Blinde grotvissen ook bijna doof

02-04-2013 algemeen

Als je niet kunt zien, dan moet je op een andere manier de weg vinden. Bijvoorbeeld door beter te gaan voelen of horen. Maar ondergrondse vissen horen juist minder dan hun bovengrondse verwanten.

In een ondergrondse donkere wereld, zijn heel andere zintuigen belangrijk dan boven de grond. Aan ogen of een schutkleur heb je in het totale duister helemaal niks, aan lange voelsprieten des te meer. En als je niets ziet, wordt horen belangrijker. Van bovengrondse vissen is bekend dat zij goed en over grote afstand kunnen horen. Je zou verwachten dat het gehoor bij blinde vissen nog belangrijker is omdat dat een van de weinige manieren is hun duistere omgeving in de gaten te houden. Maar of het ook echt zo is, is nog nooit onderzocht. Een artikel dat vandaag in Biology Letters verschijnt, werpt licht op de zaak.

Gehoortest
Het ideale modelorganisme voor het bestuderen van aanpassing aan ondergronds leven zijn de vissen uit de familie van de Ambliopsidae (blinde baarszalmen). In de acht soorten tellende familie zijn verschillende stadia van aanpassing aan het duistere bestaan te vinden. In het onderzoek werden de ondergronds levende soorten Typhlichthys subterraneus en Amblyopsis spelaea en hun bovengrondse verwant Forbesichthys agassizii aan een gehoortest onderworpen.

De vissen kregen geluiden te horen die varieerden in frequentie en volume. Zo werd bepaald bij welke frequentie welk volume nodig was om een reactie in de hersenen uit te lokken. Vervolgens werden de vissen geslacht en hun oren opengesneden om de dichtheid van haarcellen te bepalen. Ook werden geluidsmetingen in de omgeving van de verschillende soorten gedaan.

Functioneel doof
De twee ondergrondse soorten bleken een stuk minder te horen dan hun bovengrondse verwant. Ze hadden een aanzienlijk minder haarcellen. Voor de drie soorten geldt dat zij het gevoeligst zijn voor geluiden van 100 Hz. Dat geluid horen ze vanaf een volume van ongeveer 117 dB. Die gevoeligheid neemt af naarmate het geluid hoger wordt. Geluiden boven de 800 Hz horen de twee ondergrondse soorten niet meer, terwijl de bovengrondse soort nog geluid kan horen tot 2.000 Hz. Vergeleken met ons oor zijn deze vissenoren trouwens allemaal niet al te best. Het menselijk oor kan geluiden horen tussen 20 en 20.000 Hz en bij 120 dB ligt bij ons de pijngrens.

Als je kijkt (of beter gezegd: luistert) naar de omgeving van de verschillende vissensoorten, dan is het gevonden verschil wel te begrijpen. In ondiepe, ondergrondse poeltjes wordt het achtergrondgeluid veroorzaakt door druppels die van het plafond in het water vallen en kleine stroompjes water. Dit geeft vooral geluid van boven de 800 Hz. In de omgeving van bovengrondse vissen ligt de hoge achtergrondruis vooral in tonen boven de 8.000 Hz.

De auteurs stellen dat achtergrondgeluid de geluiden die er wel toe doen kan maskeren. Veel soorten vissen horen alleen geluiden in een frequentiebereik waar weinig achtergrondgeluid is. Dat zou voor deze grotvissen ook zo kunnen zijn. En dan is het verlies van gehoor een aanpassing die ze gek genoeg juist beter laat horen.

Bron: Wetenschap 24


Reacties

Er zijn nog geen reacties Reageer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Gerelateerde artikelen

Doof.nl maakt gebruik van cookies.

Doof.nl gebruikt vier soorten cookies.

Lees meer

Deze cookies zorgen ervoor dat de website goed werkt.

Lees meer

Op onze website staan YouTube-filmpjes. Wanneer je deze wilt afspelen, dan moet je de cookies accepteren. YouTube slaat dan cookies op op jouw computer.