Opvallend
Mijn zoon zit naast me in de auto. Ik rijd met een aangename snelheid en ik zing vrolijk mee met een liedje op de radio.
“Mam, móet dan nou?” vraagt mijn puber als ik nét iets te enthousiast het refrein meezing. Ik realiseer me dat wat ik uitkraam een totaal vreemde taal lijkt en helemaal nergens op slaat. Dat gebeurt me vaker. Het heeft niets met mijn slechthorendheid te maken, want vriendinnen die gezegend zijn met een goed gehoor doen het ook.
Zo zongen we altijd uitbundig mee met ‘Greased Lightning’, maar spraken we echt nooit al die auto-onderdelen die erin zitten uit. Ik wist dan ook jaren later pas dat er ook ‘getting lots of tit’ en ‘pussy wagon’ in vernoemd werden. Geen idee dus wat ik al die jaren eigenlijk zong. Maar hee, het ging uiteindelijk alleen om die stoere kop van Travolta, toch?
“Oh, zo irritant!” zeg ik als het volgende radionummer begint.
“Wat bedoel je, mam?”
“Hoor je dat niet?”
“Nee, wat?”
“Let eens op.”
Mijn zoon luistert vervolgens samen met mij naar het volgende nummer, waar een gitaar op de achtergrond een irritant geluid geeft. Tussen twee noten in hoor je de vinger over de snaar glijden, wat een krassend geluid geeft, misschien wel om de vijf seconden. Waarschijnlijk valt het niemand op, maar pik ik het door mijn hyperacusis sneller op. En nu wijs ik mijn zoon erop.
“Hè, nou,” zegt hij. “En bedankt!”
“Hoezo?”
“Vanaf nu zal ik alleen dát geluid nog horen als ik het liedje luister.”
Hij heeft gelijk. Zo gaan wij als mensen om met selectieve aandacht.
Zo hadden wij jaren geleden ons plafond opnieuw laten doen in de huiskamer. Het stucwerk was nog niet droog, maar mijn lief wilde een van de binnendeuren al terugplaatsen en stootte met een punt in het plafond. Gelukkig hadden we nog wat stucpleister in de emmer zitten, dus we probeerden het zo goed mogelijk te repareren. Dat plekje van amper een centimeter groot is anderen nooit opgevallen, maar wij zagen al die jaren alleen maar dat kleine stukje.
Iets vergelijkbaars gebeurde laatst toen ik stond te praten met een buurman. Ik kon alleen maar kijken naar die rode puist op zijn neus. Na het gesprek realiseerde ik me dat ik niet alleen was vergeten hem te complimenteren met zijn nieuwe bril, maar dat ik niet eens meer wist wat voor kleur het montuur had.
Op dezelfde manier kun je omgaan met een aandoening als tinnitus of hyperacusis. Als iemand aan me vraagt “Hoe gaat het nu met je oorsuizen?” richt ik mijn aandacht onherroepelijk op het geluid en valt het me ineens weer op. Vaak ook nog harder dan normaal.
Daarom verklap ik ook niet naar welk nummer ik in de auto samen met mijn zoon luisterde, anders zul ook jij vanaf nu steeds dat gekras op de snaren horen. Het nummer stond op dat moment in de hitlijsten, dus gelukkig was de rest mooi genoeg om het niet te laten verpesten.
Tinnitus en andere gehoorproblemen kunnen behoorlijk opvallend en irritant zijn. Maar juist dan verleg ik mijn aandacht naar al die andere dingen in mijn leven. Dan realiseer ik me dat er nog zoveel moois is en er meer dan voldoende over blijft om met volle teugen van te genieten!
Reacties