend als De Gelderhorst. Er gebeurde toen dus wel het een en ander. Maar tegelijkertijd was de gebarentaal nog niet geaccepteerd, het zou nog duren tot eind jaren zeventig voor daar verandering in kwam.

Focus op jonge kinderen
De NSDSK werd in 1953 opgericht door een aantal vooraanstaande burgers die zich het lot van dove kinderen aantrokken. Ze stortten allemaal 50 gulden om de stichting op te richten. Net als nu, was toen het speerpunt opsporing, vroegbehandeling en begeleiding. Tegenwoordig is het werkveld niet alleen dat van kinderen met een auditieve beperking maar ook van kinderen met ESM (Ernstige Spraak-taal Moeilijkheden). De focus ligt nog altijd op het jonge kind (0-6 jaar).

Neonatale gehoorscreening
De ontwikkeling en implementatie van de neonatale gehoorscreening, die de NSDSK op haar naam mag schrijven, maakt het mogelijk dat vrijwel alle kinderen bereikt kunnen worden (99% van alle pasgeboren kinderen) en een behandeling binnen 6 maanden gestart kan worden. ‘De neonatale gehoorscreening is het succesnummer van secundaire preventie’, aldus Müter.

Nieuwe inzichten blijven nodig
Er is de afgelopen zestig jaar veel gebeurd en geconcludeerd kan worden dat door de vroege opsporing de ontwikkeling van de kinderen verbeterd kan worden. Tegelijkertijd is duidelijk dat nog lang niet alles in kaart is gebracht. Dat op het gebied van de sociaal-emotionele en de spraak-taalontwikkeling nog veel nieuwe inzichten behaald kunnen worden. Niet alleen voor dove kinderen en kinderen met een ernstig gehoorverlies. Juist de ontwikkeling van kinderen met een matig gehoorverlies is nog niet goed in beeld gebracht. Dit is dan ook iets waar de NSDSK zich verder in zal gaan verdiepen.

Presentatie boek Zo hoor ik
Het symposium wordt op een bijzondere manier afgesloten. Na de laatste spreker vult het podium zich met een groot aantal kinderen en hun ouders. De meeste van deze kinderen zijn onder behandeling of begeleiding bij de NSDSK of zijn dat in het verleden geweest. De rest zijn broertjes en zusjes van deze kinderen. Het zijn de gezinnen die hun verhaal hebben verteld voor het boek Zo hoor ik, dat de NSDSK mede ter gelegenheid van haar jubileum heeft ontwikkeld. Hun verhalen samen met de inzichten van een aantal professionals en experts uit het vakgebied, geven een bijzonder kijkje in het leven van kinderen met gehoorverlies. Als de kinderen en hun ouders op het podium staan, krijgen de onderzoeken en resultaten die eerder op de dag gepresenteerd zijn, opeens een gezicht.

Over Zo hoor ik
Als een kind doof of slechthorend is, heeft dat vaak grote impact op het gezin.
In Zo hoor ik vertellen ouders van jonge kinderen met gehoorverlies over hun ervaringen. Daarnaast geven professionals uitleg over de manier waarop zij deze kinderen de best mogelijke zorg en begeleiding bieden. En delen experts uit het vakgebied hun visie op enkele belangrijke vraagstukken.

Onder redactie van: Evelien Dirks, Meinou de Vries en Noëlle Uilenburg
Hardcover, 120 pagina’s, 21 x 21 cm
ISBN 978 94 915 49 52 6
Poiesz Uitgevers, Koog aan de Zaan