Bart van Aalst ging als trainer naar de Deaflympics: `Sorry, ik ben horend`
Bart van Aalst, hardloper en trainer van dove atleet Ralph van Houwelingen, ging afgelopen zomer mee naar de Deaflympics – de Olympische Spelen voor sporters met een auditieve beperking. Hij deelde zijn ervaring als horende tijdens dit grote internationale dovensportevenement in het clubblad van zijn atletiekvereniging Prins Hendrik.
Sorry, ik ben horend!
En zo is op eens je bestemming voor de zomer bekend: op 16 mei wist ik dat ik met Ralph van Houwelingen naar Sofia zou gaan met de Nederlandse ploeg voor de Deaflympics (de Olympische Spelen voor Doven). Ralph als sporter (5 km), ik als trainer. De Deaflympics is een heel groot evenement met ruim 4000 sporters, daarnaast is de host-city tijdens de Spelen dé ontmoetingsplaats voor doven uit de hele wereld.
De Nederlandse ploeg, 23 man/vrouw groot inclusief staf, had verblijf gekozen in een prima hotel aan de rand van de Bulgaarse hoofdstad. Met een pendeldienst van de organisatie en goedkope taxi’s waren de sport- en trainingslocaties snel bereikt. En dan merk je dat het Engels in de Balkan niet zo heel veel terrein heeft gewonnen sinds de val van het IJzeren Gordijn. Maar goed, met dat bijltje hebben we eerder gehakt.
Op zijn verjaardag mocht Ralph de vlag dragen tijdens de openingsceremonie. De arena was hypermodern, de opening zelf chaotisch en vooral veel wachten. De arena was trouwens de enige moderne accommodatie, de rest van de hallen, stadions en zwembaden waren meer in lijn met de organisatie: oud en chaotisch. Genoeg daarover, want het is al een prestatie op zich dat Sofia binnen een half jaar dit toernooi op poten heeft kunnen zetten (oorspronkelijke host Athene had geen geld meer…).
Tijdens het wachten voor de opening kwam een tweede uitdaging op mijn pad… ik ben hier in de minderheid, want ik kan haast met niemand praten. Enkele atleten komen naar me toe en ik wijs naar mijn oor: ‘Sorry, ik ben horend’ betekent dat.
Gelukkig helpt Ralph me uit de brand en neemt de gesprekken over. En dat blijkt haast het hele toernooi nodig.
Ralph heeft wel een notitieblokje meegenomen, maar na een dag of twee is dat eerder onhandig dan handig. Praten gaat nu eenmaal sneller dan schrijven en dus probeer ik me snel wat woorden in gebarentaal eigen te maken. Gelukkig heeft Ralph voldoende geduld om zijn zinnen wat eenvoudiger te maken, zodat ik naar hem kan ‘luisteren’.
Qua trainen maken Ralph en ik vooral gebruik van een park in de stad. Dat is mooi glooiend, redelijk zacht qua ondergrond en verkeersvrij. Op de atletiekbaan op het Papendal van Bulgarije kunnen we ook terecht en zo trainen we, rusten we naar de wedstrijd op de voorlaatste dag. Omdat er enkele horenden in de ploeg zijn, is er ook een tolk lid van de staf. Dat is een uitkomst bij de technische vergadering en de wedstrijdbespreking.
De tegenstand van Ralph is enorm sterk en de Kenianen gebruiken precies de verwachte tactiek, namelijk hard vanaf het begin (winnaar loopt 14.02 min, WR voor doven, en volgens mij de beste atleet van het toernooi). De grote groep volgt op een iets langzamer tempo en achter in de groep loopt Ralph. Het tempo is voor hem op het randje en na vier ronden kiest hij zijn eigen tempo. Dat ligt ietsje lager, maar vooralsnog gaat alles volgens plan.
Na 3 km lopen de rondetijden nog iets op, maar op 3400 meter gaat het mis. Ik gebaar dat hij mag kiezen, doorgaan of stoppen. De hoge temperatuur (33 C in de schaduw) eist zijn tol en Ralph besluit om verhit de strijd verlaten. Op de eerste dag hadden we nog twee atletes afgevoerd zien worden naar het ziekenhuis en gelukkig was Ralph zo verstandig om dit niet met zichzelf te laten gebeuren.
Voor Ralph was deelname aan de Deaflympics een grote droom. Helaas kon hij bij zijn debuut niet de finish bereiken, maar over vier jaar is er weer eens kans voor de A-junior van Prins Hendrik.
Na de sluitingsceremonie bezocht een deel van de ploeg nog het centrum van Sofia, waar enorm veel sporters en fans zich verzameld hadden. Meer dan duizend man stond op straat en toch konden de horenden op normale toon een gesprek voeren op het terras. Gebarentaal is niet universeel, maar de afzonderlijke talen liggen veel dichter bij elkaar dan ‘gewone’ taal. Een dove Nederlander spreekt veel makkelijker met een Chinees dan een horende Nederlander.
Als trainer zijn de Deaflympics een onvergetelijke ervaring. Enerzijds de kennismaking met een sportief toernooi dat qua omvang maar weinig gelijken kent, anderzijds een stap in een nieuwe wereld binnen onze wereld met eigen taal en gebruiken. Mocht je meer willen lezen over de Deaflympics, kijk dan www.deaflympics.nl.
Bart van Aalst
Bron: Kangoeroe bode (clubblad van de koninklijke erkende Vughtse sportclub Prins Hendrik) / Foto's: Fam. Van Houwelingen
Reacties