Waarom klinkt je eigen stem anders als je hem terughoort?
Je kent dat wel: je hoort je eigen stem terug op een bandopname of je spreekt door een microfoon en je schrikt van je eigen stem. Is dit wel jouw stem? Is dit hoe anderen hem horen? Hoe kan het dat wij onze eigen stem tijdens het spreken zo anders ervaren dan degene die ernaar luistert?
Het oor zit ingenieus in elkaar. Wanneer je jezelf hoort praten hoor je een heel andere stem, dan wanneer andere mensen jouw stem horen. Dat heeft ermee te maken dat het geluid dat we zelf produceren, wordt getransporteerd via de beenderen en niet via onze oren. Jijzelf ervaart je eigen stemtoon lager, dan hij in werkelijkheid is.
Deniz Baskent, hoogleraar auditieve perceptie van het Universitair Medisch Centrum Groningen legt uit: ‘De geluidstrillingen die je stem produceert, bereikt via de lucht van buitenaf het trommelvlies in het oor. Maar als je praat, gaat je stemgeluid ook direct via je nek en je schedel naar het oor. Op een bandopname van je stem hoor je alleen dat eerste deel: de geluidstrilling die via de lucht komt. De bas geeft warmte aan je stem. Dat vinden mensen plezierig klinken. Zonder die bas vinden we onze stem minder fraai. Er zijn zelfs mensen die hun eigen stem op een opname niet meteen herkennen.’
In de war
Sommige mensen raken onzeker van het terughoren van hun eigen stem. Jouw stemgeluid kan deel zijn van je identiteit. Met het terughoren van je stem zoals anderen deze horen, kunnen mensen in de war raken. Dit is niet de stem die zelf zo goed kennen. Vaak vind je je eigen stem niet mooi, of erger: krijg je een hekel aan je eigen sem. Je kunt een teruggetrokken leven gaan leiden of niet meer durven spreken in het openbaar. Baskent herkent het wel: ‘Vroeger als kind zong ik veel thuis en dan namen we dat op en luisterden het later weer af. Ik ben dus sinds mijn kindertijd eigenlijk al gewend aan mijn eigen stem. In het begin vond ik het raar, maar dat is allang niet meer zo. Nu klinkt het helemaal goed.’
Hoortoestel
Mensen met een hoortoestel hoor je wel eens zeggen dat ze hem liever niet gebruiken. Dit kan te maken hebben met de versterking van het geluid, maar ook met de vervorming. Het microfoontje dat je eigen stemgeluid opneemt zit aan de buitenkant van je hoofd. Dat kan voor de geluidsweergave zorgen voor extra hobbel. Het is nog niet bewezen dat een hoortoestel daadwerkelijk je eigen stemgeluid verstoort, maar het is heel goed mogelijk. Basket doet in Groningen onderzoek naar stemperceptie. ‘Als we een stem horen, hebben we meteen een beeld van iemand. De leeftijd, hoe oud ze zijn, hoe groot. We kunnen stemmen ook heel goed van elkaar onderscheiden. Dat is iets wat mensen met een cochleair implantaat, een gehoorapparaat voor doven en zeer slechthorenden dat operatief in het hoofd wordt geplaatst, niet zo goed kunnen. We doen onderzoek naar hoe we dit kunnen verbeteren.’
Heb je ook zo’n hekel aan je eigen stem? Troost je dan met de gedachte dan anderen hem niet anders kennen en eraan gewend zijn. Jij bent de enige die het verschil hoort. Bovendien wordt het geluid samengeperst en dus klinkt je stem nog weer anders dan in het echt. En je bent niet de enige. Iedereen moet wennen wanneer hij zijn eigen stem terughoort.
Gebaseerd op: de Volkskrant
Reacties
O, ik dacht aan vroeger toen er nog bandrecorders waren en sommige leerkrachten die voor taalles gebruikten. Die maakten je stem heel donker, het klonk voor iedereen anders dan de werkelijke spreekstem. En iedereen begreep dat degene die de leesbeurt had en zichzelf terug hoorde, door de vloer kon zakken.
Ik vind het niet vreemd dat je jezelf anders hoort. Je hoort er zelf immers ook je bedoelde intonatie, emotie en achtergrondbedoelingen bij, ongeacht of die goed overkomen of niet. Het ritme, het tempo, het volume: parameters waar anderen je op attenderen. En kijk maar eens wat sommigen voor je opschrijven en wat ze later beweren wat ze je verteld hebben.
Hoe is het nu op de slechthorenden/dovenscholen, wordt er spraakles gegeven met informatie over dit soort parameters? Over hoeveel horenden met hun stemmen en oren doen, wat dus een gangbaar referentiekader is en tevens de lat waar iedereen langs gelegd wordt? Ik zei een keer tegen iemand die hinderlijk vaak naar een horende liep om wat te zeggen, dat ze bij horenden gewoon tegen hun rug aan kan praten. Wasniewaar… Ik ben er nooit achter gekomen of niewaar een stopwoordje was of dat het telkens om een actuele mening ging. Er is ook nog kans dat het voor zichzelf niet duidelijk een van beide was, maar een soort mengselbegrip bij gebrek aan meer inzicht in dezen.