Column: In Uganda – Brieven schrijven
De kinderen zijn weer op school! Wat doet het goed om de kinderen na een jaar weer terug te zien. Ze zijn gegroeid, in de lengte maar ook in hun doen en laten. Zo mooi om te zien.
Het betekent voor ons als stichting ook dat we eindelijk ons plan kunnen uitvoeren om meer contact tussen de sponsors en de sponsorkinderen te creëren. Tijdens de lockdown hebben we daar al een plan voor gemaakt. Zo willen we de sponsorkinderen twee keer per jaar een briefje laten schrijven aan hun sponsors. Nu kunnen we daar mee aan de slag!
Mijn collega Dorothy en ik zoeken vier sponsorkinderen bij elkaar. We geven hen het blad dat ik gemaakt heb. Ze moeten er de datum opschrijven, hun naam, klas en favoriete vak. En dan kunnen de oudere kinderen een briefje schrijven, terwijl de jongere kinderen een tekening maken.
Een brief schrijven, hoe doe je dat? Ik vermoed dat deze kinderen dat nog nooit hebben gedaan. In dit land, waar men post nauwelijks kent. Zelf heb ik een postbus, in de buurt van de school. Zo kan ik post en pakketjes uit Nederland ontvangen. De meeste mensen hebben geen postbus. En brievenbussen bij huis, dat kennen we al helemaal niet.
En nu ook nog een brief schrijven aan iemand die ver weg is, die je nog nooit hebt ontmoet. Wat zeg je dan? Dat is niet makkelijk. Daar komt nog eens bij dat kinderen hier weinig creativiteit leren. Daar heb ik al vaker over geschreven. Je eigen idee hebben, dat wordt hier niet gestimuleerd.
Daar zitten ze dan… Ze weten niet wat ze kunnen schrijven. We besluiten te helpen, en komen met ideeën. Uiteraard helpen we ook hoe je dat in goed Engels schrijft. Samen gebaren we de zinnen, en vragen we of ze dat een goede zin vinden. Zo komt er toch een klein briefje tot stand, van twee of drie zinnen. Straks krijgen ze antwoord van de Nederlandse sponsor. Dan wordt het waarschijnlijk makkelijker om iets te antwoorden. Dit is slechts het begin.
En de jongere kinderen? Die tekenen er vrolijk op los. Hun tijd komt nog wel.
Mijn naam is Famke (Nakimuli) Wildeman, 40 jaar, en tolk Nederlandse Gebarentaal. Sinds de zomer van 2016 woon ik in Uganda. Ik werk daar als vrijwilliger op een dovenschool, Uganda School for the Deaf in Ntinda, in de hoofdstad Kampala. Ik geef les en ik zoek sponsors voor dove kinderen uit armere gezinnen. Ook onderhoud ik contacten met de tolken Gebarentaal. Zie voor meer info over mijn stichting Signs of Hope: www.signsofhope.nl / www.facebook.com/signsofhope.nl
Reacties
Misschien beginnen met tekeningen die met teksten aangevuld worden. Bijvoorbeeld een beschrijving ervan of waar het voor gebruikt wordt. Dat geeft ze misschien een makkelijke overgang van wat er te zien is naar het abstracte woord.
Merken jullie trouwens iets van het bomen planten door Ecosia?
Ik heb een paar Foster Parents kinderen gehad. Wat me vreselijk tegen staat is dat je probeert een band met zo’n kind te leggen. Kan lastig zijn als je alleen fotootjes van een druiloor krijgt. Je weet dat er leeftijdsgrens is, dus wanneer je moet gaan afronden. Maar al voordat het zover is, krijg je van een nieuw kind een map toegestuurd. Dat is je volgende. Nope. Je vraagt van te voren of en zo ja wanneer ik een volgend kind wil. Na de tweede voortijdige map heb ik verteld dat dit de reden tot stoppen is.
Ze heten al een tijd Plan International en Plan , als de naam niet nog een keer veranderd is. Echt een pakkende en verhelderende naam. Vergeet niet dat plan ook vaak plattegrond betekent.