Gister vond in Londen de slotceremonie van de Paralympics plaats. Deze Olympische Spelen voor sporters met een beperking bestaat sinds 1960 en wordt traditioneel gespeeld na de Olympische Spelen. Spelen die echter al een langere traditie hebben dan de Paralympics, zijn de Sportspelen voor Doven. En in 1928 vonden die plaats in Amsterdam.

Het Olympisch Stadion in Amsterdam vormde in de zomer van 1928 het decor voor de Olympische Spelen. Op 18 augustus 1928, vijf dagen na afloop van de Olympische Zomerspelen, begon de Dooven Olympiade. 'Deelgenomen wordt door athleten uit België, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Tjecho-Slowakije en Zwitserland', aldus Het Vaderland op 3 augustus 1928.

'Het publiek zal de spelen kunnen bijwonen tegen zeer matige prijzen', vervolgt de krant. 'Een plaats op de Marathon- of Eeretribune in het Olympisch Stadion kost f1,20, voor de overige plaatsen wordt slechts 60 cent berekend.'

Parijs 1924
De Dooven Olympiade was de tweede Deaflympics die werd georganiseerd. De eerste Spelen voor Doven vond vier jaar eerder plaats in Parijs, in 1924. Dat er onder dove sporters een behoefte was aan een krachtmeting op Olympisch niveau, bleek al uit een bericht uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1922: 'In bestaande sportvereenigingen kunnen zij [slechthorende en dove sporters, red.] niet opgenomen worden en bovendien zouden zij er niet op hun plaatst zijn.' Een eigen sportevenement na afloop van de Olympische Spelen van 1924 was daarom van groot belang.

De Deaflympics van 1924 waren de eerste Spelen ooit voor atleten met een beperking. Gevolgd door de Olympische Rolstoel en Geamputeerde Spelen van 1948, de voorloper van de Paralympics. Doven mochten echter niet mee doen met de Paralympics, dus de Deaflympics bleven voortbestaan.

De Nederlandse sporters deden het goed in Parijs. Zo won de Amsterdamse zwemster Henny van der Heyden goud. Datzelfde jaar werd ook de Nederlandsche Doovensportbond opgericht. En Nederland werd aangewezen voor de Dooven Olympiade van 1928 – net als in Parijs na afloop van de Olympische Spelen.

Amsterdam 1928
De organisator van de Dooven Olympiade was de Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond. Het Nederlands Olympisch Comité stelde belangeloos het Olympisch Stadion ter beschikking en de gemeente Amsterdam gaf vijfhonderd gulden subsidie. Vanuit 'particuliere beurzen' werden nog eens duizenden guldens ontvangen.

Er was veel publieke belangstelling. Volgens dagblad Het Centrum bood de zaal waar de openingsceremonie op 17 augustus plaatsvond 'een fleurigen aanblik', met de vele vlaggen en talrijke planten. Het Vaderland schreef: 'Was er den eersten dag vrijwel geen publiek, geheel anders was het den tweeden dag; reeds in het Zwemstadion was een behoorlijke opkomst om het bassin geschaard. Docht 's middags waren een 3 tot 5000 toeschouwers in het Stadion bij de voetbalwedstrijden aanwezig.'

Voor het Nederland van 1928 was het van groot belang dat de Dooven Olympiade daar plaatsvond, aldus Serrie Kamerling die goed op de hoogte is van de geschiedenis van de dovensport. 'In die tijd werd alleen voor en over dove mensen gedacht en besloten. Dan is het moeilijk om als dove persoon met eigen in breng en eigen prestaties serieus genomen te worden. Via deze Sportspelen in Amsterdam gebeurde dat wel.'

De enige foto, die bekend is van de Doven Olympiade van 1928. Het is de voetbalfinale tussen Nederland en Engeland, die door de Engelsen met 5-0 werd gewonnen.

Meer informatie over de Deaflympics vindt u op www.deaflympics.com

Bron: Sportgeschiedenis.nl